Dossier Vuurwerkramp // (PvB) Conclusies Review Vuurwerkramp

11-05-2020 14:54

1. Aantal slachtoffers en omvang schade

Op zaterdag 13 mei 2000 vond tussen 14u45 en 15u40 een verschrikkelijke ramp plaats in de wijk Roombeek te Enschede. De opslagplaatsen, van het in een woonwijk [1] gevestigde bedrijf S.E. Fireworks v.o.f., explodeerden na een inleidende brand. In die opslagplaatsen, die niet vol waren, lag in totaal 120 ton (evenementen)vuurwerk [2], dat volgens de regels als subklasse 1.4 (geen explosiegevaar) was geclassificeerd. Een hele stadswijk werd van de aardboden weggevaagd. Dat er 'maar' 23 doden en 947 gewonden vielen, was te danken aan de weersomstandigheden, het weekend en Moederdag [3]. Dat de materiële schade daarentegen wél heel groot was, lag niet aan de explosies, maar aan de oppervlaktebrand die een uur na de explosies in volle omvang was ontstaan [4].

 

2. Interdepartementale crisisstructuur

Uit departementale notities komt een reflex van verdediging en ingraven naar voren. Meteen na de ramp wordt een interdepartementale crisisstructuur in het leven geroepen [5]. Topambtenaren van de meest betrokken ministeries [6] spreken daar met elkaar af hoe het staatsbelang het beste is gediend, ofwel hoe de overheid in de luwte gehouden wordt. Onder leiding van Binnenlandse Zaken (BZK) vindt de coördinatie plaats van: Informatieverschaffing aan de Tweede Kamer, het strafrechtelijk onderzoek, de opdrachtverlening aan de rijksinspecties, de creatie van een speciale onderzoekscommissie en het aan banden leggen van de Wet Openbaarheid Bestuur (WOB).

 

3. Rol van de rijksoverheid

De ambtelijke top realiseert zich heel snel dat de regelgeving betreffende vuurwerk in Nederland slechter is dan in het buitenland. Dit heeft vooral betrekking op het te licht classificeren van vuurwerk bij opslag [link], maar ook op de vestiging van vuurwerkinrichtingen bij een woonwijk en de wijze van blussen van eenmaal brandend vuurwerk door de brandweer. Een oorzaak is de loopgravenoorlog tussen twee ministeries in verband met de overheveling van vuurwerkregelgeving van V&W (die het afstoot) naar VROM (die het nog niet overneemt), waardoor er gaten vallen [7].

 

4. Rol gemeente Enschede

Op gemeentelijk niveau is alles fout wat er fout kan gaan. De milieuvergunning is niet in orde. De brandweer heeft bovendien geen advies kunnen geven. Controle en handhaving, voor zover nog mogelijk op basis van een foutieve vergunning, worden niet uitgevoerd. De bemanning van de milieudienst blijkt totaal onbekwaam [8] en niet in staat tot controle. Het vuurwerkbedrijf wil verhuizen naar het buitengebied, maar wordt door de gemeente, op foute gronden, tegengehouden. De brandweer is niet voorbereid op een vuurwerkbrand, terwijl er drie grote vuurwerkbedrijven in de stad zijn gevestigd [9]. De gekozen inzetmethode tijdens de ramp is verkeerd [10]. De Aangebrachte gevarenaanduidingen worden genegeerd [11]. De deuren van de opslagplaatsen worden geopend en het belang van de bestrijding van de branden buiten het terrein wordt onderschat [12]. Burgemeester Mans besluit zijn lot te verbinden aan het oordeel over de brandweer. Dit heeft invloed op het strafrechtelijk onderzoek en het kunnen aanblijven van bewindslieden.

 

5. Strafvervolging in tunnelvisie [13]

Het Openbaar Ministerie, onder aansturing van Justitie en het College van Procureurs-generaal (Pg's), neemt als uitgangspunten van de strafvervolging een goede Nederlandse regelgeving, een juiste classificatiemethodiek, een acceptabele vergunning en een goed optreden van de brandweer. Bij zulke uitgangspunten kan de ramp kan alleen worden verklaard door inbreuken op die regelgeving. Dus moet er een brandstichter zijn of moet het vuurwerkbedrijf de vergunningvoorschriften niet hebben nageleefd. Deze tunnelvisie wordt door het merendeel van Tolteam en OM gevolgd. Twee rechercheurs [14] zien de neiging van het Tolteam en OM om systematisch richting schuld van een brandstichter te redeneren. Belastend bewijs wordt kunstmatig in leven gehouden, ontlastend bewijs wordt achtergehouden. Maar ook op hoger niveau is er verschil van inzicht. Met name de milieupoot binnen het Tolteam slaagt erin de leiding en zelfs het OM Almelo ervan te overtuigen dat de gemeente Enschede strafrechtelijk vervolgd moet worden. Een verzoek van de hoofdofficier tot strafvervolging van de gemeente Enschede wordt echter door het College van Pg's categorisch afgewezen. De gemeente mag niet worden vervolgd. Het College Pg's ontkent glashard het OM Almelo ooit een opdracht te hebben gegeven.

 

6. Complottheorieën

De Enschedese bevolking wordt van dit alles onkundig gehouden. Zij blijven zitten met de vraag hoe het kan dat een vuurwerkopslag, met vergunning gevestigd in een woonwijk, zó gigantisch kan exploderen. Bij gebrek aan waarheidsvinding geeft dit aanleiding tot speculaties over illegaal vuurwerk met enorme afmetingen, stiekem opgeslagen militaire mijnen, of de aanwezigheid van een Gladio staybehind opslagplaats [15]. Deze geruchten worden gevoed door stukken die lekken uit het onderzoeksdossier. Zo zou er sprake zijn van militaire voertuigen, gevonden handgranaten, gevonden onderdelen van ontstekingsmechanismen of sporen van munitie in de grondmonsters. Al deze varianten zijn onderzocht en verklaard [16]. Geen van deze theorieën houdt stand.

 

7. De werkelijkheid

Sinds de vuurwerkexplosies in Culemborg (1991) is bekend dat laag geclassificeerd vuurwerk onder bepaalde omstandigheden tóch heftig kan exploderen. En dat de methode van classificeren voor opslag in Nederland onjuist is. Dat de omringende landen een zwaardere classificatie hanteren voor opslag. Dat een dergelijke opslag daar nooit in een woonwijk zou zijn toegestaan en dat de brandweer defensief i.p.v. offensief zal optreden. Belangrijk daarbij is de mate van opsluiting en dat drukontlasting via een deur onvoldoende is [17]. Bij brandend vuurwerk in een afgesloten ruimte kan door de vorming van gas, damp, drukopbouw, of zelfs de opwervelend stof, een explosie optreden, ook bij laag geclassificeerd vuurwerk.

 

8. Misleiding van de rechter

Door de tunnelvisie [13] die de opsporing en vervolging bij de Vuurwerkramp domineerde, is de rechterlijke macht misleid. De beide klokkenluiders konden de onterechte veroordeling van de verzonnen brandstichter nog terugdraaien met hun getuigenis in hoger beroep [18]. Maar de herzieningsverzoeken tegen de eveneens onterechte veroordeling van het vuurwerkbedrijf hebben geen zin zolang de Hoge Raad steeds verwijst naar de foutieve rapportages van het NFI en de rijksrecherche [19]. Het NFI-rapport concludeert dat er 'Te-veel-en-te-zwaar' vuurwerk lag, maar zegt niet dat dit komt door de overheid in plaats van door het vuurwerkbedrijf. Het NFI-rapport is broddelwerk, getekend door tunnelvisie. Dit geldt ook voor de rijksrecherche. Een eerder politierapport concludeerde dat de rechter mogelijk bewust was misleid door politie en OM. De rijksrecherche veegt dit van tafel op basis van een ondeugdelijk en gestuurd onderzoek.

 

9. Opvolging?

Bovenstaande bevindingen zijn in stukjes en beetjes gemeld bij de politie Oost-Nederland [20], de Nationale Politie [21], het college van Pg's [22], de gemeenteraad Enschede [23], de Tweede Kamer [24], de Onderzoeksraad voor de Veiligheid [25], de minister van Justitie [26] en de pers (voorbeeld De Groene). Nergens worden de inhoudelijke bevindingen tegengesproken. Steeds worden procedurele en formalistische argumenten gebruikt om niet naar het reviewrapport te hoeven kijken. De politie informeert het OM, maar vervolgens is er stilte. De Tweede Kamer vroeg aan de Onderzoeksraad om nader onderzoek, maar dit is geweigerd op foutieve gronden. De strafaangifte van 28.10.2019 (28 Mb), waarop de Pikmeer arresten niet van toepassing zijn, is verschoven van de politie naar OM Arnhem, daarna naar het College van Pg's in Den Haag en tenslotte naar het OM-parket in Rotterdam. Sindsdien is het stil. Tenslotte zijn op LinkedIn, gedurende anderhalf jaar, een tachtigtal artikelen gepubliceerd over deze bevindingen, die zijn gelezen door medewerkers van politie, OM, justitie, brandweer, gemeente Enschede en de rijksoverheid. Ook daarop kwam geen reactie.

 

10. Openbaarmaking

Daarom heb ik besloten tot de ongewone stap van het openbaar maken van de reviewbevindingen. Om te voorkomen dat ook dit rapport zonder ophef genegeerd kan worden maak ik het openbaar met alle namen erin vernoemd. Mijn 'bewijzen' zijn juridisch gezien nog slechts 'beweringen'. In enkele gevallen zal een te goeder naam bekendstaand persoon ten onrechte tijdelijk reputatieschade oplopen. Ik trachtte dit jarenlang te vermijden door steeds in beslotenheid om onderzoek te vragen. Nu dat niet is gelukt maakt het grotere belang van openbaarmaking, om waarheidsvinding te forceren, dit noodzakelijk. Vanaf 13 mei zullen hier het reviewrapport en de bijlagen te vinden zijn.

 

11. Vergeten sporen, resterend probleem

Door de tunnelvisie [13] zijn veel sporen blijven liggen. Ik noem:

 

Het motief voor brandstichting door oud-eigenaar Smallenbroek.

De aanwijzingen voor een bedrijfsongeval, met de gaten in de dichtverklaarde alibi's, en ontkenning van het eerder en gecontroleerd afgeschoten vuurwerk, ondanks tientallen getuigenverklaringen.

De aanwijzingen voor een andere brandstichter dan de toen aangehouden verdachte. Het natrekken van deze concrete aanwijzingen viel buiten het mandaat van de review [27].

De gedragingen van de rijksoverheid, zoals de departementen, de bewindslieden (Remkes, Donner, e.a.), het College van Pg's en de rijksrecherche.

Het smoren van de aanwijzingen uit de nagekomen feitenonderzoeken (2010-2012).

De gedragingen van de gemeente Enschede en de aanwijzingen van sabotage van het onderzoek [28].

 

12. Geen rol voor OM en politie

Uit de feitenonderzoeken Esaltato (2010), VerEsal (2011) en Daslook (2012) met drie verschillende OM-arrondissementen en drie verschillende politieregio's, blijkt dat de Nederlandse Politie en het OM niet in staat zijn om onafhankelijk onderzoek te verrichten bij een ramp waar de overheid onzuiver heeft gehandeld. Altijd zal het College van Pg's hier sturend optreden (zie bijv. hier en hier). Polderconnecties staan onafhankelijkheid in de weg.

 

Opgemerkt moet worden dat het soort onrechtmatigheden, uit het dossier van de Vuurwerkramp, in Nederland vaker optreden. De neiging van de overheid om onder verantwoordelijkheid voor fouten weg te kruipen is manifest aanwezig in andere spraakmakende dossiers. Een recent voorbeeld is de totstandkoming en het functioneren van het Huis voor Klokkenluiders en de totstandkoming van de integriteitscommissie voor het ministerie van J&V.

 

13. Parlementaire enquête

In Nederland zou alleen een volwaardige parlementaire enquête uitkomst kunnen bieden. Deze enquête zou zich vooral moeten richten op de waarheidsvinding van de overheidsgedragingen achter Culemborg en Enschede. Het belang hiervan overstijgt de beide vuurwerkrampen, want dit gedrag van de overheid komt steeds voor wanneer men denkt dat de veiligheid van de Staat in het geding is. Daarbij is waarheidsvinding steeds ondergeschikt aan een door topambtenaren gepercipieerd overheidsbelang.

 

14. Voetnoten

[1] Bij het afwijzen van een bezwaarschrift van een omwonende tegen de verlening van de vergunning aan het vuurwerkbedrijf in een woonwijk, wees de behandelend ambtenaar van de gemeente Enschede fijntjes op het feit dat het terrein zelf geen woonbestemming had. Het bedrijf lag echter zo kort tegen woningen aan dat de rechters in hun uitspraken wel degelijk spraken over een in een woonwijk gelegen bedrijf.

 

[2] Officiële onderzoeken kwamen uit op 177 ton, 167 ton en 157 ton. In werkelijkheid lag er slechts 120 ton correct geclassificeerd vuurwerk. Bij de reconstructie van de voorraad is door de overheid stelselmatig naar 'Te-veel-en-te-zwaar' toegewerkt. Er is bijvoorbeeld geen rekening gehouden met de beperkte vullingsgraad van de opslagplaatsen, zoals die uit getuigenverklaringen naar voren komt. Ook de berekening van de afmetingen van de 'krater' naar de hoeveelheid vuurwerk waren verkeerd. Eventuele fouten in de classificatie waren niet de ondernemer, maar de overheid aan te rekenen.

 

[3] Op zaterdag 13 mei 2000 was het al langere tijd mooi weer. Het was op het moment van de ramp 25 C en veel mensen vertoefden in de natuur, zoals het nabijgelegen recreatiegebied 'het Rutbeek'. Ook was het de volgende dag Moederdag, waardoor veel mensen in de stad waren om inkopen te doen. Tenslotte waren de in de wijk woonachtige studenten voor het weekend naar hun plaats van herkomst. Zonder deze omstandigheden was het aantal dodelijke slachtoffers veel hoger geweest.

 

[4] De Inspectie IBR stelt zelf vast dat de grootste schade niet is veroorzaakt door de explosies, maar door de oppervlaktebrand die zo hevig was dat er kenmerken zijn waargenomen van een Vuurstorm.

 

[5] Voor een beschrijving van de voor de Vuurwerkramp ingeschakelde ministeriële en ambtelijke crisisstructuur zie hier.

 

[6] De meest betrokken ministeries waren:

 

Binnenlandse Zaken: Het belangrijkste ministerie. De BZK-Directie Brandweer was verantwoordelijk voor de blusvoorschriften (die fout waren). Ook leidde BZK de crisisstructuren, coördinatie tussen de betrokken departementen en met de overige instanties die betrokken waren, zoals de inzet van rijksinspecties, provincie, gemeente Enschede en de speciaal ingestelde Commissie Oosting.

Justitie: Verantwoordelijk voor haar onderdelen NFI en OM, die een belangrijke rol speelden bij het beheersbaar houden van de strafrechtelijke gevolgen van de ramp. Verantwoordelijk voor misleiding van de rechterlijke macht. Op het departement van Justitie werd het escalatiescenario bepaald van de ramp, lang voordat de onderzoeken waren afgelopen.

VROM: Werd na overdracht door V&W steeds meer verantwoordelijk voor de regelgeving van opgeslagen vuurwerk. Door de weigerachtigheid van VROM deze verantwoordelijkheid over te nemen ontstonden er grote gaten in zowel de regelgeving als de strafbaarheid en handhaafbaarheid van de voorschriften.

Verkeer en Waterstaat: verantwoordelijk voor de regelgeving van het vervoer van gevaarlijke stoffen. Doordat in Nederland (ten onrechte) klakkeloos de transportclassificatie van vuurwerk is overgenomen voor de opslag van vuurwerk, lagen de vuurwerkopslagen in Nederland vol met te laag geclassificeerd vuurwerk.

Defensie: Was via het interne bureau MILAN de wettelijk voorgeschreven adviseur voor de gemeentes bij de vergunningverlening van vuurwerkopslag binnen de gemeente. Dit bureau functioneerde slecht en corrupt. Is na de ramp opgeheven.

[7] Over de verwikkelingen tussen de ministeries van V&W en VROM is een heel hoofdstuk geschreven in de reviewrapportage. Dit is deels gebaseerd op informatie uit de eerste hand van een beleidsambtenaar die zowel bij VROM als bij V&W werkte aan de regelgeving voor gevaarlijke stoffen.

 

[8] De mensen van de milieudienst werden min of meer bij toeval daar geplaatst. Het bezit van relevante opleiding of ervaring was geen criterium. Dit blijkt uit de processen-verbaal van ondervraging van de mensen van de milieudienst door het Tolteam.

 

[9] Naast 'S.E. Fireworks v.o.f.' waren ook in Enschede gevestigd 'Haarman Vuurwerk' en 'Allround Effects'. De beide laatstgenoemde bedrijven kenden dezelfde problematiek als S.E. Fireworks, maar kregen i.p.v. strafvervolging een miljoenenvergoeding van de gemeente Enschede om uit de stad te verdwijnen.

 

[10] Het optreden van de brandweer is offensief geweest. D.w.z. dat men van nabij gepoogd heeft het vuur te blussen met water. Dit zonder inachtneming van de geldende veiligheidsafstanden en het feit dat eenmaal brandend vuurwerk helemaal niet geblust kan worden met water. De brandweer had defensief moeten optreden. D.w.z. het op afstand voorkomen van uitbreiding van de brand.

 

[11] Op de bewaarplaatsen bij S.E. Fireworks zat de gevarenaanduiding van klasse 1: 'Explosiegevaar en niet blussen.' Om het brandweeroptreden te kunnen verdedigen maakten de officiële onderzoeksinstanties hiervan subklasse 1.4, hetgeen voor de brandweer betekent: 'Geen explosiegevaar, blussen als gewone brand'. Waarschijnlijk op aangeven van zijn ambtenaren, loog minister Remkes hierover naar de gemeenteraad Enschede. Hij zei zelfs dat er opnames waren die dit bewezen [link]. Dit is echter gebaseerd op 2 uitzonderingen waar wel klasse 1.4 stond aangegeven.

 

[12] De inspectie IBR beschrijft dat de branden in de omgeving onvoldoende werden bestreden en daardoor uit konden groeien tot een oppervlaktebrand. Het IBR wijt dit aan onvoldoende opkomst van manschappen. Echter de werkelijke reden is de keuze voor een (nutteloze) offensieve inzet. Bij de juiste (defensieve) inzet was er wél meer aandacht geweest voor de omgevingsbranden en was de oppervlaktebrand niet ontstaan.

 

[13] Het begrip 'Tunnelvisie' wordt door mij niet lichtvaardig gebruikt. In het reviewrapport is een heel hoofdstuk gewijd aan tunnelvisie binnen de opsporing, met literatuurverwijzingen en een analyse van de kenmerken van 'Tunnelvisie' die zijn opgetreden bij het strafrechtelijk onderzoek naar de Vuurwerkramp.

 

[14] De beide klokkenluiders waren Jan Paalman en Charl de Roy van Zuydewijn, Tolteam rechercheurs van het eerste uur en tevens het vaste verhoorkoppel van Fireworksdirecteur Rudi Bakker. In tegenstelling tot de officiële lezing zijn beide melders, op aangeven van het OM, met zeer zware middelen de politiedienst uitgewerkt.

 

[15] Populaire complottheorieën willen dat de afgekeurde AP-23 Anti Personeelsmijnen lagen opgeslagen bij S.E. Fireworks. Anderen opperen de mogelijkheid dat er een geheime wapenopslagplaats van de NAVO 'stay behind' organisatie Gladio was. Bij onderzoek naar de herkomst van gesignaleerde militaire voertuigen, naar de AP-23 administratie (verkoop en vernietiging), S.E. Fireworks gegevens én getuigenverklaringen, is gebleken dat er van militaire opslag geen sprake was.

 

[16] Ook voor de 'handgranaten' is een verklaring gevonden. De uitslagen van zowel de binnenlandse als de buitenlandse de analyse van de grondmonsters bleken niet wezenlijk van elkaar de verschillen. Er lag geen militaire springstof op het terrein.

 

[17] Bij de Europese CHAF proeven in Polen is in detail door meetinstrumenten vastgelegd dat een heftig exploderende zeecontainer met vuurwerk niet beveiligd kan worden door drukontlasting via de deuren. De stalen container werd al uit elkaar gereten voordat de overdruk kon ontsnappen door de deuren.

 

[18] De beide klokkenluiders uit het Tolteam hebben hun verklaring voor het gerechtshof afgelegd tegen de wil in van zowel het OM als de korpsleiding. In de review staat in detail beschreven hoe OM en korpsleiding probeerden te voorkomen dat het Hof hen zou vragen als getuigen te komen verklaren.

 

[19] Zowel het cassatieverzoek van S.E. Fireworks directeuren Pater en Bakker, als de twee herzieningsverzoeken van Bakker bij de Hoge Raad zijn afgewezen onder verwijzing naar de resultaten van de onderzoeken van het NFI en de Rijksrecherche. De naald van de Hoge Raad grammofoonplaat blijft steeds hangen in de tunnelvisie groef van 'Te-veel-en-te-zwaar' vuurwerk (zie hier en hier). En het verwijt dat er onregelmatigheden hebben plaatsgevonden wordt gepareerd door het fake-onderzoek van de rijksrecherche.

 

[20] Op 10 maart 2017 vond een presentatie plaats van de onderzoeksbevindingen aan commissaris Lute Nieuwerth en hoofdinspecteur Ton van der Griendt. Beiden waren eerder belast met het aanvullende feitenonderzoek VerEsal uit 2011.

 

[21] Op 11 juli 2017 vond een presentatie plaats van de onderzoeksbevindingen aan hoofdcommissaris Pim Miltenburg (plv. Chef Politie Oost-Nederland en aanwezig namens korpschef Akerboom), commissaris Lute Nieuwerth, commissaris Jannie Knol (Districtschef Twente) en een beleidsmedewerker van de korpsleiding.

 

[22] Brieven naar het College van procureurs-generaal in 2017/2018/2019.

 

[23] Presentatie van de onderzoeksbevindingen aan de gemeenteraad Enschede op 24 september 2018. Daarna heeft het concept reviewrapport een maand ter inzage gelegen voor de raadsleden. Antwoord van het raadspresidium gemeente Enschede d.d. 12 nov. 2018. Mijn brief aan burgemeester van Veldhuizen van 27 mei 2019, die hij weer laat beantwoorden door het raadspresidium op 15 juli 2019.

 

[24] Besloten hoorzitting d.d. 6 december 2018 bij de vaste Kamercommissie voor Justitie en Veiligheid, met een presentatie van de bevindingen en een vragenronde door de Kamerleden.

 

[25] Brief van de Voorzitter van de Tweede Kamer mevrouw Arib van 21 maart 2019 aan de voorzitter van de Onderzoeksraad voor de Veiligheid met het verzoek om advies uit te brengen over het reviewrapport Vuurwerkramp.

 

[26] Brief d.d. 27 juni 2019 naar de minister van Justitie & Veiligheid, met een formele klacht betreffende het optreden van het College van Pg's [link].

 

[27] Tijdens de review hebben zich drie getuigen (opnieuw) gemeld met aanwijzingen over een mogelijke brandstichter. Het betreft twee los van elkaar staande meldingen over twee verschillende met naam genoemde potentiële brandstichters. De gegevens zijn niet strijdig met de overige gegevens in het dossier. Deze meldingen zijn niet, respectievelijk onvoldoende onderzocht, wegens een verkeerde benadering van deze getuigen door het Tolteam. Het valt buiten het mandaat en de bevoegdheden van de review om deze aanwijzingen verder te onderzoeken.

 

[28] In de reviewrapportage wordt gespecificeerd welke dossiers van de gemeente Enschede onvolledig dan wel geheel afwezig zijn uit het strafrechtelijk dossier. Ook zijn er losstaande mondelinge aanwijzingen over vernietiging van dossiers binnen de gemeente Enschede. De middelen binnen de review stonden niet toe deze aanwijzingen te verifiëren.

 

Bron : PvB

https://www.linkedin.com/pulse/conclusies-review-vuurwerkramp-paul-van-buitenen

https://twitter.com/PaulvanBuitenen?ref_src=twsrc%5Egoogle%7Ctwcamp%5Eserp%7Ctwgr%5Eauthor

 

Zie ook :

https://rudibakker.nl/

https://twitter.com/rudibakker

 

en

https://emls.webnode.nl/nieuws/

https://emls.webnode.nl/search/?text=dossier+vuurwerkramp&type=2  

 

 

==========

Opm.: EMLS

Twee decennia lang sleept de vuurwerkramp voort en nog steeds is het einde niet in zicht. 

Waarom is het voor Rudi Bakker ontlastende panklare K-dossier door de advocatuur en

het Openbaar Ministerie ( OM) niet bij de strafrechter integraal ingebracht ?

Parlementaire enquête ligt ook na 20 jaar meer dan in de rede !

 

 

Wordt vervolgd..........