Den Haag / Rotterdam / Haaksbergen - Afdeling Rechtspraak Raad van State hield gisteren zitting in het een 2e hoger beroep in een opmerkelijk Rotterdamse zaak (vanaf 2006) . Parallellen met de Enschedese vuurwerkrampzaak.

25-01-2024 13:33

Deze zaak ging om de in hogere-beroep-eis blootlegging om  het achterliggende gedachtengoed i.v.m. stelselmatige terugvorderingen door het Rotterdamse College van B. en W. bij een Rotterdamse inwoner tevens eigenaar van een klein Rotterdams Bouwbedrijf (appellant) waarvan de invordering werd overgedragen aan deurwaarder(s) in opdracht van advocaten die wel/niet gemachtigd door ambtenaren van een deelgemeente binnen Rotterdam  om over te gaan tot conservatoire en/of executoriale beslaglegging op een aantal oude panden welke appellant respectievelijk zijn bouwbedrijfje in eigendom toebehoorden, openbare verkopen en veilingen.

 

Appellant die in een reeks procedures was verwikkeld al vanaf 2006  met de gemeente Rotterdam legde het omvangrijke dossier neer bij een juridisch adviseur  te Haaksbergen met verzoek o.g.v. algemeen openbaarheidsbelang om openbaarmaking en blootlegging te verkrijgen van verstrekte opdrachten aan derden om zo inzichtelijkheid te verkrijgen van de Rotterdamse bestuursbesluitvormingsprocessen en om afschriften te verkrijgen van de opdrachtgevingen  van ambtelijk Rotterdam aan Deurwaarders en commerciële incasso-BV,s die niet onder de deurwaarderswet vallen en van de deurwaarderskantoren zelf en advocaten en van andere geheimhouders om over te gaan beweerdelijk namens en in opdracht van de gemeente Rotterdam gelegde beslagleggingen  t.a.v. een aantal oude opknappanden. Afschriften van beweerdelijke gedane onderhandse biedingen waren er niet,

 

Ter zitting van 24 jan 2024 werd het hoger beroep onverkort staande gehouden.onder verwijzing naar een toelichtende mem0rie.  .

 

Het is voor de kleine bouwondernemer onbegrijpelijk dat de gemeente Rotterdam de schuld bij anderen legt nu na jarenlang procederen tegen hem slechts de helft van de gevraagde stukken maar bij de griffie heeft overgelegd. Verzocht werde dan ook door Rotterdammer en diens1-man bedrijfje om het verweer van B. en W. te verwerpen en het bedenkelijk dat B. en W. en haar juristerij de opslagsystemen in de centrale-cloud en schakelfunctie met printopties niet op orde hebben. Het verweer van ambtelijk Rotterdam/deelgemeente komt appellanj voor als een “broodje aap”.

 

Verder werd ter zitting door de appellant betoogd dat advocaten, maar ook de advocaten in hoedanigheid van toezichthoudende Dekens die ook advocaat/curator  zijn  doch ook advocaat in hoedanigheid van Deken daardoor ook gelijktijdig bestuursorgaan zijn net zoals ook het O.M. de technische en  itc/software specificaties van hun kantoor- en cloud-opslagsystemen ten onrechte niet openbaar zijn voor rechtzoekende  waardoor appellant vertrouwelijke dossierstukken moet  aanreiken t.b.v. Rotterdamse aan rechtsbijstand verlenende advocaten terwijl hij niet weet hoe en wie de achterdeursleutel van die opslagsystemen beheert en bewaakt. Appelant merkte op dat het niet was gebleken dat de deurwaarders en advocaten daarover zijn bevraagd door B. en W. van Rotterdam..

  

De appellant gaf aan zich niet aan de indruk te onttrekken dat mogelijk wordt getracht om  kartelvorming van deurwaarders te verbergen. Waarom doet B. en W. geen onderzoek bij die geheimhouders ?

.

De Autoriteit Persoonsgegevens waarschuwt publiekelijk dat  burgers en ondernemers zichzelf onvoldoende bewust zijn van de risico's van algoritmes en kunstmatige intelligentie. Door AI liggen desinformatie, privacy-overtredingen en discriminatie op de loer.

 

Ter zitting werd door de gemachtigde van Rotterdam niet weersproken dat slechts de heft van de aanwezige sukken was overgelegd doch legde de schuld daarvan bij de deurwaarderssystemen.

 

De vraag die open blijft staan of de beslagleggers die in opdracht van advocaten namens partij Rotterdam optreden dit wel of niet terugkoppelen naar hun opdrachtgever. Slechts helft van de dossierstukken betekent dat de andere helft zweeft in het digitale heelal, en dat dient te leiden tot opheffing van alle beslagen.

 

Vreemd is dat nu de helft van de stukken er niet (meer) is. De vraag is dan ook wat dan de reden is van B. en W. waarom zij geen melding hebben gedaan van datalekken bij de Autoriteit Persoonsgegevens

 

Op vragen van Staatsraad Mr. Daalder kon gemachtigde van Rotterdam geen antwoord geven

Het algemeen openbaarheidsbelang staat voorop en B. en W. kan zich daar niet aan onttrekken. Een zichzelf respecterend bestuursorgaan heeft zijn archief op orde.waren de laatste woorden van appellants pleidooi.

 

Uitspraak binnen 6 weken !

 

Zie ook

 
https://emls.webnode.nl/news/den-haag-rotterdam-haaksbergen-meervoudige-kamer-afd-rechtspraak-raad-van-state-verklaart-een-hoger-beroep-in-een-opmerkelijk-rotterdamse-zaak-vanaf-2006-gegrond-parallellen-met-de-enschedese-vuurwerkrampzaak1/