Dossier Vuurwerkramp // ( 40.) Ná de aangifte: update! (8 nov.'19)

09-11-2019 08:14

Dit is de eerste van een reeks van twintig artikelen die in de steigers staan, over de achtergronden van de aangifte die ik samen met drie belanghebbenden deed op maandag 28 oktober 2019 bij de politie Enschede. Deze artikelen laten het vervolg zien dat nodig is om de strafbare feiten Vuurwerkramp Enschede daadwerkelijk boven water te krijgen en daarmee te voorkomen dat het Openbaar Ministerie langs de gebruikelijke weg van seponering van de aangifte een nader onderzoek kan ontvluchten.

 

Artikel 41: Hoe en waarom aangifte (gepubliceerd 3 nov 2019)

De keuze van de aangevers.

Opsomming van de strafklachten.

Verplichting tot het doen van aangifte gelet op de aard van de strafbare feiten en de wetenschap.

De doelstelling van de aangifte.

De timing en de reden van de aangifte.

Waarom er naast vervolgbare feiten ook niet (meer) vervolgbare feiten worden opgevoerd.

Bestaande overheidsrapportages zijn nu ontkracht.

Nieuwe situatie door de review.

Vervolging Overheid: Eerste en Tweede Kamer.

Deze aangifte tegen de overheid kent andere uitgangspunten.

Vervolging overheid bij nagelaten wettelijke taken.

Vervolging overheid: Inbreuk op het EVRM, het recht op een eerlijk proces.

Vervolging overheid bij strafbaar werkgeverschap.

Vervolging van de overheid bij ondermijning van de Staat.

Artikel 42: Ministers en departementen – Daders (1)

Dit is het eerste artikel uit een lange reeks, waarbij wordt ingegaan op de in de aangifte met name genoemde daders en de gedragingen waarvoor zij (direct) verantwoordelijk zijn. Het artikel ‘Daders (1)’ betreft de volgende departementen en bewindspersonen:

 

Ministerie van VROM

Minister Jan Pronk (VROM - PvdA)

Ministerie van Verkeer & Waterstaat

Minister Tineke Netelenbos (V&W - PvdA)

Ministerie van Defensie

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Minister Klaas de Vries (BZK - PvdA)

Minister Johan Remkes (BZK - VVD)

Ministerie van Justitie (en Veiligheid)

Minister Piet-Hein Donner (Justitie - CDA)

Minister Ivo Opstelten (Veiligheid en Justitie - VVD)

Minister Ferd Grapperhaus (Justitie en Veiligheid - VVD)

Artikel 43: Openbaar Ministerie – Daders (1)

Hoe het kan dat dertien (hoofd)officieren van justitie, afkomstig uit vijf verschillende arrondissementen, allemaal persoonlijk de fout ingaan bij de onderzoeken naar de Vuurwerkramp.

 

Artikel 44: College van procureurs-generaal – Daders (2)

Het college van Pg’s is de schakel tussen de politiek (de minister van justitie) en het Openbaar Ministerie. Als er regie heeft plaatsgevonden van de politiek op het strafrechtelijk onderzoek, dan is dat gelopen via dit toporgaan van het OM. Dit artikel loopt een aantal details na van de gedragingen van de vier voorzitters van het college Pg’s in dit dossier.

 

Artikel 45: Korps Nationale Politie – Daders (3)

Hoe het politiekorps Twente zich aan de hand van het OM met de Vuurwerkramp bezighield. Het tot dan toe grootste naoorlogse politieonderzoek is vastgelegd in het eerste volledig gedigitaliseerde strafrechtelijk dossier. De fouten en misdragingen, de meldingen van misstanden en de afrekening met de klokkenluiders.

 

Artikel 46: KMar, rijksrecherche, landsadvocaat – Daders (4)

Hoe de Koninklijke Marechaussee vergat om de strafbare feiten van defensie op te tekenen. De rijksrecherche werd ingehuurd voor een specialisme, het kwistig hanteren van de doofpotkwast. De landsadvocaat heeft met de waarheid niets te maken.

 

Artikel 47: De gemeente Enschede – Daders (5)

Als er een onderdeel van de overheid strafrechtelijk vervolgd had kunnen worden, dan was het de gemeente Enschede wel. Zelfs op basis van onvolledig onderzoek leefde er binnen het Tolteam van de politie Twente de overtuiging dat de gemeente vervolgd kon worden. Het OM stak daar een stokje voor, maar bracht dit pas naar buiten toen de plaatsvervangende schuldigen panklaar waren. En er was nog veel meer …

 

Artikel 48: De leiding van de brandweer – Daders (6)

Het meest controversiële onderdeel van dit dossier: de rol van de leiding van brandweer. Kernvraag is of het overlijden van de vier brandweerlieden was voorkomen indien de leiding van de brandweer, zowel in het voortraject, als tijdens de ramp, adequaat had opgetreden. Een beoordeling achteraf mag daarbij niet tegen onrealistisch hoge eisen gebeuren. De review laat zien dat er voldoende aanwijzingen zijn dat het overlijden inderdaad voorkomen was indien de leiding van de brandweer gewoon haar werk had gedaan. En daarom verdient dit nader onderzoek. Een onderzoek dat kort na de ramp had moeten plaatsvinden, maar dat werd tegengewerkt door de overheid en dus door het OM, die haar ontstaan dankt aan dienstbaarheid naar de overheid.

 

Artikel 49: Tweede Kamer – Daders (7)

De Tweede Kamer heeft zich in de luren laten leggen door de verantwoordelijke bewindslieden, met name minister Donner. Dit heeft de Kamer aan zichzelf te danken door een onverkwikkelijk moment van zelfcensuur dat is vastgelegd. Slechts één Kamerlid hield uiteindelijk haar rug recht, maar vermocht niets meer.

 

Artikel 50: Commissie Onderzoek Vuurwerkramp – Daders (8)

De verwachtingen rond deze 'onafhankelijke' Commissie Onderzoek Vuurwerkramp waren te hoog gespannen. Nooit heeft deze commissie Oosting ook maar iets van de waarheid dichterbij gebracht. Van onafhankelijkheid was geen sprake. Onbevoegd werd de schuld uitgesproken. Er werden lessen vergeten en andere lessen verzonnen. Contra-expertises zijn gefingeerd. Alles ten dienste van 'Ordnung muss sein', oftewel: de regelgeving in Nederland is in orde en een ramp kan alleen ontstaan bij inbreuken op die regelgeving.

 

Artikel 51: Inspectie Brand- en Rampenbestrijding – Daders (9)

Dit artikel biedt een aardig inkijkje in het destilleren van een geschikt rampscenario uit getuigenverklaringen die dit niet zeggen. En hoe dat de grootste schade kon ontstaan ná de explosies.

 

Artikel 52: Crisis Onderzoek Team – Daders (10)

Deze onderzoeksclub van de universiteit Leiden is van alle markten thuis. Wanneer de lokale overheid met de handen in het haar zit komen de jongens (en meisjes) van het COT de handen vasthouden. In Enschede deden zij dat maar liefst gedurende een jaar na de ramp, waarbij en passant ook een onvolledig archiefonderzoek werd verricht binnen de gemeentearchieven van Enschede.

 

Artikel 53: Nederlands Forensisch Instituut – Daders (11)

Het NFI heeft een hoofdrapport opgeleverd dat op onwetenschappelijke wijze is opgesteld. Er is selectief gebruik gemaakt van bewijsmateriaal en er is kennelijk toegewerkt naar een tevoren bepaalde uitkomst van het onderzoek.

 

Bij het hoofdstuk over het NFI is gebruik gemaakt van een, op verzoek van een van de aangevers, opgestelde analyse van het technisch onderzoek verricht door ex-brandweer officier Fred Vos. Ingegeven door een na de aangifte geëscaleerd verschil van inzicht, verlangt Fred Vos nu dat alle gedeeltes afkomstig uit zijn rapport worden verwijderd uit de reviewrapportage. Indien ik hier aan tegemoet kom gaat dit m.i. ten koste van de kwaliteit van dit hoofdstuk en van het gedeelte over de gemankeerde brandweerzorg. Fred Vos maakt m.i. een aantal belangrijke observaties over de werkwijze van het NFI. Daarom heb ik zijn rapportage opgenomen in de reviewrapportage. En daarom vind ik het nodig om eerst juridisch advies in te winnen om te bekijken of ik voorrang kan blijven geven aan een zo objectief mogelijke waarheidsvinding, of dat ik toe moet geven aan het verlangen van Fred Vos.

 

Artikel 54: Toegepast Natuurwet. Onderzoek – Daders (12)

Hoe TNO maatwerk levert voor de opdrachtgevers. Voor het Openbaar Ministerie is de wens het verkrijgen van inbreuken op de regelgeving (vergunning). Het was dus gewenst om de explosies te wijten aan 'Te-veel-en-te-zwaar' vuurwerk. Echter om tegelijkertijd bij de Europese Commissie 2 miljoen euro subsidie te krijgen, beweert TNO het tegenovergestelde, namelijk dat de explosies niet zijn te verklaren uit het aanwezige vuurwerk. Ook worden er leugens verzonnen om minister Remkes van argumenten te voorzien bij het smoren van een dreigende opstand van de brandweer over de blusregels bij brand in een vuurwerkopslagplaats.

 

Artikel 55: Onderzoeksraad Integriteit Overheid – Daders (13)

Hoe de OIO is opgericht als schaamlap voor de ernstig gemankeerde behandeling van klokkenluiders in Nederland. En hoe klokkenluider Jan Paalman zijn neus stoot wanneer hij vol goede moed een melding doet van misstanden bij die OIO waar voormalig voorzitter Harm Brouwer van de procureurs-generaal de scepter zwaait.

 

Artikel 56: Nationale Ombudsman – Daders (14)

Hoe de heer Brenninkmeijer zich door het college van procureurs-generaal in de luren liet leggen, terwijl hij met zijn gedachten al bij een mogelijke benoeming in Luxemburg zat, waar hem een prestigieuze benoeming als het Nederlands Lid van de Europese Rekenkamer stond te wachten.

 

Artikel 57: Rechtbank Almelo – Daders (15)

De rechtbank Almelo volgde het OM klakkeloos in het onrechtmatig verkregen bewijs voor de schuld van een 'brandstichter' en veroordeelde een onschuldige tot 15 jaar cel. Ook tegen het vuurwerkbedrijf voerde het OM vals bewijs op. Daarin stelde de rechtbank zich iets kritischer op en wenste niet mee te gaan in de OM-eis tot 'Dood-door-schuld'. Hoewel de rachtbank tot eigen onderzoek kan besluiten werd hiervan geen gebruik gemaakt, ondanks uitdrukkelijk en gemotiveerd verzoek daartoe van de verdediging.

 

Artikel 58: Gerechtshof Arnhem – Daders (16)

Het gerechtshof Arnhem gaf uiteindelijk gehoor aan de oproep tot verhoor van de beide kritische rechercheurs, onder gelijktijdige afwijzing van vele andere getuigen. Op basis van hun beider getuigenverklaring voor het Hof werd de onschuldig veroordeelde 'brandstichter' alsnog vrijgesproken. Bij het vuurwerkbedrijf ging het Hof echter de fout in. De OM-eis van 'Dood-door-schuld' werd alsnog ingewilligd door het Hof, dat geen enkele kritische zin aan de dag legde t.a.v. de OM-bewijsvoering.

 

Artikel 59: Hoge Raad – Daders (17)

De Hoge Raad verliet zich tot drie keer toe en veel te gemakkelijk op bestaande rapportages van TNO, NFI en rijksrecherche. Rapportages die nu fout blijken te zijn. Er heerst bij de Hoge Raad een natuurlijke weerstand tegen het toelaten van herzieningen van eerder uitgesproken strafvonnissen, waarbij een enge interpretatie van het begrip 'nieuw feit' de nadruk legt op een aangenomen onfeilbaarheid van de rechterlijke macht. Een fundamentele fout in ons rechtssysteem.

 

Artikel 60: Raad van State – Daders (18)

De Raad van State is de hoeksteen van het inperken van Openbaarheid van Bestuur. Zelfs wanneer de bestuursrechter in eerdere instantie spreekt van de noodzaak van openbaarmaking van stukken in het geval van toetsing van kritiek op de juistheid van strafvervolging, blokkeert de Raad van State iedere openbaarmaking.

 

Artikel 61: Het vervolg op de aangifte

Tot nog toe was het altijd gebruikelijk dat de aangevers van door de overheid verrichte strafbare feiten braaf af gaan wachten tot het moment waarop het Openbaar Ministerie een beslissing neemt over het seponeren van de aangifte dan wel het openen van een strafrechtelijk- of (oriënterend) feitenonderzoek. In 2000 wachtte iedereen op de uitkomsten van de commissie Oosting. In 2001 en 2002 wachtte men op de vervolgingsbeslissingen van het OM. In 2003 was Advocaat-generaal mr. WELSCHEN aan zet voor het Openbaar Ministerie. Daarna was het zeven jaar wachten totdat het OM een reeks van drie oriënterende feitenonderzoeken opende, allen zonder opsporingsbevoegdheden en deels met een onrechtmatige bemanning. Dit alles onder regie van het college van Pg’s, met als resultaat het ‘kalt te stellen’ van alle nieuwe aanwijzingen over de ramp en de strafvervolging.

 

In Volendam hebben de nabestaanden en de slachtoffers van de Nieuwjaarsbrand 2001 zich door het OM zo geïntimideerd gevoeld, dat zij geen strafvervolging meer konden vragen.

 

Daarom gaan we het nu anders doen. Dat moet ook, want de strafaangifte handelt over het disfunctioneren van het Openbaar Ministerie zelf. Dus afwachten of datzelfde OM zichzelf gaat onderzoeken is een niet te adviseren bezigheid, zo vlak voor de twintigste gedenkdag van de ramp (13 mei 2020).

 

Daarom gaan de aangevers het vervolg op de strafaangifte zelf mede bepalen. Het Openbaar Ministerie moet weten dat het de aangevers ernst is en dat we deze keer door gaan drukken. De aangifte is geen laatste strohalm zoals een journalist het mij in de mond wilde leggen, maar een geroest breekijzer dat we noodgedwongen steeds dieper in de etterende wonde gaan wringen. Daarbij mogen we niet wijken voor de stank die daarbij vrijkomt. Er is een plan ontworpen dat voorziet in een geleidelijke verhoging van de druk om de waarheidsvinding van de Vuurwerkramp te stimuleren. Kern van dit plan is een gefaseerde openbaarmaking van de onderliggende bewijzen achter de aangifte. En als het aan mij ligt ook nog een aantal surprises die niemand kon voorzien.

 

Bron : PvB

https://www.linkedin.com/pulse/40-vervolg-op-aangifte-vuurwerkramp-paul-van-buitenen

 

Zie ook

https://twitter.com/rudibakker

 

en

{ ... ]