Dossier Vuurwerkramp // Politie-OM-RR: 6 handen - één buik!
Onafhankelijkheid op papier
Op papier is in Nederland alles goed geregeld. Een strafrechtelijk onderzoek wordt uitgevoerd door de politie, onder leiding van het Openbaar Ministerie (OM). Het OM bewaakt de kwaliteit van dat onderzoek. Mochten er toch fouten zijn gemaakt, dan kan het College van procureurs-generaal (College Pg's), na tussenkomst van de Coördinatie Commissie Rijksrecherche (CCR), de rijksrecherche (RR) inschakelen als onafhankelijk onderzoeksorgaan dat als taak heeft om naar misdragingen van overheidsdienaren te kijken.
De werkelijkheid is anders. Wanneer er sprake is van zware fouten tijdens het strafrechtelijk onderzoek, is het OM net zozeer betrokken als de politie. In sommige gevallen zelfs méér. De onafhankelijkheid van de rijksrecherche bestaat helemaal niet. Zij doen gewoon wat het College Pg's hen opdraagt en leveren een uitkomst die door de opdrachtgever gewenst is. Wanneer daarnaar wordt geïnformeerd verwijst het College Pg's naar een brief van de Nationale Ombudsman. De Ombudsman is tevoren door datzelfde College Pg's misleid bij zijn vooronderzoek. Hoe werkte deze symbiose van politie, OM en rijksrecherche bij de Vuurwerkramp?
Melden van misstanden
Twee rechercheurs uit het Tolteam van de politie Twente hadden kritiek op de wijze waarop Openbaar Ministerie en Tolteam een verdachte van brandstichting vonden, hem vast wisten te houden en de 'bewijzen' vonden om hem veroordeeld te krijgen tot 15 jaar cel. Deze beide interne melders van misstanden werden noodgedwongen klokkenluider toen hun kritiek op straat kwam te liggen door toedoen van de korpsleiding (korpschef Piet Deelman) en het Openbaar Ministerie (Advocaat-generaal Welschen). Ook het gerechtshof verplichtte de beide melders tot het afleggen van hun getuigenverklaring in de openbaarheid over de werkwijze van sommige collega's en het OM. [1] Alleen dankzij hún moed is de onterecht verdachte van brandstichting alsnog vrijgesproken.
OM houdt informatie achter voor gerechtshof
Voorafgaande aan de getuigenverklaringen bij het gerechtshof trachtten korpschef politie Twente en het Openbaar Ministerie de beide melders als ongeloofwaardig neer te zetten, zodat zij niet door het gerechtshof gehoord zouden worden. De korpschef verzocht de advocaat-generaal de klachten van beide melders te onderzoeken. Zowel het daarbij door de korpschef aangereikte materiaal [2] als de door de advocaat-generaal gevolgde werkwijze waren gericht op het weerleggen van deze klachten. Alleen doordat de verdediging van S.E. Fireworks directeur Bakker, advocaat mr. Plasman, aantoonde dat het Openbaar Ministerie belangrijke documenten achterhield voor het gerechtshof, besloot het hof dat beide melders toch gehoord moesten worden.
Heksenjacht
Na de vrijspraak barstte de heksenjacht op beide klokkenluiders pas echt los. Er werd een intern politieonderzoek gelast, dat alleen in naam het hele Tolteam onderzocht, maar in feite gericht was op het doen en laten van de beide melders [3]. Doordat dit onderzoek onverwacht stuitte op achtergehouden informatie, kantelde het onderzoek en rapporteerden de politieonderzoekers onverwacht aan burgemeester Jan Mans hun verdenking van bewuste misleiding van de rechterlijke macht door politie en OM.
Rijksrecherche misleidend
Hierop werden de politieonderzoekers van de zaak gehaald en werd de rijksrecherche ingeschakeld door Justitieminister Donner, met de opdracht de bevindingen uit het intern politieonderzoek onderuit te halen [4]. Ook hier was sprake van een maskerade. Formeel was de omschrijving van de rijksrechercheopdracht dat geverifieerd moest worden of er inderdaad sprake was van misleiding van de rechterlijke macht. In de praktijk zocht de rijksrecherche alleen naar informatie die deze verdenking zou ontkrachten en naar de mogelijkheid om beide melders op meineed te kunnen pakken.
De bevindingen van de politieonderzoekers werden terzijde geschoven en er werd een veilige chronologie opgebouwd op basis van de valse weerlegging van de meldingen van misstanden, zoals opgesteld door de advocaat-generaal. Daarbij heeft de rijksrecherche talrijke aanwijzingen voor misstanden links laten liggen onder het mom dat deze buiten de onderzoeksopdracht vielen.
College van Pg's houdt deksel op doofpot
Het College van procureurs-generaal speelt hierbij een grote rol:
Het College gaf opdracht aan OM om de overheid niet te vervolgen (2001).
Het College liegt glashard wanneer het hierover wordt bevraagd (2019).
Het College gaf op verzoek van justitieminister Donner een onderzoeksopdracht aan de rijksrecherche die niet was gericht op waarheidsvinding (2004).
Het College zorgde met de opdrachtverstrekking bij de nakomende feitenonderzoeken voor verdere toedekking van de misstanden (2010-2012).
Het College vroeg zelfs specifiek om dezelfde rijksrechercheurs die het eerdere handelen van zichzelf bij de rijksrecherche moesten verifiëren. (2011-2012)
Het College misleidt de Nationale Ombudsman bij diens vooronderzoek naar de klachten van klokkenluider en ex-Tolteamrechercheur Paalman. (2013).
Het College antwoordt misleidend na hun analyse van mijn reviewrapport (2019).
Klacht tegen College Pg's bij minister van Justitie
Na een maandenlange minutieuze bestudering [5] van mijn reviewrapport antwoordde het College van Pg's op 4 juni 2019 dat mijn kritiek slechts een andere interpretatie van de feiten betrof. Alle procedures waren correct doorlopen. Wanneer ik problemen had met de officiële uitkomsten van het onderzoek moest ik maar een verzoek tot herziening indienen bij de procureur-generaal van de Hoge Raad.
Op 27 juni 2019 heb ik een formele klacht ingediend tegen het College van Pg's bij de minister van Justitie Grapperhaus. Afgezien van een hoorzitting in oktober en de belofte dat er een verslag zou worden opgestuurd, heb ik nog niets mogen vernemen op deze klacht, die acht maanden geleden is ingediend.
Voetnoten
[1] De onderbouwing van de rol van korpschef Deelman en van advocaat-generaal Welschen bij het openbaar worden van de klachten van beide melders is gegeven in het reviewrapport. Dit rapport zal in april 2020 openbaar worden.
[2] Korpschef Deelman gaf de advocaat-generaal alleen het persoonlijke en in emotionele bewoordingen opgestelde 'mei-memo', dat door melders snel was opgesteld op verzoek van de korpschef en uitdrukkelijk alléén voor hém was bedoeld. Er bestond daarnaast een later door beide melders opgesteld formeel proces-verbaal van verrichtingen en bevindingen, waarin zij hun klachten samenvatten en op objectieve wijze beschreven. Dát Pv overhandigde korpschef Deelman niet aan advocaat generaal Welschen.
[3] Dat het intern tuchtrechtelijk politieonderzoek in feite gericht was op beide melders is af te leiden uit interne stukken van de politie én uit de verslaglegging van de getuigenverklaringen afgelegd bij het onderzoeksteam door leden van politie.
[4] Uit interne stukken van de politieonderzoekers is op te maken dat het onderzoek van de rijksrecherche duidelijk niet was gericht op waarheidsvinding, maar op het onderuithalen van de conclusies omtrent misleiding van de rechterlijke macht door politie en OM. In de formele stukken staat dat justitieminister Donner om het rijksrechercheonderzoek had gevraagd en dat de rijksrecherche hiervan al op de hoogte was nog voordat de Coördinatie Commissie Rijksrecherche zich over deze vraag had gebogen.
[5] Bron: E-mail bericht van senior-jurist Vreugdenhil bij het parket-generaal aan mij op 19_december_2018 om 10u29, waarin hij schreef:
Daarom verzoek ik u uw rapport aan het College op te sturen, zodat we kennis kunnen nemen van het bewijs onder uw stellingen. Het zal minutieus bestudeerd worden, uw inspanningen verdienen die aandacht.
Bron : PvB
https://www.linkedin.com/pulse/politie-om-rr-6-handen-%25C3%25A9%25C3%25A9n-buik-paul-van-buitenen
zie ook
https://twitter.com/rudibakker