De Wet openbaarheid bestuur (Wob) die journalisten en burgers recht geeft op inzage in overheidsdocumenten, wordt door diezelfde overheid flink tegengewerkt.
Openbaarheid en transparantie zijn een democratische plicht van de overheid.
Openbaarmaking is een plicht van elk bestuursorgaan, dat is het juridische uitgangspunt. Geheimhouding hoort altijd een – gemotiveerde – uitzondering te blijven. Persoonlijke beleidsopvattingen, privacygevoelige informatie zoals strafbladen en stukken die concurrentiegevoelige informatie van bedrijven bevatten, zijn uitgesloten van de mogelijkheid om ze met een beroep op de wet Wob in te zien. Het vakgebied van de overheidscommunicatie en -informatie kreeg door de Wob een juridisch fundament. De Memorie van Toelichting van de Wob (1991) bevat hiervoor de volgende, prachtige overweging:
“Alzo wij in overweging genomen hebben, dat het, mede gelet op artikel 110 van de Grondwet, met het oog op een goede en democratische bestuursvoering wenselijk is gebleken de regelen met betrekking tot de openheid en openbaarheid van bestuur aan te passen en deze zo veel mogelijk in de wet op te nemen.”
Onbehoorlijk bestuur
Dus hebben we nu openbaarheid? Helaas niet, in toenemende mate – zeker onder het kabinet Rutte – is het bestuur vragende burgers steeds meer als last, zelfs als vijand, gaan zien en behandelen. Bestuurders zijn bang dat ongewenste praktijken aan het licht komen of dat de schijnwerper op onbehoorlijk of onbetrouwbaar handelen wordt gezet. Want vervolgens komen ze in de media als schurken, dus informatie die het bestuur in diskrediet kan brengen wil men bij voorkeur in de doofpot houden.
De huidige Wob is zeer problematisch, onder andere omdat het veel te lang duurt voor er een besluit ligt op verzoek en bezwaar. Veel informatie is journalistiek niet meer interessant op het moment dat zij wordt vrijgegeven. In vrijgegeven documenten wordt de zwarte lakstift vaak met veel overgave gehanteerd, met onbruikbare of onvolledige informatie tot gevolg. De overheid maakt bovendien gretig gebruik van (oneigenlijke) gronden om de informatie te weigeren.
Na afwijzing van het informatieverzoek kan de aanvrage weliswaar bezwaar maken, maar dan begint de tijdrovende ambtelijke molen opnieuw te malen. Bovendien beslist een bestuursorgaan zelf op bezwaar, zodat het vaak nauwelijks zinvol is, het WC-eend-principe in optima forma. Daarna kun je naar de rechter gaan, wat weer extra tijd kost en mogelijk geld wegens deskundige of juridische bijstand en veel rechters zijn al tijden overbelast. Daar bovenop zijn uit de praktijk talrijke gevallen bekend waarin het bestuur volhield niet aan de termijnen te kunnen voldoen, een en ander bedoeld om de zaak (zo lang mogelijk) verder te rekken. Er is geen Kamerlid dat daar vragen over stelt.
Geen geheimhouding
“Democratie verdraagt geen geheimhouding”, zegt Wob-expert Roger Vleugels. Toch lijkt het er volgens hem op dat de overheid er alles aan doet om openbaarheid te voorkomen. Terwijl is vastgelegd dat die documenten er ook zijn voor de burger. Vleugels heeft meer dan 7000 Wob-procedures gevoerd en geldt als pionier en specialist in Nederland op dit gebied. Hij heeft veel aanvragen gedaan voor de Nederlandse media. Volgens hem is de tactiek van vertragen en weigeren om alle informatie te geven bewust beleid geworden bij de uitvoering van de Wob-verzoeken. Dat tast het vertrouwen aan van de burger in de overheid en rechtstaat.
Gebrek aan openbaarheid en transparantie in Nederland is niet van vandaag of gisteren. Ombudsman Brenninkmeijer (van 2005 tot en met 2014) stelt dat het vertrouwen in de overheid wordt beschadigd door de wijze waarop de overheid met de burger omgaat. Hij kreeg bijval van vicevoorzitter Tjeenk Willink van de Raad van State van (1997 tot en met 2012), die de overheid maande het vertrouwen terug te winnen. Vorig jaar stond zelfs in de Troonrede dat de menselijke maat bij de overheid aan het verdwijnen is.
Obstructie
De praktijk werkt helaas heel anders. De overheid werkt actieve openbaarheid tegen. Er zijn veel obstructie-technieken. Er bestaan zelfs cursussen voor ambtenaren voor obstructie bij een WOB-verzoek. Bij het Ministerie van Financiën heeft enige tijd en test gelopen die de ambtenaren verplichte om alle verzoeken ongelezen op één weigergrond af te wijzen. Pas als iemand bezwaar aantekende werd er serieus naar de inhoud gekeken. Dit was goedkoop want de bezwaren hoefde niet gelezen te worden en maar 10 procent maakte bezwaar.
In 80 procent van de gevallen is het WOB-verzoek niet binnen de 2 keer 28 dagen afgehandeld. Dit is beleid. Dat heet netjes de informele aanpak. Dat houdt in dat een medewerker van het bestuursorgaan aan het einde van de periode contact met je opneemt. Dan ontstaat er een gesprek, waarin ze zeggen dat het om veel informatie gaat en dan kunnen ze voorstellen om dat in delen op te splitsen. Je gaat deel-beslissingen krijgen die soms met tussenpozen van 1 tot 2 maanden worden afgeleverd.
Dan heb je de stukken bij een deelbeslissing ontvangen, zitten de e-mailtjes er niet bij. “Oh, bedoelde u die ook? Dan moeten we opnieuw gaan zoeken, want die zitten niet in documenten- managementsysteem.” Men weet dat als je vertraagt de helft er mee ophoudt. En dat wordt ervaren als winst door de ambtenaren. Uiterst pijnlijke voorbeelden van deze gang van zaken kennen we ook van het proces tegen Geert Wilders en de weigerachtigheid van ministers en staatssecretarissen in het schandaal rond de kinderopvangtoeslagen. Zo rolt “onze” overheid, traineren en chicaneren.
De toepassing van de Wob loopt wereldwijd achteruit, maar Nederland loopt daarin voorop. In 80 procent van de gevallen wordt een Wob-verzoek niet binnen de wettelijke termijn afgehandeld. Dat betekent dat alle grote bestuursorganen wetsovertreders zijn en soms zelfs veelpleger. Deze vertraging heeft negatieve invloed op de vrije nieuwsgaring van de journalistiek. Voor het dagelijkse nieuws is de Wob de facto een onbruikbaar wapen, dat te langzaam is geworden. De Wob-termijn is hier 56 dagen – de langste termijn ter wereld. Overal is het korter en daar wordt binnen de termijn gewerkt. Hier niet.
Assertieve burger
Burgers moet assertiever worden, vindt Rogier Vleugels. Die passieve houding geeft aan dat we de overheid wel (moeten) vertrouwen. Dat is typisch Nederlands. Wij vragen 10 tot 20 keer minder op dan de Engelsen, Ieren of Scandinaviërs. Komt er dan een keer een verzoek dan voelt de overheid zich vrij om dat te traineren, want er is toch weinig druk vanuit de burger. En zij krijgt dan evenmin de neiging om meer Wob-ambtenaren aan te stellen.
Ambtenaren zijn niet gewend om met de mondige burger om te gaan. Dat is logisch want de Wob wordt weinig gebruikt. Zo klaagde het Ministerie van Defensie in 2018 over 200 Wob-verzoeken. Bij het Britse Ministerie van Defensie waren er in diezelfde periode 10.000. Het land is groter, maar dat verklaart het verschil niet. Hier wordt het indienen van een Wob-verzoek niet gestimuleerd maar we steunen wel projecten in het buitenland zoal conferenties over de wet. Op zo’n conferentie zei een ambassademedewerker eens tegen Roger Vleugels: “Jij hebt het gemakkelijk. Jij kan de waarheid zeggen. Ik moet de pr-versie brengen. Het Nederlandse imago is goed maar in de praktijk valt dat tegen”.
In de politiek wordt geregeld lippendienst bewezen aan openbaarheid, maar zij weigert de daad bij het woord te voegen. Dat dateert al uit de tijd van Joop den Uyl, die de Wob jarenlang tegenhield.
In 2005 lanceerde GroenLinks een Wob-nota die door politieke en ambtelijke tegenwerking pas in 2012 een initiatiefwetsvoorstel van de Kamerfractie mocht opleveren. Echter, het kabinet bereikten geen signalen dat de Wob niet goed werkte, werd gezegd.
Vier jaar later…
Zo verstreken liefst weer vier jaar totdat de Wet openbare overheid (Woo) als opvolger van de Wob ten langen leste de eindstreep haalde in de Tweede Kamer. Binnen een week sloeg de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) op haar website alarm: ‘Eerste Kamer mag niet instemmen met Wet open overheid’. Niet alleen Wob-verzoeken worden getraineerd, de nieuwe Woo ook. Je hebt binnen de overheid twee actiegroepen tegen openbaarheid. Dat zijn het ministerie van Justitie en Veiligheid en de VNG. Rond Justitie is de munitie vooral geleverd voor ‘openbaarheid leent zich te veel voor misbruik door verzoekers’ en gemeenten voerden daarnaast ook actie op ‘onhanteerbaar’ en ‘onbetaalbaar’. Dit overigens met warme steun van ‘democraat’ Alexander Pechtold (D66). Aanhouding van de behandeling door de Eerste Kamer was het gevolg.
Inmiddels zijn we in 2020 en ligt er een nieuw initiatiefvoorstel voor een Wet open overheid bij de Tweede Kamer. De Woo moest de Wob en de belabberde toepassing daarvan
verbeteren. Verbeteren? “Een grote blamage, die Nederland internationaal tot risé maakt”, oordeelt, opper-Wobber Roger Vleugels in een interview met de Vereniging van Onderzoeksjournalisten https://www.vvoj.org/2019/11/18/roger-vleugels-wet-open-overheid-grote-blamage/. “De Woo betekent voor journalisten nul komma nul verbetering”.
“Als hij voor ‘overheid’ het adjectief ‘open’ ziet staan, slaat bij Roger Vleugels het wantrouwen toe. Grote kans op betrokkenheid van jonge ambtenaren. Vol enthousiasme doorgaans, maar met een sociaaldemocratische kijk op ‘open’. Die houdt volgens Vleugels in dat overheidshandelen weliswaar openbaarheid verlangt, maar onder regie van de overheid. Die bepaalt wat openbaar wordt, niet de burger die iets wil weten. De PvdA heeft, evenals vergelijkbare partijen elders, altijd moeite gehad met een recht van de burger op bij de overheid berustende informatie. Terwijl het nota bene – Vleugels wordt niet moe dat te benadrukken– om ‘onze informatie’ gaat. Van burgers, bedrijven en instellingen, de overheid is slechts beheerder.”
Deep State
De openheid van de Nederlandse overheid wordt internationaal en door de EU geroemd en in de meeste ranglijstjes voor Open Government heeft Nederland doorgaans een fraaie positie. Maar er zijn ook transparantie-indices waarin Nederland lager staat genoteerd dan de socialistische bananenrepubliek Argentinië, het is maar waarop je zo’n overzicht baseert. De praktijk en de ervaringen van de experts in Nederland geven een heel ander beeld, eerder dat van een Deep State.
Overigens hoeft dat ook weinig verbazing te wekken, kijkend naar hoe mevrouw Orwellongren met openbaarheid en censuur omgaat, hoe het Corona-team (OMT) van het kabinet weigert transparantie te geven en het RIVM ‘per ongeluk’ onbruikbare COVID-cijfers presenteert. Er valt nog een wereld te winnen. De overheid is van ons, niet andersom.
Een uitstekend interview met Rogier Vleugels vindt u bij Café Weltschmerz
https://www.youtube.com/watch?v=r8CvYmRG5_c