Dossier Corona // Ontmaskering door het corona virus?

18-03-2020 10:08

We wisten het natuurlijk al, maar sinds 16 maart is het dan officieel: Nederland zit in een crisistijd, die haar weerga niet kent. Althans - en gelukkig is die nuancering wel aangebracht – een crisis in vredestijd. En, mogelijk ook een gelukkige omstandigheid, in de natuur ontwaakt de lente waardoor het crisisgevoel ook wat minder zwaar voelt.

 

Het woord ‘corona’ roept bij velen vermoedelijk vooral associaties op met maskers of mondkapjes. We zagen immers eerst hoe in China de mondkapjes het straatbeeld en later ook het maatschappelijke discours domineerden. Toen het virus ook in Europa begon rond te waren werden ook hier de mondkapjes of maskers een hot topic én een door velen begeerd verdedigingsmiddel. Tegelijkertijd lijkt het virus nu ook te bewerkstelligen dat een groot aantal als vaststaande veronderstellingen en verhoudingen ter discussie komen te staan en als het ware ontmaskerd. Dat geeft aanleiding tot een paar bespiegelingen.

 

Om te beginnen de lijst van de vitale beroepen, zoals die nu in Nederland circuleert. Daar staan opvallend veel beroepsgroepen op (zorgmedewerkers, onderwijzend personeel, politie- en brandweermedewerkers, professionals die actief zijn in de voedselketen – incl. boeren), die juist in de maanden voordat we van corona hadden gehoord, ook in de schijnwerpers stonden. Zij hadden toen zelf aandacht gevraagd en juist omdat zij zich ondergewaardeerd want onderbetaald vonden. Hun acties leidden toen niet tot de waardering waarom zij vroegen, want er waren geen (publieke) middelen meer beschikbaar. Nu lijken woorden tekort te schieten om het belang van de medewerkers in deze sectoren te onderstrepen (er worden zelfs speciale en zeer populaire liedjes aan hen gewijd), maar het wordt maar de vraag of dit straks ook daadwerkelijk vertaald gaat worden in de salarisverhogingen en andere verbeteringen van hun arbeidssituatie waarom zij vroegen. Want we gaan natuurlijk wel een recessie in, en recessies pakken meestal niet gunstig uit voor medewerkers in de publieke sector.

 

Een ander opvallend verschijnsel is de opvallende ‘socialisering’ van de Nederlandse samenleving. Als lid van de adviescommissie rond het Een tegen Eenzaamheid programma van het ministerie van VWS ben ik redelijk op de hoogte van de mate waarin eenzaamheid wordt ervaren. Niet alleen door ouderen (de doelgroep van EtE), maar misschien daardoor ook van andere groepen binnen de samenleving voor wie eenzaamheid een vrijwel dagelijks fenomeen is. Niet toevallig zijn dit ook de groepen die extra kwetsbaar zijn voor de ernstige gevolgen van een corona-besmetting: mensen met chronische lichamelijke aandoeningen of beperkingen. In de tijden dat het de Nederlanders goed gaat lijken we de meest kwetsbare burgers gemakkelijk aan hun lot over te laten. De ervaren eenzaamheid is het grootst in de vakantieperiodes, waarin we in grote getalen het land verlaten om elders tot rust te komen. Die eenzaamheid steekt ook op tijdens de feestdagen in de winter wanneer we, getuige de reclamecampagnes, in iets kleinere getalen bij elkaar komen om te kunnen eten en drinken. Wie schetst daarom mijn verbazing dat vanaf het moment dat duidelijk werd dat we tot vormen van sociale onthouding over moesten gaan, links en rechts initiatieven ontpopten om juist toch de kwetsbaren onder ons ‘erbij te houden’? Natuurlijk gaat daarbij nog wel steeds de meeste aandacht naar ouderen (die worden immers het vaakst genoemd als ‘kwetsbaar’) maar gelukkig worden de andere groepen niet vergeten. Is deze reactie nu het gevolg van bewustwordingscampagnes zoals ‘de week tegen de eenzaamheid’ of zit er in mensen toch een diepgeworteld sociaal bewustzijn dat in actie komt zodra we niet meer afgeleid worden door andere, meer luxueuzere prikkels? Wat betekent dat dan voor onze betrokkenheid bij anderen zodra deze crisis voorbij is? Blijven we ons dan bewust van onze verantwoordelijkheid voor degenen tussen ons die extra steun nodig hebben, of gaan we over op de orde van onze eigen dag?

 

Wat dat betreft stemmen de lege schappen in de supermarkten wel tot nadenken. Die getuigen niet alleen van een toch wel opvallend gebrek aan solidariteit maar roepen ook anderszins vragen op over het gezond verstand waarop nu een beroep gedaan wordt. Zeker als je ziet dat de winkelwagentjes niet alleen gevuld worden met rollen toiletpapier en pakken pasta’s, maar ook met zakken chips, vetrijke snacks en kratten bier. En waar de schappen voor de houdbare producten leeg zijn blijken die met verse groenten en fruit opvallend rijk gevuld te blijven. Komt dat doordat de oproep om toch vooral niet te hamsteren niet gevolgd wordt door een oproep om in deze tijd zelf zo gezond mogelijk te leven? Het beleid is immers, zo werd ons op 16 maart uitgelegd, erop gericht om een zo collectief mogelijke immuniteit op te bouwen. Past het daarin niet dat wij als bevolking er collectief naar moeten streven om onze weerstand zo groot mogelijk te maken? Dus gezond gaan eten, goed rusten en zo veel mogelijk bewegen? Dat laatste kan nu de luchtkwaliteit beter is dan deze lange tijd geweest is én we minder regen lijken te gaan krijgen dan natuurlijk het beste buiten plaats vinden. Als we niet allemaal tegelijk het bos in of het strand opgaan is dat goed te combineren met de oproep afstand van elkaar te houden. Als gezondheidswetenschapper weet ik dat preventie nooit zoveel aandacht krijgt als behandelen, maar in deze situatie had ik dat toch graag anders gezien. We hebben die kennis immers ook in huis. Daarom dus toch maar liever niet aan ons vragen om zoveel mogelijk thuis te blijven; onze long- en hartfuncties zijn daar niet mee gebaat.

 

Rick Kwekkeboom.

Bron : SociaalWeb.NL

https://www.sociaalweb.nl/blogs/maskers-af-door-het-corona-virus?utm_source=Mailing+Lijst&utm_medium=email&utm_campaign=Sociaalweb+nieuwsbrief+18-03-2020