Dossier Vuurwerkramp // (14 ) Destructie door Advocaat-generaal

10-11-2018 10:34

Mei-Memo (27.5.2002). Beide klokkenluiders Paalman en De Roy van Zuydewijn zien met lede ogen de aandachtsvestiging, het parallelle onderzoek, de arrestatie en de verlenging gevangenhouding van de verdachte André de Vries met behulp van ongeoorloofde bewijstechnieken. De Vries dreigt te worden veroordeeld. Als dan een nieuwe korpschef aantreedt benaderen zij hem en delen zij hun zorgen met hem over de gebrekkige rechtsgang. De nieuwe korpschef nodigt hen uit om hun bezwaren op papier te zetten, persoonlijk aan hem, zonder terughoudendheid en zonder formele bewoordingen. Dit wordt het zogeheten Mei-Memo. Snel in emotionele bewoordingen op papier gezet, maar in veilige handen bij de korpschef. Tenminste, daar dachten zij op te kunnen vertrouwen. De Korpschef overhandigt dit persoonlijk en vertrouwelijk bedoelde Mei-Memo echter, zonder voorafgaand overleg met de melders, aan de leiding van het Tolteam en ook aan het Openbaar Ministerie. In de daaropvolgende bijeenkomst tussen de melders en de betrokken leiding en het OM worden zij beschuldigd van deloyaal gedrag. Toch belooft men nog eens naar de klachten te zullen kijken. (PvB: waarmee beide melders zich verder koest houden in de hoop op correctieve actie.)

 

Veroordeling (22.8.2002). De klokkenluiders horen echter niets meer van de leiding. Het ontoelaatbare bewijs blijft gewoon in het procesdossier, waaronder een getuigenverklaring die meinedig is (het OM weet dat). André de Vries wordt op basis daarvan veroordeeld tot 15 jaar onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Uit mijn review zal achteraf blijken dat De Vries niets, maar dan ook helemaal niets met de ramp te maken heeft gehad. De beide melders staan nu voor een verlammende keuze. Het erbij laten zitten is nauwelijks een optie, maar nog verder gaan dan de korpschef betekent zeker grote problemen. Zij vragen voorzitter Joop Vogel van hun politievakbond (ACP) om raad. Die gaat nogmaals met de korpschef praten en hij zorgt er voor dat beiden een advocaat krijgen toegewezen, mr. John Peters.

 

Proces-verbaal (29.11.2002). De advocaat raadt beide melders aan om hun bezwaren officieel vast te leggen in een ambtsedig opgemaakt 'Proces-verbaal van Verrichtingen en Bevindingen'. Dat doen zij en dit proces-verbaal gaat naar de korpschef.

 

Advocaat-generaal (14.1.2003). De korpschef vraagt aan de advocaat-generaal van het gerechtshof Arnhem waar het hoger beroep dient van alle strafzaken van de ramp, om naar de aantijgingen van beide melders te kijken. De korpschef geeft echter aan de advocaat generaal alleen het kwetsbare Mei-Memo, dat als persoonlijke notitie voor hem was bedoeld. Het veel sterkere officiële proces-verbaal stuurt hij niet naar de advocaat-generaal. Deze zegt naar het Mei-Memo te hebben gekeken met het oog op de waarheidsvinding (??) en concludeert dat beide melders niet goed op de hoogte zijn, te snel conclusies trekken en zaken suggereren zonder onderbouwing. Hij ziet geen enkele aanleiding tot bijsturing of nader onderzoek. (PvB: In mijn reviewrapport fileer ik de zogenaamde 'weerlegging' van de advocaat-generaal; er blijft niets van over.)

 

Regiezitting: Het voorspel (17.1.2003). Dit is een dramatische episode uit het dossier. De advocaat van beide melders (mr. Peters) wil in het belang van zijn cliënten niet dat zij zelf contact zoeken met de advocaat-generaal (AG), door rechtstreeks, met passeren van de korpschef, aan de advocaat-generaal het formele proces-verbaal te geven, dat een veel objectievere weergave is van de beschuldigingen. De advocaat van S.E. Fireworks directeur Bakker (mr. Plasman) krijgt echter rond 17 januari 2003, via een lek bij justitie, de 'weerlegging' van de advocaat-generaal in handen. Hij vraagt aan het OM om de beide klokkenluiders Paalman en De Roy van Zuydewijn als getuigen toe te laten en schrijft tevens een commentaar op de 'weerlegging' van de advocaat-generaal. De advocaat-generaal wil beide melders echter niet als getuigen bij het Hof en wijst dit verzoek af. Hij schrijft mr. Plasman dat de kritiek van beide klokkenluiders een misverstand is en dat hij (AG) deze heeft kunnen weerleggen. Ook schrijft de AG dat beide klokkenluiders afzien van verdere actie. De AG weet echter nog niet dat mr. Plasman deze 'weerlegging' reeds in zijn bezit heeft en er inmiddels een commentaar op heeft geschreven. Mr. Plasman checkt bij zijn collega mr. Peters of het klopt wat de AG stelt. Mr. Peters verzekert hem echter dat beide klokkenluiders na beraad wel degelijk willen doorzetten met hun melding en zeker gehoor zullen geven aan een getuigenoproep.

 

Regiezitting Hof: De verrassing (24.1.2003). Bij aanvang van de regiezitting van het Hof vraagt mr. Plasman het woord. Hij overhandigt, tot verrassing van het OM, de korpsleiding en het Hof, aan het Hof het ambtsedig opgemaakt proces-verbaal van beide klokkenluiders en hij overhandigt daarbij zijn commentaar op de door de advocaat-generaal geschreven 'weerlegging' van de meldingen van beide klokkenluiders. Het Hof blijkt niet bekend met deze stukken en schorst onmiddellijk de zitting om opheldering te vragen aan de advocaat-generaal. Bij hervatting draagt het Hof de advocaat-generaal op de ontbrekende stukken alsnog toe te voegen aan het gerechtsdossier. (PvB: Hieruit blijkt dat de advocaat-generaal niet alleen de beide klokkenluiders had willen weghouden als getuigen, maar ook dat hij daartoe zelfs, voor de rechtspleging essentiële, stukken heeft achtergehouden voor het gerechtshof. Toch is van dit ernstige incident niets naar buiten gekomen, niet door het OM en niet door het voorlopig arrest van 7 februari, waarin Paalman en De Roy van Zuydewijn, na aandringen door de verdediging van alle aangeklaagden, toch door het Hof als getuigen worden opgeroepen.)

 

Brief aan minister Donner (28.1.2003). Het is op dit punt dat mr. Plasman zich genoodzaakt ziet om in zijn brief aan minister Donner, met een weergave van alle door beide melders gerapporteerde misstanden, te vragen om een rijksrechercheonderzoek. Ondanks de ernst van de weergegeven meldingen én het feit dat het OM heeft geprobeerd stukken achter te houden, doet justitieminister Donner hier kennelijk helemaal niets mee.

Getuigenverklaring klokkenluiders (13.3.2003). In weerwil van de korpsleiding en het Openbaar Ministerie leggen de beide melders Paalman en De Roy van Zuydewijn voor het gerechtshof uitgebreide getuigenverklaringen af over de ondeugdelijkheid van de door het Openbaar Ministerie aangevoerde bewijzen tegen André de Vries. Dat is ook precies wat het Hof later zal concluderen: André de Vries wordt op 12 mei 2003 vrijgesproken omdat het bewijs van het OM ondeugdelijk is gebleken.

 

Bureau Interne Zaken (16.11.2003). Het Bureau Interne Zaken gooit roet in het eten. Ondanks de intentie van de korpsleiding en het OM om de beide klokkenluiders uit te schakelen, stuit het BIZ op sterke aanwijzingen dat de rechterlijke macht inderdaad is misleid door politie en OM. Zij worden van het onderzoek gehaald en nu wordt de rijksrecherche wél ingeschakeld.

 

Rijksrecherche: een doofpot. In het volgende artikel zal uitvoerig worden stilgestaan bij de ongelooflijke flaters die door de rijksrecherche zijn geslagen tijdens de uitvoering van hun onderzoek. Aangetoond wordt ook dat zij tegen de opdrachtformulering in eenzijdig hebben toegewerkt naar het vinden van een basis voor strafrechtelijke vervolging van de beide klokkenluiders.

 

Bron: PvB

https://www.linkedin.com/pulse/14-destructie-door-advocaat-generaal-paul-van-buitenen/

 

Zie ook

 

https://rudibakker.nl/

 

https://devuurwerkramp.nl/

 

https://emls.webnode.nl/nieuws/

 

================================

EMLS

Utrecht / Haaksbergen, 10 november 2018