NEDERLAND - Ruim 19 miljoen schadevergoeding voor Chipshol. De civiele rechter heeft in een schadestaatprocedure beslist dat Luchtverkeersleiding Nederland ruim 19 miljoen schadevergoeding aan Chipshol III B.V. moet betalen.....
De civiele rechter heeft in een schadestaatprocedure beslist dat Luchtverkeersleiding Nederland ruim 19 miljoen schadevergoeding aan Chipshol III B.V. moet betalen, nu mededelingen van LVNL ertoe hebben geleid dat het bouwverbod voor Chipshol van kracht bleef en Chipshol daardoor vertragingsschade leed.
Achtergrond
Chipshol is in 1993 economisch eigenaar geworden van het Groenenbergterrein, dat naast de Aalsmeerbaan van Schiphol ligt. Het terrein had aanvankelijk een agrarische bestemming en kreeg uiteindelijk in september 2002 voor een deel de bestemming ‘bedrijfsdoeleinden’. Chipshol heeft verschillende keren bouwvergunningen aangevraagd voor het Plan Nefkens. LVNL heeft in verband met de luchtverkeersveiligheid telkens bezwaren tegen de plannen geuit en heeft die bezwaren ook uitgedragen. De minister heeft op 19 februari 2003 een bouwverbod afgekondigd voor het Groenenbergterrein. In oktober 2005 heeft LVNL aan de Schiphol Groep geschreven dat de bouwplannen van Chipshol na een geringe aanpassing niet meer tot een verstoring van het Instrument landingssysteem (het ILS) zouden leiden. Het bouwverbod is in juni 2007 opgeheven. Het Groenenbergterrein is met een nieuw plan voor de ontwikkeling van het terrein in oktober 2015 door Chipshol verkocht.
Er zijn vele procedures gevoerd. In de laatste procedure is, tot en met de Hoge Raad, vastgesteld dat LVNL onrechtmatig jegens Chipshol heeft gehandeld door onjuiste mededelingen over de bebouwingsmogelijkheden van het Groenenbergterrein te doen en onvoldoende inzicht te verschaffen in de aard van haar bezwaren tegen de bouwplannen van Chipshol. LVNL is veroordeeld om de daardoor veroorzaakte schade aan Chipshol te vergoeden.
De rechtbank heeft omtrent die schadevergoeding nu uitspraak gedaan.
Procedure
Chipshol vordert vergoeding van de schade ten gevolge van de mededelingen van LVNL. De oplegging van het bouwverbod heeft volgens Chipshol desastreuze gevolgen gehad voor de ontwikkeling en exploitatie van het Groenenbergterrein. Ook het Plan Nefkens kon hierdoor niet gerealiseerd worden. Volgens LVNL ontbreekt het causale verband tussen het door het Hof vastgestelde onrechtmatig handelen en het bouwverbod. Daarmee ontbreekt ook het causale verband met de schade.
Oordeel rechtbank
De rechtbank citeert uitgebreid de relevante passages uit de arresten van het Hof en de Hoge Raad en constateert dat de onrechtmatigheid van het handelen van LVNL vooral gelegen is in het uitdragen van haar standpunt. Daarmee wordt bedoeld dat LVNL uitdrukkelijk en bij herhaling, zonder enig voorbehoud of nuancering, het standpunt heeft ingenomen dat de realisering van de bouwplannen van Chipshol tot degradatie van de Aalsmeerbaan zou leiden, wegens verstoring van het ILS. De brief van LVNL van 29 november 2002 aan de staatssecretaris was onvolledig en daardoor misleidend. Daardoor werd de indruk gewekt dat ingrijpen op grond van de Luchtvaartwet nodig was om het onheil te keren, terwijl, zoals naderhand is gebleken, een geringe aanpassing van de plannen toereikend zou zijn geweest om de op luchtverkeersveiligheid gebaseerde bezwaren weg te nemen.
De rechtbank vindt het niet aannemelijk dat het bouwverbod ook zou zijn opgelegd wanneer die mededelingen achterwege zouden zijn gebleven of zouden zijn genuanceerd. Kortom, er is een causaal verband tussen de onrechtmatige mededelingen en de vertraging. Nu dat is vastgesteld is niet meer van belang of het bouwverbod rechtmatig of onrechtmatig is opgelegd. Het argument van LVNL dat de schade niet voorzienbaar was, wordt door de rechtbank verworpen. LVNL miskent daarmee haar dominante positie op het vlak van de informatievoorziening inzake de luchtverkeersveiligheid. Haar informatievoorziening moet daarom aan hoge eisen van zorgvuldigheid voldoen, ook jegens Chipshol. Haar handelen heeft een vertraging opgeleverd. Die schade komt volledig voor haar rekening. Dat geldt ook voor het onnodig mislopen van rendement.
Vervolgens bespreekt de rechtbank de diverse posten die Chipshol claimt. Met LVNL acht de rechtbank niet aannemelijk dat Chipshol zelf het gebouw zou hebben ontwikkeld. Chipshol is overwegend gebiedsontwikkelaar. Aannemelijk is dat het perceel in ontwikkelbare maar niet bebouwde staat zou zijn verkocht, indien het bouwverbod niet zou zijn opgelegd. Uiteindelijk is dat ook gebeurd. De post misgelopen ontwikkelingswinst, 10,5 miljoen euro, komt daarom niet voor vergoeding in aanmerking. De rechtbank gaat ervan uit dat de vertragingsschade (misgelopen verkoopopbrengst en misgelopen rendement over de periode waarover de verkoopopbrengst van het Groenenbergterrein is uitgebleven als gevolg van én toerekenbaar aan de vertraging) loopt van 5 januari 2004 tot 15 juni 2007 en van 15 juni 2007 tot 8 augustus 2016. Voor de eerste periode wordt uitgegaan van een rendement op eigen vermogen vóór belastingen van gemiddeld 8,79% per jaar. Voor de tweede periode bestaat het misgelopen rendement uit de schade die is geleden doordat de verschuldigde schadevergoeding niet onmiddellijk is voldaan. Tezamen is dat een bedrag van ruim 18,5 miljoen euro. Verder wordt Chipshol nog ruim een half miljoen euro aan schadevergoeding toegekend, omdat Chipshol door het bouwverbod voor de onteigende grond voor het N201-tracé een te lage vergoeding heeft gekregen. LVNL wordt tevens in de proceskosten veroordeeld.
Bron : Rechtspraak.NL
==============================
EMLS
Utrecht / Haaksbergen, 10 januari 2020