Dossier Corona // ZITTINGSZAAL 14 - De angst regeert.

11-05-2020 08:04

Ik zou zo graag zo mooi over de strafrechtspraak willen verhalen. Over het mooie idee dat verdachten pas daders zijn als er onafhankelijke rechters zijn die dat in het openbaar en zonder twijfel uitspreken. Over het uitgangspunt dat je alleen schuldig kunt zijn aan iets wat eerder strafbaar is gesteld. Het strafrecht loopt hierdoor altijd achter de feiten aan, wat een groot goed is.

 

Je moet er niet aan denken dat het andersom zou wezen.

 

Ik zou zo graag willen uitweiden over het grote belang van onze democratische rechtsorde. Of over de rechter zelf die allang niet meer de ongenaakbare autoriteit is of op D66 stemt, maar iemand is die bij u om de hoek woont, in het weekeinde het gras maait en door de week altijd op zoek is naar redelijkheid, naar niet te veel, naar niet te weinig.

 

Ik zou mooie stukjes willen schrijven over de symboliek die achter de toga schuilgaat, of over het eenvoudige gegeven dat ik in de rechtszaal (terwijl ik zit) steeds maar ga staan als er een rechter de zaal betreedt en daarna opnieuw als zij de zaal verlaat.

 

Ik had anders ook wel over Cato willen schrijven, over het feit dat hij in 2009 in zittingszaal 14 zat en dat de hulpverlening toen zei dat er nu echt iets moet gebeuren om het leven van de grote Cato op orde te krijgen. Dat wilde hij zelf ook, want Cato was klaar met de criminaliteit.

 

Deze week zat hij er weer, verdachte van de diefstal van 24 busjes deodorant bij Kruidvat. De hulpverlening sprak dat er nu echt iets moet gebeuren en weer wilde Cato dat ook. Hij zei: ,,Ik ben al 46 jaar en ik begin een beetje moe te worden.’’

 

Hij had de deo’s gestolen om die te ruilen voor zware shag.

 

De zaak van Cato was de afgelopen week zo ongeveer de enige rechtszaak die zonder problemen verliep, niet in de laatste plaats omdat de verdachte in de rechtszaal aanwezig was. Technisch vernuft was niet nodig.

 

Er valt zoveel moois te schrijven, maar de praktijk van nu gooit voortdurend roet in het eten. De praktijk van nu wordt geregeerd door angst, de angst om besmet te raken.

 

Het is maandagochtend, iedereen is nog fris en fruitig, vol goede moed. Maar drie minuten na aanvang van de eerste strafzaak van de week is er direct al roet. De stem van de advocaat is in de rechtszaal aanwezig via een telefoonverbinding omdat de rechtbank dat graag wil. Blijf thuis als het ook telefonisch kan, luidt de boodschap aan de verdedigers.

 

Advocaten in heel het land mopperen. We mogen wel naar de Gamma, maar niet naar de rechtszaal, klinkt het geklaag.

 

Nu is een verbinding tussen twee telefoontoestellen al decennia geen hogere wiskunde meer, maar zodra deze techniek in de rechtszaal moet worden toegepast, wordt het abracadabra.

 

Rechter tegen advocaat: ,,Hallo. Hallo?’’

Advocaat: ,,Hallo?’’

Rechter: ,,Kunt u mij goed verstaan?’’

Advocaat: ,,Wat zegt u? U bent niet te verstaan.’’

 

Het zet de toon voor de rest van de week.

 

Donderdagochtend was gereserveerd voor drie verdachten uit Aleppo, Tilburg en Bagdad. Gedrieën zouden ze in januari 2019 volgens de officier van justitie op laffe en gewelddadige wijze in Groningen een vrouw hebben beroofd. Sinds december zit het trio vast.

 

Het was niet zomaar een vrouw die ze – indien schuldig – te grazen namen. De vrouw is eigenaar van een winkel met dure spullen. De daders volgden haar en vlak bij haar huis roofden ze haar tas in de veronderstelling dat in die tas de sleutels zouden zitten van de dure winkel. Op hun vlucht ontdekten ze dat de tas was gevuld met babykleding. Zonder sleutels. Het maakt de misdaad niet minder erg.

 

Bagdad is als eerste aan de beurt. Het is de bedoeling, want zo was het georganiseerd, dat hij via een beeldverbinding vanuit de penitentiaire inrichting Esserheem in de rechtszaal groot en verstaanbaar in beeld zou verschijnen, maar alles wat er gebeurt, niet dat.

 

Na twintig minuten belt de griffier met Esserheem. Ze vraagt hoe het zit met de verdachte uit Bagdad, dat er een afspraak voor telehoren is gemaakt. Ik zie de griffier luisteren en hoor haar dan ietwat geërgerd zeggen: ,,Kunt u mij dan doorverbinden met iemand die er wel over gaat?’’

 

Nee.

 

Ook met Tilburg gaat het mis. Eerst qua beeld, dan qua telefoon. De inrichting, in dit geval PI Lelystad, weigert mee te werken. Met de vleugel waar de verdachte zit opgesloten is geen verbinding te maken. Als een van de rechters oppert dat iemand met een mobiele telefoon in de hand naar de verdachte toe zou kunnen lopen, is de reactie bot: mag niet.

 

En zo mislukt ook de tweede zaak, het is inmiddels half elf. De rechters staren voor zich uit, de blikken op bedenkelijk. Misschien denken ze in gemoede aan het boekje van Tjeenk Willink die tekenen van verwaarlozing bespeurt binnen de rechtspraak en rechters oproept ongemakkelijke feiten onder ogen te zien en grenzen te trekken.

 

Bij de derde verdachte, Aleppo, zijn er geen technische hoogstanden nodig en dat laat zich verklaren: Aleppo is er in levende lijve. Als de behandeling van zijn zaak net is begonnen, haast een niet aangekondigde tolk zich de rechtszaal binnen en gaat, op zestig centimeter afstand, naast de verdachten zitten om haar werk te kunnen doen. Geen van de rechters – die van elkaar zijn gescheiden door wanden van plexiglas – trekt een grens. Ze zijn veel te blij dat het recht door kan gaan.

 

Het is niet alleen de techniek die voor het roet zorgt. ’s Middags zijn er herkansingen en dan lukt het ineens wel met de verbindingen. Er dient zich wel een andere lelijkheid aan: de verbindingen tussen de huizen van bewaring en de rechtszalen mogen per keer niet langer duren dan 45 minuten. Geen idee wie dat heeft bedacht en waarom. Gevolg is wel dat de rechter met de blik op de klok de officier van justitie en de advocaten moet aansporen voort te maken, kort van stof te zijn en al helemaal niet in herhaling te vervallen. Het moet een beetje worden afgeraffeld.

 

Maar zo is de strafrechtspraak niet bedoeld.

 

De komende week wordt het aantal te behandelen strafzaken flink opgevoerd. Na weken van voorbereidingen zijn de rechtbanken er helemaal klaar voor, klinkt het uit de hoek van de immer optimistische Raad voor de Rechtspraak.

 

Nou, eerst zien.

Rob Zijlstra

 

Bron : RobZijlstra.Com

https://robzijlstra.com/