De meervoudige-Kamer van de rechtbank Midden-Nederland te Utrecht bepaalde in de uitspraak van gisteren dat de Nederlandse Minister-president opnieuw moet beslissen op 2e-Wob-verzoek MH17

12-09-2017 16:07

In de tussenuitspraak van 3 april 2017 heeft de rechtbank gebreken geconstateerd in de motivering van het besluit om de gevraagde stukken over de MH17-ramp niet openbaar te maken. Verweerder is in de gelegenheid gesteld om alsnog te voorzien in een motivering die wel voldoet. Verweerder heeft geweigerd mee te werken aan de bestuurlijke lus. Eiseres heeft verzocht om een tweede zitting, omdat zij meent dat de rechtbank in eerdere Wob-procedures over de MH17-ramp verder ging dan zij nu in de tussenuitspraak heeft gedaan. Ook doet eiseres, als ‘social watchdog’, een beroep op artikel 10 van het EVRM en wil zij dit beroep verder toelichten op een tweede zitting. De rechtbank ziet echter geen aanleiding voor een tweede zitting. Als eiseres vindt dat de tussenuitspraak niet ver genoeg strekt, kan zij hiertegen samen met de einduitspraak hoger beroep instellen. Het beroep op artikel 10 van het EVRM is te laat gedaan en de rechtbank bespreekt dit dus niet. De rechtbank verklaart het beroep gegrond en draagt verweerder op om opnieuw op het bezwaar van eiseres te beslissen met inachtneming van de tussenuitspraak. Er bestaat geen aanleiding om aan verweerder een dwangsom op te leggen om op tijd te beslissen.

 

Rechtspraak.NL https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBMNE:2017:4601

 

=====================

EMLS

Utrecht, 12 september 2017