Dossier Vuurwerkramp // Laatste "daad" van voormalig OVV-voorzitter

02-05-2019 14:28

De brief d.d. 29 april 2019 van de Voorzitter van de OVV (Tjibbe Joustra)  aan de Tweede Kamervoorzitter is hier onder te lezen.

 

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 29 april 2019
 
U heeft bij brief van 21 maart 2019 aan de Onderzoeksraad voor Veiligheid verzocht advies uit te 
brengen over het rapport ‘Review Strafvervolging Vuurwerkramp Enschede’. 
 
Met deze brief informeer ik u over het besluit van de Raad en licht ik toe welke afweging daarbij 
is gemaakt.
 
De rijkswet Onderzoeksraad voor veiligheid bepaalt dat de Onderzoeksraad een voorvalgebonden
organisatie is, die binnen afzienbare tijd na een voorval moet beslissen of er een (voorlopig)
onderzoek wordt ingesteld. Het gaat er dan om de oorzaak van een voorval vast te stellen met als
doel aanbevelingen te doen waarmee herhaling in de toekomst voorkomen kan worden.
 
Onderzoek van voorvallen die verder in het verleden liggen, hebben als nadeel dat de Raad niet meer
in de gelegenheid is eigenstandig onderzoeksinformatie te verzamelen en zich op basis daarvan een
oordeel te vormen. Vaak wordt na een ernstig voorval in de loop der tijd regelgeving aangepast, gaat
vluchtige informatie verloren en veranderen betrokken personen van functie of zijn zij niet meer
beschikbaar voor de Raad. Kortom, de wijze waarop de Onderzoeksraad onderzoek verricht, leent
zich niet voor historisch onderzoek.
 
Onderzoeken van de Raad zijn strikt gescheiden van het strafrechtelijk onderzoek, zodat mensen niet
hoeven vrezen dat hun medewerking aan de Raad strafrechtelijke consequenties heeft. De wetgever
heeft om die reden in diverse wettelijk waarborgen voorzien. Rapporten van de raad mogen
bijvoorbeeld niet als bewijs worden gebruikt in een strafrechtelijke, tuchtrechtelijke of civielrechtelijke
procedure. Daar staat tegenover dat aanbevelingen van de Raad geen vermoeden van schuld of
aansprakelijkheid met betrekking tot het onderzochte voorval mogen bevatten.
 
Met inachtneming van de bovenstaande overwegingen is uw verzoek afgelopen week in de Raad
besproken. Hoewel de Raad waarde hecht aan een breed gedragen verzoek van het parlement, heeft
de bespreking tot de conclusie geleid dat de Onderzoeksraad voor Veiligheid het gevraagde advies
niet kan uitbrengen.
 
Ten slotte maak ik van de gelegenheid gebruik een procedurele opmerking te maken. Het verzoek uit
uw brief aan de Raad is gebaseerd op artikel 30 van uw Reglement van Orde, dat ziet op de omgang
met Colleges van Advies. Voor de goede orde wijs ik er op, dat de Onderzoeksraad geen College van
Advies is waar in die zin een beroep op gedaan kan worden. Dit laat onverlet dat wij uw verzoek
afgelopen week uitvoerig inhoudelijk hebben beoordeeld.
 
Voorzitter,
Mr. T.H.J. Joustra,
 
==============
 
Opm. EMLS
 
De vraag die boven komt drijven is waarom bij scheiden van de markt de vertrekkende marktmeester 
 
de besluivorming in deze niet aan de nieuwe marktmeester (Dijsselbloem) heeft overgeleten.
 
Zie ook : 12 vragen van een Enschedese gemeenteraadslid op :
 
 
 
 
=========================== 
 
EMLS
Utrecht / Haaksbergen, 2 mei 2019