Dossier Vuurwerkramp // Beroep van inwoner van Enschede inzake wetgeving en classificatiesystemen tegen een Ministerie gegrond verklaard door Rechtbank Overijssel
De inwoner vroeg via rechtsgevolg gericht rekest aan het de betreffende minister om transparantie middels openbaarmaking van documenten betreffende de vuurwerkrampen van Culemborg (1991) en Enschede (2000)
De minister heeft de zaak wettelijk verdaagd doch daarna geen beschikking genomen op het rekest. Vervolgens werd de minister ingebreke gesteld doch toen een beschikking wederom achterwege bleef heeft de Enschedese inwoner rechtsreeks beroep ingesteld wegens weigering te beschikken.
Hangende die procedure heeft de minister medegedeeld dat er wel stukken zijn maar niet digitaal beschikbaar zodat handmatig moet worden gezocht in een depot die zich buiten het ministerie bevind.
In het verdere verloop van de procedure gaf de minister op 9 juni te kennen dat er inmiddels 110 archiefdozen met daarin gemiddeld circa 250 documenten zijn geselecteerd maar dat nog niet vaststaat of deze onder het WOB-rekest vallen doch dat deze documenten wel beoordeeld zullen moeten worden.
De rechtbank heeft de termijn waarbinnen de minister uiterlijk moet beschikken afgebakend gesteld op uiterlijk negen maand. Deze termijn werd mede gebaseerd op de de moeilijkheidsgraad vanwege de corona-virus bij de handmatige doorzoeking/selectie van de vrijgevallen stukken.
De inwoner werd bijgestaan door de Haaksbergse Rechtspraktijk BAWA doch deze weigert enige reactie te geven omdat de minister aan zet is.
Zie ook
en
============================
EMLS
Utrecht / Haaksbergen, 26 juni 2020