Contstitutioneel Hof // Niels Graaf over zijn Italiëprijs en het hipste constitutionele hof van Europa
Mr. van de week is Niels Graaf. Eind juni ontving hij de Van Woudenberg Dissertatieprijs, die eens in de twee jaar wordt uitgereikt voor het beste proefschrift op het gebied van Italiëstudies. Graaf promoveerde in 2022 in Utrecht op ‘Judicial Influencers. Scholarly Use of Foreign Law and the Convergence of German, Italian and French Ideas on the Position of National Constitutional Courts in the EU Legal Context’. Momenteel is hij universitair docent constitutioneel recht aan de Universiteit van Amsterdam, waar hij eerder geschiedenis en rechten studeerde.
Congratulazioni! Wij dachten: een jurist die een Italiëprijs wint… Was u zelf verbaasd?
“Verbaasd vanwege de combinatie? Integendeel. Het verbaast eerder dat ik de eerste jurist ben die deze prijs binnenhaalt (ik ben zeer vereerd!). Het Romeinse recht, de glossatoren, twintigste-eeuwse trendsettende politieke experimenten: juristen zouden zich veel vaker tot de Italië-studies moeten wenden.”
Eerlijk: had u ooit gehoord van Gerda van Woudenberg, de naamgeefster van deze prijs?
“Deze anekdote is natuurlijk volstrekt ongeloofwaardig, maar wel waar: tijdens mijn periode als gastonderzoeker in Bologna woonde ik in het Collegio dei Fiamminghi, een prachtig instituut midden in de historische binnenstad. In mijn werkkamer stond het gehele oeuvre van door Van Woudenberg vertaalde Nederlandse literatuur. Bijna een jaar heb ik tegen die vergeelde kaften aangekeken. Meer dan drie zinnen heb ik daar overigens niet uit gelezen. Na het dagelijks doorploegen van Italiaanse publiekrechttijdschriften, had ik weinig behoefte aan Louis Couperus in vertaling. Dat doet overigens niets af aan het belangrijke vertaalwerk dat Van Woudenberg heeft verricht – bijna eigenhandig heeft ze de Nederlandse literatuur geïntroduceerd in Italië.”
Waarover gaat uw proefschrift en waar zit de Italiaanse component?
“Mijn dissertatie behelst een studie naar ideeën over de taak van constitutionele hoven binnen de Europese Unie en hoe die ideeën zich dan weer verspreiden tussen verschillende Europese rechtssystemen. Ik onderzocht daarvoor bijna drie decennia aan (niet gedigitaliseerde) rechtswetenschappelijke literatuur in het Duits, Frans, en ja, Italiaans. Welke buitenlandse voorbeelden werden aangehaald? Hoe vaak? Op welke wijze? Waarom? Door het beantwoorden van die vragen, hoopte ik en passant een venster te bieden op de Duitse, Franse en Italiaanse constitutionele cultuur.”
U presenteert het Duitse federale constitutionele hof (Bundesverfassungsgericht) als leidende (buitenlandse) gerechtelijke influencer. Bij influencers denken we eerder aan hippe jongelui die ons producten proberen aan te smeren.
“In constitutioneel opzicht is het Bundesverfassungsgericht precies dat: het hipste van het hipste. Voor Italiaanse en Franse rechtswetenschappers en rechters is het in Karlsruhe zetelde Duitse Constitutionele Hof het ultieme navolgenswaardige voorbeeld. Italianen verwijzen zelfs bijna exclusief naar Karlsruhe. Net als die hippe jongelui dringt het Duitse Constitutionele Hof bepaalde ideeën op aan andere Europese constitutionele gemeenschappen (de ‘followers’), bijvoorbeeld aangaande het nuanceren van de voorrang van EU-recht. Dat gebeurt niet via TikTok stories, maar in de vorm van doorwrochte doctrinaire uitspraken.”
De jury was te spreken over ‘het inventieve karakter van de dissertatie, zowel voor de juridische en politieke wetenschappen als voor de geesteswetenschappen’. Binnen welke discipline voelt u zich het meest thuis?
“Disciplines zijn er om te (door)breken.”
Gedurende uw onderzoek verbleef u als gastonderzoeker in Rome, Bologna en Berlijn. Raadt u dat aan boven een verblijf aan Harvard of Cambridge?
“Ik begrijp eigenlijk niet zo goed waarom in Nederland het idee leeft dat enkel Angelsaksische universiteiten iets te bieden hebben. Het Italiaanse en Duitse (constitutionele) recht, en de debatten die erover worden gevoerd, hebben inhoudelijk de Nederlandse juristerij veel meer te bieden dan common-law systemen die geen onderdeel vormen van de Europese Unie.”
Als u het voor het zeggen had…
“Was een vak getiteld ‘burgerlijke ongehoorzaamheid’ onderdeel van het civiel effect van juridische opleidingen.”
Welk wetsartikel vindt u het mooist?
“Artikel 120 van de Grondwet: ‘De rechter treedt niet in de beoordeling van de grondwettigheid van wetten en verdragen’. Maar we moeten het wel afschaffen. Het is tijd voor een Nederlands Constitutioneel Hof, het liefste in Amsterdam en EU-vriendelijker dan Karlsruhe.”
Brond : Mr-Online.NL