Dossier Vuurwerkramp // Oud-Fireworks eigenaar Smallenbroek

12-02-2020 16:31

OM vervolgt Smallenbroek niet

Harm Smallenbroek is de vorige eigenaar van S.E. Fireworks (toen een BV). Hij verkocht op 27 april 1998 zijn bedrijf S.E. Fireworks BV aan twee van zijn werknemers Bakker en Pater. Zij beiden zijn vanaf dat moment mede-eigenaar/directeur van S.E. Fireworks dat een v.o.f. wordt. Twee jaar later, tijdens de ramp, verblijft Smallenbroek op Malta. Het Tolteam en OM hebben daarom nooit meer onderzoek gedaan. [1] Naar een mogelijke rol van Smallenbroek als opdrachtgever voor brandstichting op het bedrijf is nooit gekeken. Echter Smallenbroek bleek meerdere motieven te hebben voor het zogeheten 'intellectueel daderschap'. Kort gezegd is dat 'medeplegen, 'uitlokking', of 'medeplichtigheid' bij strafbaar handelen. Deze motieven zijn af te leiden o.a. uit een dossier van de civiele advocaat van S.E. Fireworks v.o.f., mr. Caston Kroep. Mr. Kroep bereidde een kansrijke [2] bodemprocedure voor, die namens S.E. Fireworks v.o.f. was aangespannen tegen oud-eigenaar Harm Smallenbroek. Dit o.a. wegens schending door Smallenbroek van de bepalingen in de verkoopovereenkomst van het bedrijf. Ondanks uitdrukkelijk verzoek van Bakker, is dit dossier van mr. Kroep nooit door Tolteam en Openbaar Ministerie in beslag genomen. Laat staan dat er enig onderzoek naar is gedaan. [3] Ook had Smallenbroek een rechtstreeks belang van fl._300.000,- bij het verdwijnen van het bedrijf van zijn grond. Dat was het verschil in opbrengst bij verkoop van de grond aan de gemeente Enschede indien de grond vrij was van huurders i.p.v. belast met huur. Het afsluitend proces-verbaal ‘Project Smallenbroek’ is een oppervlakkig en nietszeggend proces-verbaal, waarin de motieven van Smallenbroek voor het intellectueel daderschap van de brand bij S.E. Fireworks, nooit zijn onderzocht. Waaruit blijken deze motieven? Slechts een korte opsomming:

 

1. Verwachtingen na verkoop

Smallenbroek heeft aan zijn oud-medewerkers Bakker en Pater een bedrijf verkocht op een moment dat Smallenbroek al wist dat het bedrijf binnenkort niet meer geëxploiteerd zou kunnen worden op de toenmalige locatie aan de Tollensstraat in de wijk Roombeek. Hij was reeds van plan de grond aan de gemeente te verkopen. [4] Dit vanwege de gewijzigde bestemmingsplannen in het gebied, waarvan het bedrijfsterrein deel uit maakte. De gemeente wilde er een woonwijk vestigen. [5] Reeds in juni 1997 schreef de gemeente aan Smallenbroek dat de gemeente bij verkoop van de grond een voorkeursrecht had gevestigd. Dit vanwege een wijziging van de bestemming van de grond. [6] Smallenbroek speculeerde op het feit dat de molensteen die hij met het toen slechtlopende bedrijf meegaf [7] aan Bakker en Pater hen fataal zou worden en het bedrijf ten gronde zou gaan. Daarmee zou hij tevens de de door Bakker en Pater geïnvesteerde zes ton kunnen innen. [8] Bij mislukking door Bakker/Pater was immers bepaald dat het bedrijf terug zou vallen aan Smallenbroek. [9] Dat Smallenbroek al in een vroeg stadium wist dat zijn bedrijf moest verdwijnen van de locatie aan de Tollensstraat blijkt uit de getuigenverklaring van gemeenteambtenaar Meijerink afgelegd op 5 oktober 2001 bij de rechtbank Almelo.

 

2.   Koopovereenkomst met gebrek

Smallenbroek ondertekende op 27 april 1998 een koop- en verkoop overeenkomst met het latere S.E. Fireworks v.o.f. waarvan hij wist dat deze belast zou zijn door de overeenkomst (betreffende de vestigingsgrond van het bedrijf) met de Gemeente Enschede, waarbij Smallenbroek het voorkeursrecht van de gemeente dient na te komen op het moment dat de grond voor verkoop wordt aangeboden. De behandelend notaris (Hoving notarissen) heeft de plicht onderzoek te doen naar eventuele belastende omstandigheden. Het is niet duidelijk of verkoper Smallenbroek, door het niet mededelen aan de kopers van het op de grond rustende voorkeursrecht van de gemeente, de garantievoorwaarden [10] van de verkoopovereenkomst heeft geschonden.

 

3.   Sabotage S.E. Fireworks

Smallenbroek heeft vele handelingen verricht om het door hem gewenste lot (beëindiging bedrijfsactiviteiten S.E. Fireworks) een handje te helpen. Zo probeerde hij bij de bank een lening van S.E. Fireworks te torpederen, probeerde hij bij leveranciers de kredietwaardigheid van S.E. Fireworks te ondermijnen [11] en probeerde hij afnemers te overreden naar hem (Smallenbroek) over te stappen. [12] Ook verkocht hij aan Bakker en Pater in feite een bedrijf waarin nog verborgen financiële lekkages zaten waardoor Smallenbroek er privé nog steeds beter van werd. [13] Ook heeft Smallenbroek het onderhoudscontract van het boekhoudpakket gesaboteerd, probeerde hij de computers weg te nemen van het bedrijf en schreef hij de eigendom van bedrijfswagens over op zijn naam in strijd met het verkoopcontract. Tenslotte verspreidde Smallenbroek laster over de veiligheid bij het bedrijf en de financiële situatie van S.E. Fireworks.

 

4.   Zwarte inkomsten

De overnamesom van S.E. Fireworks was inclusief 4 ton aan compensatie voor gemiste inkomsten door Smallenbroek [14], die een levendige zwarte handel exploiteerde naast de officiële bedrijfsvoering van S.E. Fireworks. Aangezien Bakker niet door wenste te gaan met deze praktijken [15] en Bakker zichzelf, voor de onder Smallenbroek genoten zwarte inkomsten, zelfs aangaf bij de belastingdienst [16], leverde dit een risico op voor Smallenbroek.

 

5. Smallenbroek buitengegooid

Bakker beëindigt een tijd na de overname de aanstelling van Harm Smallenbroek als acquisiteur. Bakker beëindigt ook de aanstelling van Harm’s echtgenote Annette Smallenbroek als boekhoudster van S.E. Fireworks, een positie die zij volgens afspraak na een overgangsperiode zou opgeven, maar niet wenste te verlaten. [17] Ook dwingt Bakker, met steun van de externe accountant, Smallenbroek tot terugbetaling van fl._60.000,- wegens uit het bedrijf naar Smallenbroek privé weggelekte gelden. Deze lekkages na de datum van overname gebeurden via in de administratie ingebouwde mechanismen. Het komt er op neer dat Bakker de familie Smallenbroek buiten gooit.

 

6. Drie ton

Smallenbroek is eigenaar van de grond gebleven en wenst die grond te verkopen aan de gemeente. Doordat de grond belast is met huurders (Bakker en Pater, i.c. S.E. Fireworks v.o.f.) dreigt de gemeente aan Smallenbroek 3 ton minder te betalen voor de grond. Het verdwijnen van S.E. Fireworks levert dus extra 3 ton op voor Smallenbroek. [18]

 

7. Opbrengst na brand

De heer Boudewijn Rip van het gemeentelijk grondbedrijf verklaarde bij een verhoor dat hij op de dag voor de ramp zo goed als overeenstemming had bereikt met Smallenbroek over de aankoop van de grond door de gemeente. Echter in werkelijkheid berichtte de zaakwaarnemer van Smallenbroek, de heer van Hoogmoed, aan de gemeente Enschede op 12 mei 2000, de dag voor de ramp, dat de verkoop niet door kan gaan volgens de voorwaarden van de gemeente. De huurders zaten daaraan in de weg. Twee dagen na de ramp hadden Rip en Van Hoogmoed weer contact. Zij constateerden dat de grond nu vrij was van huur, maar het werd gepast geacht om nog even te wachten met hervatting van de verkoopgesprekken. Het oorspronkelijke bod van de gemeente was hfl. 1.250.000,- excl. huurders en hfl. 950.000,- incl. huurders. Na de ramp ontving Smallenbroek hfl. 650.000,- van de gemeente voor de grond, plus het geld van de verzekering voor de opstallen, hetgeen meer zou zijn dan de oorspronkelijke fl._950.000,-.

 

8. Uitschakeling concurrent

Tegen de alom door Smallenbroek geuite verwachting in, weten Bakker en Pater binnen korte tijd het bedrijf tot een succes te maken en de omzet en winst stijgen spectaculair. [19] Smallenbroek die, in strijd met het overeengekomen concurrentiebeding [20], zelf ook vuurwerkbedrijven exploiteert en vertegenwoordigt, samen met zijn vrouw [21], heeft er zo onverwacht een geduchte concurrent bij.

 

9. Komende bodemprocedure

Bakker had een bodemprocedure aangespannen tegen Smallenbroek en zijn bedrijven vanwege alle hierboven genoemde handelingen die Smallenbroek ondernam. In een eerdere kort geding procedure had de rechter al aangegeven dat hij indicaties aanwezig achtte dat Smallenbroek inderdaad het concurrentiebeding overtrad. De kansen dat Bakker zijn bodemprocedure tegen Smallenbroek zou winnen waren dus groot. De eerste zitting in die procedure stond al op de rol van de rechtbank gepland voor 5 juni 2000 om 14u, dat is maar drie weken na de ramp. [22]

 

10. Illegale situatie 1993-1997

Smallenbroek heeft tussen 1993 en 1997 zonder gemeentelijke milieuvergunning zijn zwaar vuurwerk bedrijf uitgeoefend in een woonwijk. Dit ondanks het feit dat de gemeente al door Defensie was verwittigd dat het bedrijf i.p.v. het lichtere consumentenvuurwerk voornamelijk zwaarder evenementenvuurwerk had liggen.

 

11. Milieuvergunning 1997

Deze onregelmatige gedoogsituatie is door de gemeente Enschede rechtgetrokken door op 22 april 1997 aan Smallenbroek een discutabele milieuvergunning te verlenen, vlak voordat de gemeente op 2 juni 1997 een voorkeursrecht van aankoop op de bedrijfsgrond van Smallenbroek vestigde.

 

OM: Brandstichter binnen, stop overig onderzoek!

Zodra André de Vries is opgepakt als verdachte van brandstichting bij het bedrijf, worden de onderzoeken naar de alibi’s van de werknemers afgebroken en dicht verklaard, ondanks onderliggend materiaal dat aantoont dat de alibi’s niet dichtzitten. Ook het onderzoek naar oud-eigenaar Smallenbroek wordt afgebroken voor het goed en wel is gestart. Dit alles binnen een tijdsbestek van enkele dagen van elkaar.

 

Verbazing rechtbank over onwil OM

In de veroordeling van de S.E. Fireworks eigenaren verbaast de rechtbank zich over de onwil van het Openbaar Ministerie om Smallenbroek te vervolgen:

 

Het is onbegrijpelijk dat verdachten wegens overtreding van de vergunningvoorschriften worden vervolgd, terwijl vorige eigenaar Smallenbroek hiervoor niet vervolgd wordt en zijn illegale uitbreiding zelfs achteraf gelegaliseerd is. Dit is een inbreuk op het gelijkheidsbeginsel. Dat het OM zonder uitleg besluit vorige eigenaar Smallenbroek niet te vervolgen, acht de rechtbank onbegrijpelijk. Niet-ontvankelijk verklaring van het OM gaat te ver, maar dit levert wél strafvermindering op voor verdachten.

Voetnoten

[1] Dat het Tolteam nooit serieus onderzoek heeft gedaan naar een motief van Smallenbroek voor brandstichting bij zijn oude bedrijf blijkt overduidelijk uit het proces-verbaal van het 'Project Smallenbroek' dat is opgemaakt over de opsporingshandelingen richting Smallenbroek. Dit pv is niet meer dan een summiere weergave van subjectieve opvattingen, geuit tijdens verhoren, zonder deze te toetsen aan nader onderzoek.

 

[2] De rechtbank maakte bekend op 8 mei 2000 (vijf dagen voor de ramp) dat de door Fireworks v.o.f. aangespannen bodemprocedure zou aanvangen met een eerste zitting op 6 juni 2000. Indien deze procedure zou slagen, zou dat Smallenbroek veel geld hebben gekost. En deze bodemprocedure was inderdaad zeer kansrijk voor Bakker/Pater, want de voorzieningenrechter had eerder, op 15 oktober 1999 reeds een indicatie gegeven:

 

“Naar oordeel van de President zijn er aanwijzingen dat het concurrentiebeding opgenomen in de overeenkomst van de overdracht van de onderneming door één of méér gedaagden (PvB: Smallenbroek, zijn echtgenote, zijn bedrijven) is overtreden. Hierover zal echter meer zekerheid moeten worden verkregen alvorens kan worden gesteld of er boetes zijn verbeurd. Dat er thans al boetes zijn verbeurd tot een totaalbedrag als door SE Fireworks VOF gesteld, staat niet vast en is evenmin gelet op het daarvoor benodigde bewijs op eenvoudige wijze vast te stellen. De President concludeert dan ook dat de vordering tot betaling van de reeds verbeurde boetes zich niet leent voor een uitspraak in kort geding en daarvoor veeleer de weg van een bodemprocedure openstaat. De vordering wordt derhalve afgewezen.”

 

[3] Los van de verwijzingen die zijn opgenomen in de getuigenverslagen die het Tolteam heeft opgemaakt van de verhoren van de toenmalige verdachte R.J. Bakker, is volgend (niet opgetekend) incident tekenend voor de onwil van het Openbaar Ministerie om de mogelijke motieven van oud-eigenaar Smallenbroek te onderzoeken. Tijdens een verhoor dat plaatsvond op 9 juni 2000, vóór het Pinksterweekend 2000, heeft Bakker weer eens de aandacht willen vestigen op Smallenbroek. Toen Bakker te lang bleef aandringen op onderzoek naar het motief van Smallenbroek kreeg hij te horen dat hij niet meer over Smallenbroek mocht praten. Het OM besloot Bakker over te plaatsen van het politiebureau Almelo, waar hij verbleef vanwege de veelvuldige verhoren, naar het Huis van Bewaring Arnhem. Daar heeft Bakker gedurende een lang pinksterweekend alleen in een cel doorgebracht met vaak weinig meer dan een fles water en een stuk brood. Tolteam rechercheurs Paalman en De Roy van Zuydewijn kregen te horen dat Bakker harder moest worden aangepakt. In Arnhem kreeg Bakker te horen dat ze hem wel klein zouden krijgen. Bron: Gesprekken van steller (PvB) met zowel Bakker als met Paalman, die toen een van de vaste ondervragers was van Bakker.

 

[4] Bron-1: Getuigenverklaring van taxateur/onteigeningsdeskundige H.J.A. van Hoogmoed, die reeds op 19 februari 1998, dus ruim 2 maanden voor de overname van het bedrijf, op verzoek van Smallenbroek kwam praten over de mogelijkheden m.b.t. de verkoop van de grond aan de gemeente. Bron-2: Getuigenverklaringen van gemeenteambtenaren die verklaren dat Smallenbroek al voor 1998 te kennen had gegeven geïnteresseerd te zijn in de verkoop van de grond aan de gemeente.

 

[5] Bron: Documenten waaruit blijkt dat Smallenbroek al wist van de komende wijzigingen van het bestemmingsplan vóór de verkoop van het bedrijf S.E. Fireworks aan twee van zijn toenmalige werknemers Willy Pater en Ruud Bakker.

 

[6] Bron: Brief van 5 juni 1997 van de gemeente Enschede aan S.E. Fireworks BV (toen eigendom van Smallenbroek) met als onderwerp: Kennisgeving aanwijzing ingevolge Wet Voorkeursrecht Gemeenten.

 

[7] Oud-eigenaar Smallenbroek haalde een belangrijk gedeelte van zijn verdiensten uit zwarte werkzaamheden. Om zijn verlies aan deze inkomsten goed te maken moesten Bakker en Pater bij de overname vier ton méér betalen aan Smallenbroek dan de objectief door de extern accountant bepaalde waarde van het bedrijf. Bakker heeft niet alleen deze zwarte activiteiten afgebouwd, maar ook nog eens op eigen initiatief een naheffing betaald aan de fiscus over zijn onder Smallenbroek genoten zwarte inkomsten (zie verder).

 

[8] De zes ton is het bedrag aan eigen geld dat Bakker en Pater moesten inbrengen voor de overname. Daarnaast was er sprake van een achtergestelde lening van eveneens zes ton bij de oud eigenaar Smallenbroek. Smallenbroek gebruikte het bestaan van deze lening vaak om de financiële draagkracht van Bakker en Pater in twijfel te trekken tegenover derden.

 

[9] Bron: Akte van koop en levering van de onderneming S.E. Fireworks van 27 april 1998.

 

[10] Bron: Garantievoorwaarden genoemd in de akte van koop en levering van de onderneming S.E. Fireworks aan de Tollensstraat 64.

 

[11] Bron: Fax van een leverancier waarin hij vertelt dat Smallenbroek hem ontraadt nog bij Bakker en Pater te kopen vanwege de slechte kredietwaardigheid.

 

[12] Fax van afnemer waarin hij zegt dat Smallenbroek hem heeft gevraagd over te stappen naar Smallenbroek omdat hij betere voorwaarden voor levering zou kunnen bieden.

 

[13] Bron: Financiële opstelling door de externe accountant De Jong en Laan, waarin de bedragen worden opgesomd die bij deze geldlekkages naar Smallenbroek verloren zijn gegaan. Volgens Bakker heeft Smallenbroek dit bedrag (fl._60.000,-) ook daadwerkelijk aan S.E. Fireworks terugbetaald.

 

[14] Dit blijkt uit de waardebepaling van het bedrijf door de externe accountant, die de waarde op 8 ton schatte terwijl er fl._1,2 miljoen betaald moest worden. Dit werd goodwill genoemd maar was in feite de compensatie aan Smallenbroek voor de buiten de boeken gerealiseerde zwarte omzet. Verblind door tunnelvisie begrepen de 'financieel experts' van het Tolteam dit verkeerd en dachten dat Bakker er 4 ton zwart geld in had gestoken.

 

[15] Dat Bakker ook daadwerkelijk gestopt is met deze illegale praktijken blijkt uit de afwikkelingsovereenkomsten gesloten met de belastingdienst over zowel de periode vóór de overname als over de periode na de overname tot aan de ramp.

 

[16] Bakker maakte bij de aangifte gebruik van een inkeerregeling waardoor hij een ton naheffing moest betalen. Ondanks Bakker's advies mee te doen, wil zijn medevennoot Pater dat niet. Pater legt dit in een interview met Tubantia (mei 2015) zo uit dat Bakker hem verraden heeft.

 

[17] Bronnen: De mededelingen hieromtrent van Bakker worden gestaafd door de getuigenverklaring van de externe accountant J. van Bentem AA.

 

[18] Bronnen: Correspondentie tussen de gemeente Enschede en de vastgoedadviseur van Smallenbroek de heer HJA van Hoogmoed van 13 april 2000 en de getuigenverklaring van gemeenteambtenaar Boudewijn Rip over het bericht van 12 mei 2000 (één dag voor de ramp) dat het bod van Smallenbroek door de gemeente zou worden afgewezen. Zonder last van huur zou Smallenbroek fl._1.2000.000,- van de gemeente krijgen voor zijn grond. Indien S.E. Fireworks nog als huurder op de grond het bedrijf zou exploiteren zou de gemeente drie ton (guldens) minder aan Smallenbroek betalen. Smallenbroek heeft hierover meinedig verklaard.

 

[19] Bron: Dit blijkt uit de jaarrekening 1999 van S.E. Fireworks, met daarbij opgenomen de vergelijkende cijfers van 1998.

 

[20] Zie de verkoopovereenkomst van S.E. Fireworks van 27 april 1998.

 

[21] Zie het dossier van advocaat mr. Kroep waarin de bevindingen staan van het onderzoek uitgevoerd door een recherchebureau naar de bedrijfsactiviteiten van het echtpaar Harm en Annette Smallenbroek.

 

[22] Smallenbroek beweerde tijdens zijn eerste verhoor bij het Tolteam (14 mei 2000 om 18u06m) dat hij de kortgedingprocedure tegen Bakker/Pater had gewonnen. In werkelijkheid heeft de kortgedingrechter bepaald dat hij nog geen geldsommen ten laste van Smallenbroek verbeurd kon verklaren omdat de geschillen beter in een bodemprocedure uitgezocht konden worden. Wél verklaarde de kortgedingrechter dat hij had vastgesteld dat er indicaties aanwezig waren dat Smallenbroek en/of zijn bedrijven inderdaad het anti-concurrentiebeding hadden overtreden.

 

Bron :  PvB

https://www.linkedin.com/pulse/oud-fireworks-eigenaar-smallenbroek-paul-van-buitenen/

https://twitter.com/PaulvanBuitenen?ref_src=twsrc%5Egoogle%7Ctwcamp%5Eserp%7Ctwgr%5Eauthor

www.vuurwerkramprapport.nl