Dossier Vuurwerkramp // (38) IFV-onderzoek blusvoorschriften

10-09-2019 13:35

Op verzoek van minister Grapperhaus van Justitie & Veiligheid onderzoekt het Instituut Fysieke Veiligheid (IFV) de geldende blusinstructie die de brandweer moet volgen bij een brand in een opslagplaats voor vuurwerk. Zie de Kamerbrief. https://drive.google.com/file/d/0Bw5hHzaS1iM8NGc0WGExaW1hX25zeVZ2OU0zd0xfRUQ5Q1Bj/view

 

Inmiddels is het IFV-onderzoeksrapport bijna klaar. Het wordt 30 september aan minister Grapperhaus aangeboden. Aangezien ik bij dat onderzoek door het IFV geïnterviewd ben, mocht ik commentaar leveren op het concept van hoofdstuk-3 uit het eindrapport.

 

Graag maak ik mijn contacten op LinkedIn deelgenoot van de ervaringen bij dat IFV-onderzoek. Het is een kijkje in de keuken van 'deskundigenonderzoek' dat zich afspeelt binnen een door de overheid bepaalde tunnelvisie. Mijn reactie aan het IFV (23 blz.) is echt het lezen waard. Zie de brief aan het IFV van afgelopen weekend. https://drive.google.com/file/d/19Ww4X0EJoKBs-Nv4oXHQ9sT9Cxv04vRh/view Hieronder een korte impressie.

 

Blusinstructie levensgevaarlijk.

 

De Nederlandse blusinstructie betreffende de bestrijding van brandend vuurwerk binnen een vuurwerkopslagplaats is levensgevaarlijk. In de plaats van de in het buitenland gebruikelijke voorzichtigheid, moet de brandweer in Nederland een brand in een vuurwerkopslag te lijf gaan met water. Deze blusinstructie is gebaseerd op verkeerde uitgangspunten:

 

* Als zou eenmaal brandend vuurwerk nog te blussen zijn met water. Dat is niet zo. Eenmaal brandend vuurwerk brandt zelfs door bij onderdompeling.

 

* Als zouden sprinklers binnen een afgesloten opslagruimte bij eenmaal brandend vuurwerk goed zijn. Dat is niet zo. Sprinklers verhogen het risico op een

explosie wanneer er water op brandend vuurwerk komt in een afgesloten ruimte. Sprinklers hebben alleen zin in ruimtes waar nog geen vuurwerk brandt.

 

* Als zou de gevarenclassificatie van vuurwerk in Nederland een goede leidraad zijn voor de brandweer. Dat is niet zo. In Nederland wordt de brandweer

verleidt te gaan blussen omdat klasse 1.4 ongevaarlijk zou zijn. In de ons omringende landen worden niet voor niets strengere normen gehanteerd.

 

* Als zouden de deuren van een vuurwerkopslag voldoende drukontlasting geven. Dat is niet zo. Het RIVM en de brandweer gaan uit van een fictie als zou

door de toepassing van drukontlasting door de deur de richting van de uitworp voorspeld kunnen worden.

 

* Als zou de explosiviteit van vuurwerk alleen bepaald worden door de chemische samenstelling van het vuurwerk. Dat is niet zo. De wijze van opslag: 

Opsluiting, vullingsgraad, temperatuur, vochtigheidsgraad, ventilatie en turbulentie, is zeker zo belangrijk voor de mogelijkheid van een zware explosie.

 

* Als zouden de Nederlandse advies- en onderzoeksinstanties deskundig zijn. Dat is niet zo. Het gebrek aan inzicht blijkt bijvoorbeeld uit het willekeurige

gebruik van het begrip ‘massa-explosie’ en het niet betrekken van de mogelijkheid van secundaire explosies (gas/damp/stof) in de analyse van vuurwerkexplosies.

 

IFV niet onafhankelijk

 

Tijdens het onderzoek van het IFV blijkt regelmatig dat zij niet onafhankelijk zijn en dat hun onderzoek zich binnen de beperking van een tunnelvisie afspeelt waarbij maar één uitkomst mogelijk is: 'De huidige blusinstructie is voldoende en behoeft geen bijstelling.'

 

De waarnemend commandant van de gemeentebrandweer Enschede tijdens de ramp, Stephan Wevers, is al jaren de voorzitter van de raad van brandweercommandanten van Brandweer Nederland. In die hoedanigheid is hij de eerstaangewezen adviseur van de minister van Veiligheid en Justitie op het onderhavige beleidsterrein. Zie brief Grapperhaus aan Wevers. 

 https://drive.google.com/file/d/0Bw5hHzaS1iM8UWhtV2VwbnhfS1k0WEFaRWpTWkxiZEdBQTNn/view     

 

De bestuursvoorzitter van het IFV is de huidige burgemeester van Enschede Onno van Veldhuizen. Hij probeert de Enschedese gemeenteraad te weerhouden van nader onderzoek naar mijn bevindingen. Tot nu toe met succes.

 

Het IFV verandert zelfs de setting van het door hen uitgevoerde onderzoek in overleg met het ministerie van Justitie en Veiligheid.

 

Uit de met de geïnterviewden gehouden expertsessie is gebleken dat de brandweer de kennis niet heeft om het probleem vuurwerk van de nodige wettelijk verplichte en exclusief aan de brandweer toebedeelde brandweerzorg te voorzien. Vertegenwoordigers van de brandweer geven zelf ruiterlijk toe dat zij de daartoe benodigde expertise ontberen.

 

De Vuurwerkramp: een loden last

 

Een belangrijke hinderpaal daarbij is de historische last van het brandweeroptreden tijdens de Vuurwerkramp 13 mei 2000 in Enschede. De verwijtbare gedragingen van de Nederlandse overheid en van de aangewezen adviserende instanties moesten buiten schot blijven. De strafrechtelijke veroordeling van het Enschedese bedrijf S.E. Fireworks werd geforceerd en was in strijd met de eerdere bevindingen uit de vuurwerkramp in Culemborg.

 

De huidige regelgeving is in essentie niet veranderd t.o.v. de regelgeving ten tijde van de Vuurwerkramp. 

In bijna alle gevallen was ten tijde van de ramp de vuurwerkpraktijk in het buitenland veiliger dan in Nederland. Dit is nog steeds zo. Dat in Nederland de brandweer een brand in een vuurwerkopslagplaats als routine blusactie (sic!) moet beschouwen en met een onwerkzaam blusmiddel moet blussen is een regelrechte schande. Zeker na de eerdere rampen in Culemborg en Enschede.

 

Bron : PvB

https://www.linkedin.com/pulse/38-ifv-onderzoek-blusvoorschriften-paul-van-buitenen

https://twitter.com/PaulvanBuitenen/status/1171171380269854722

 

Zie ook :

https://rudibakker.nl/

en zie   :

https://t.co/o1fWdcZa0D

https://twitter.com/hashtag/vuurwerkramp

en

https://emls.webnode.nl/news/dossier-vuurwerkramp25/

 

=================================

EMLS

Utrecht / Haaksbergen, 10 september 2019