Afdeling advisering van de Raad van State positief over wetsvoorstel dat onafhankelijke positie van politieke partijen versterkt & verbodsmogelijkheid
De Afdeling advisering van de Raad van State is positief over het wetsvoorstel dat de onafhankelijke positie van politieke partijen versterkt en de weerbaarheid van de democratie bevordert. Zij benadrukt dat de regering terecht aanleiding ziet om nieuwe wettelijke maatregelen te treffen. Maar de Afdeling advisering wijst er wel op dat bepaalde keuzes van de regering beter moeten worden gemotiveerd en adviseert ook om het wetsvoorstel op bepaalde punten aan te passen. Dit staat in het advies over de Wet op de politieke partijen dat vandaag is gepubliceerd.
Aanleiding en inhoud wetsvoorstel
Politieke partijen vervullen een vitale rol in het democratisch bestel. De wetgever is altijd terughoudend geweest met het stellen van regels over politieke partijen. Dit geeft politieke partijen de vrijheid zich naar eigen inzicht te organiseren, maar het heeft ook een keerzijde. Want zonder regels is het lastig om partijen te ondersteunen in hun werk en om bescherming te bieden tegen bedreigingen voor de democratische rechtsstaat, bijvoorbeeld tegen buitenlandse beïnvloeding. De regering stelt daarom een Wet op de politieke partijen voor. Voor een deel bevat deze wet regels die nu ook al gelden, bijvoorbeeld over subsidiëring en over giften. Voor een deel gaat het om nieuwe regels. Zo moeten partijen transparant zijn over hoe zij werken, welke giften zij ontvangen en hoe zij omgaan met politieke advertenties. Als partijen een ernstige bedreiging vormen voor de democratische rechtsstaat is het mogelijk om hen te verbieden. De regering komt nu met een aangepaste regeling die de bestaande verbodsmogelijkheid vervangt. Verder komen met het voorstel naast landelijke partijen voortaan ook lokale partijen voor subsidiëring in aanmerking.
Bevorderen weerbare democratie
Het is volgens de Afdeling advisering wel de vraag of de voorgestelde maatregelen voldoende aansluiten bij wat de regering beoogt. Want het wetsvoorstel bevat voor partijen weinig inhoudelijke eisen naast de verplichting voor partijen om transparant te zijn over hun interne organisatie. De voorgestelde transparantieverplichtingen lijken onvoldoende toereikend om de doelstellingen die de regering heeft, te bereiken. Van partijen wordt niet geëist dat zij zich democratisch organiseren. De Afdeling advisering is zich ervan bewust dat aan zo’n eis ook nadelen zijn verbonden. Maar zij vindt het van belang dat gelet op het bevorderen van de weerbare democratie de voor- en nadelen van dergelijke maatregelen grondiger worden afgewogen.
Partijverbod
Op dit moment is het al mogelijk een politieke partij te verbieden op grond van de algemene regeling voor verenigingen en stichtingen. De regering stelt voor om voor politieke partijen een specifieke verbodsregeling in de wet op te nemen. De Afdeling advisering onderschrijft dit voornemen. Wel adviseert de Afdeling om in de toelichting verder te verduidelijken wanneer sprake is van een daadwerkelijke en ernstige bedreiging van de democratische rechtsstaat. Ook adviseert zij om het wettelijke criterium nog meer toe te spitsen om te voorkomen dat de verbodsgrond onbedoeld breed lijkt.
Versterken onafhankelijke positie van partijen
De mogelijkheid tot het doen van giften is voor burgers een van de manieren waarop zij politiek betrokken kunnen zijn. Tegelijk maakt een grote afhankelijkheid van giften partijen kwetsbaar voor (de schijn van) ongewenste beïnvloeding. De donatiegrens voor Nederlandse donateurs wordt net als in de huidige wet gesteld op maximaal 100.000 euro. Voor niet-Nederlanders wordt de grens gesteld op 250 euro. Bij die laatste groep kan het ook gaan om mensen die in Nederland wonen en kiesgerechtigd zijn voor bijvoorbeeld de gemeenteraad. De Afdeling advisering begrijpt de wens van de regering om maatregelen te treffen tegen ongewenste buitenlandse inmenging door middel van donaties. Maximumbijdragen vormen een waarborg tegen ongewenste inmenging. Wel moet goed worden gemotiveerd waarom voor deze bedragen is gekozen. Volgens de Afdeling advisering is dat nog niet voldoende gedaan.
Conclusie
De Afdeling advisering heeft een aantal opmerkingen bij het voorstel en adviseert daarmee rekening te houden voordat het voorstel bij de Tweede Kamer wordt ingediend. .............