Alles aan 1 draadje. ook jongeren de dupe.
Sinds corona de wereld in zijn greep houdt, heeft de politie het drukker met het verhelpen van cybercriminaliteit. Rechercheur Yoanne Spoormans merkt dat criminelen hun werkwijze hebben gewijzigd sinds Nederland te maken heeft met het coronavirus. En of je nu op het Overijsselse platteland woont of in de Randstad, de kans dat je digitaal wordt opgelicht is overal even groot.
Spoormans vertelt: “Normaal stijgt het aantal meldingen en aangiftes van cybercrime ieder jaar met vijftien tot twintig procent, maar sinds de pandemie zien we echt een toename. Cybercrime neemt toe, omdat criminelen sinds de coronacrisis minder inkomsten hebben via de ‘traditionele criminaliteit’. Vooral tijdens lockdowns zijn mensen vaker thuis waardoor inbreken lastiger is. Verder waren mensen minder vaak op straat te vinden waardoor zakkenrollers minder slachtoffers konden maken. Criminelen zijn dus op zoek gegaan naar andere manieren om aan geld te komen. In de onderwereld kun je zelfs tegen betaling lessen gaan volgen om te leren hoe je online mensen kunt oplichten.”
Fraude via WhatsApp en sms
Spoormans benadrukt dat de vriend-in-noodfraude nog een veelvoorkomende manier van cybercrime is. In dat geval doet iemand zich voor als een bekende en stellen ze via WhatsApp de vraag of jij een rekening voor diegene kan betalen. "Sommige mensen hebben door de pandemie een stuk minder inkomsten. Daardoor kan het best logisch overkomen als zogenaamde bekenden even wat geld van je willen lenen", verklaart Spoormans.
Een veel voorkomende manier van cybercrime op dit moment is sms-fraude. Criminelen sturen een bericht naar iemands telefoon met daarin de mededeling dat er een pakketje klaarligt. Om te zien wanneer je pakket arriveert, moet je op een linkje klikken in dat bericht. “Als je op die link klinkt, kan de crimineel toegang krijgen tot je telefoon”, weet Spoormans te vertellen. “De verschillende manieren van oplichting trekken in een golfbeweging voorbij. Op den duur weten mensen wel hoe criminelen te werk gaan en trappen ze er niet meer in. Dan moeten ze iets anders gaan bedenken”, vertelt Spoormans.
'Het overkomt niet alleen ouderen'
Het idee dat alleen ouderen bij de poot worden genomen door cybercriminelen is onjuist, zo vertelt de rechercheur. "Het kan iedereen overkomen. Ook jongere mensen hebben snel de neiging om even vlug iets te betalen, om te voorkomen dat je het vergeet. We zien wel dat daders bepaalde doelgroepen soms liever benaderen als ze vermoeden dat daar meer te halen valt. Maar we roepen mensen vooral op om zich niet te schamen als ze zijn opgelicht. We krijgen honderden aangiftes per week binnen van dit soort vormen van fraude, mensen zijn echt niet de enige."
De politie Oost-Nederland ziet op het gebied van cybercrime geen grote verschillen per regio. In de Randstad kun je dus als het ware net zo eenvoudig de dupe worden van online oplichting als op het Overijsselse platteland. “We zien daar heel weinig verschil in. Online kunnen criminelen met enkele drukken op de knop het hele land of zelfs de hele wereld bereiken. Criminelen kiezen vaak willekeurige slachtoffers uit, het kan dus in heel Nederland voorkomen.”
'Jongeren ronselen bij scholen'
Om ervoor te zorgen dat de criminelen niet goed traceerbaar zijn voor de politie, zoeken ze zogenoemde geldezels. Dat zijn in veel gevallen jongeren tussen de 18 en 25 jaar die hun bankrekening beschikbaar stellen aan criminelen. De rekening wordt dan gebruikt als een soort van parkeerplaats van geld dat slachtoffers hebben overgeboekt. De geldezels ontvangen geld zodra ze hun rekening uitlenen aan de criminelen.
Om aan die geldezels te komen worden, ook in het oosten, zelfs ronselaars naar scholen gestuurd. “Criminelen staan buiten de school te wachten om jongeren over te halen hun bankpas af te staan. Vaak voor een schijntje. Ook zien we dat kwetsbare jongeren in instellingen onder dwang worden gezet om hun bankrekening af te staan. Dan is het heel zuur dat deze jongeren bij de politie terechtkomen omdat ze, deels onbewust, meedoen aan criminele activiteiten. We doen dan ook een oproep aan ouders en jongeren om heel alert te zijn op dit soort zaken.”
Hoe verklein je de kans te worden opgelicht?
Wie extra scherp wil zijn op dit soort vormen van oplichting kan volgens Yoanne Spoormans het beste eerst checken dan klikken. Dat wil zeggen dat je eerst telefonisch contact zoekt met de persoon of het bedrijf dat je een betaalverzoek of linkje stuurt. “Benader ze niet via de weg waarop ze jou benaderden. Je kan beter een telefoontje plegen met de vraag of diegene je echt een berichtje of mailtje heeft gestuurd. Als je toch betrokken bent geraakt bij oplichting, moet je eigenlijk als eerste de bank bellen. Soms kunnen ze geld nog veiligstellen. Daarnaast is het belangrijk om aangifte te doen zodat de politie de structuur in kaart kan brengen om de oplichters vervolgens te achterhalen.”
Bron: RtvOost.NL