Dossier Vuurwerkramp // RAPPORT VUURWERKRAMP ENSCHEDE: NSC-voorman Pieter Omtzigt liet er geen misverstand over bestaan. De conclusies zijn schokkend en roept serieuze vragen op over de aansprakelijkheid van het rijk.
NSC-voorman Pieter Omtzigt liet er geen misverstand over bestaan. De conclusies zijn schokkend en roept serieuze vragen op over de aansprakelijkheid van het rijk.
Pieter Omtzigt over vuurwerkramp-rapport: ‘Ik zou dit rapport niet durven presenteren in Enschede, zullen we maar zeggen’
Bij een eerste, technische, bespreking van het UT-rapport over de Enschedese vuurwerkramp in de Tweede Kamer, liet NSC-voorman Pieter Omtzigt er geen misverstand over bestaan. De conclusies zijn schokkend en roept serieuze vragen op over de aansprakelijkheid van het rijk.
Die verantwoordelijkheid van het rijk - ministeries, inspecties, ambtenaren, ministers en staatssecretarissen - was een van de belangrijkste onderzoeksvragen die de commissie onder leiding van UT-professor René Torenvlied meekreeg. En die verantwoordelijkheid blijkt veel groter dan altijd is gezegd. Omtzigt koppelt daar ook de vraag naar aansprakelijkheid en schuld aan, een onderwerp waaraan de onderzoekers hun vingers niet hebben willen branden.
We hadden kunnen weten, kunnen leren…
Die schuldvraag moet je niet lichtvaardig en snel stellen, betoogde Omtzigt in de commissievergadering van donderdagochtend, waar Torenvlied en zijn medeonderzoekers tekst en uitleg gaven over hun rapport. Maar hij wordt naar zijn smaak - tussen de regels door gelezen - te vaak ook nìet gesteld.
Dat Omtzigt de onderzoeksconclusies schokkend vindt, komt ook omdat dit rapport wat hem betreft niet op zichzelf staat. “We worden constant geconfronteerd met dit soort rapporten, hier. Dit hadden we kunnen weten, we hadden hiervan kunnen leren. Ik zou dit rapport niet durven presenteren in Enschede, zullen we maar zeggen.”
Rijksoverheid wist hoe gevaarlijk vuurwerk was (en is)
Want. De rijksoverheid wist hoe gevaarlijk vuurwerk was, maar faalde in het beschermen van haar burgers. Een eerdere ramp in Culemborg (februari 1991) had tot ander beleid kunnen en moeten leiden, maar dat gebeurde niet. Met ‘Enschede’ als gevolg.
Dat falen werd na de ramp in Enschede afgedekt, consequenties bleven uit en - misschien wel het belangrijkste - er is opnieuw te weinig geleerd. Met als gevolg dat de risico’s van vuurwerk en vuurwerkopslag nog altijd groot zijn. Kortom: Enschede had voorkomen kunnen worden en burgers en brandweerlieden lopen nog steeds gevaar, als er brand uitbreekt.
“We gaan nu uit van een lerende overheid, maar er is nooit iemand verantwoordelijk”
“We gaan nu altijd uit van een lerend overheid, maar er is nooit iemand verantwoordelijk. Laat staan aansprakelijk”, stelde de Tukker, die eigenlijk geen woordvoerder vuurwerkramp meer is, maar in dit geval zijn nieuwe partij toch vertegenwoordigde in de Kamercommissie Justitie en Veiligheid, waar het rapport van Torenvlied werd besproken.
Aanbevelingen niet nageleefd, en dan?
Daarmee voegt hij een paar elementen toe aan de conclusies van Torenvlied en de zijnen. De eerste is dat rapporten als deze wel aanbevelingen doen, maar dat er weinig of niets gebeurd als die wel worden opgevolgd maar niet nageleefd. “Je kunt klokkenluiders wel beter willen beschermen, maar op het moment dat klokkenluiders niet beschermd worden, zijn ze vogelvrij.”
Iets vergelijkbaars geldt voor de informatievoorziening in de richting van de Tweede Kamer. Ook daaraan schortte het, zo blijkt uit het onderzoek van Torenvlied. Soms als gevolg van onvermogen, maar ook opzettelijk. “Op het moment dat de Kamer de opgevraagde informatie niet krijgt, is er alleen de nucleaire optie om het kabinet naar huis te sturen. En dat gebeurt bijna nooit.”
Anders gezegd: je hebt weinig aan rapporten en aanbevelingen als die uiteindelijk, ergens, aan een laars worden gelapt. Als dat gebeurt zijn er niet of nauwelijks consequenties. En de onmacht om die af te dwingen, als dat echt nodig is, lijkt groot. Daarmee blijft een falend systeem in stand.
Aansprakelijkheid en strafbaarheid
Omtzigt vroeg de onderzoekers of er was nagedacht over ‘tekorten bij toezichthouders of overheidsactoren, dat ze bij echt nalatig handelen ook aansprakelijk zijn voor de vervolgschade.’ “Ik zeg niet dat je dat gemakkelijk moet doen, of dat je de barrière heel laag moet leggen, maar ik vind het hier wel een vraag die we zouden kunnen stellen.”
UT-prof René Torenvlied onderzocht Vuurwerkramp: ‘De rol van de overheid was veel groter dan altijd gezegd’
Daarmee stelt Omtzigt een juridische vraag, maar de facto ook een vraag aan zichzelf (en zijn collega’s). Het is immers de Tweede Kamer die de wetten maakt waarmee rechters hun werk moeten doen. En de huidige wetgeving biedt weinig speelruimte om een overheid aansprakelijk te stellen, laat staan strafbaar. De vraag welke consequenties het zou moeten hebben als overheidsorganen ernstig nalatig zijn (of juist iets onbehoorlijks doen), is bij uitstek ook een politieke vraag.
Anders gezegd: de Tweede Kamer gaat niet alleen over eventuele politieke consequenties als het grondig misgaat in overheidsland, maar ook over wetten die juridische consequenties mogelijk maken of juist belemmeren.
‘Daar hebben wij geen onderzoek naar gedaan’
Michiel Heldeweg, lid van de onderzoekscommissie en hoogleraar recht, bestuurskunde en technologie aan de UT, legde de vraag van Omtzigt dan ook terug. “Daar hebben wij geen onderzoek naar gedaan.” Heldeweg schetste in algemene termen wel een aantal mogelijke juridische trajecten, inclusief obstakels daarbij, maar als het om het rapport en de vuurwerkramp gaat, zou er ‘politieke verantwoordelijkheid genomen moeten worden’.
“Alle relevante informatie moet wel boven tafel komen, dat is hier niet gebeurd”
PROFESSOR RENÉ TORENVLIED BIJ EEN BESPREKING VAN ZIJN ONDERZOEKSRAPPORT IN DE TWEEDE KAMER
Heldeweg haakte nog wel even in op wat het Twentse Kamerlid zei over de ultieme politieke consequentie wanneer een overheid faalt: het wegsturen van een minister of het hele kabinet. In het rapport schetsen de onderzoekers de spanning tussen enerzijds de behoefte aan informatie en anderzijds de dreiging om weggestuurd te worden als die allemaal boven tafel komt. Plat gezegd: hoe groter die dreiging van een motie van wantrouwen is, hoe groter ook de neiging om gevoelige informatie onder de pet te houden.
Kamer (destijds) niet alert
Ook Torenvlied legde de bal bij de Kamer zelf. Hij refereerde onder meer aan een aantal momenten waarop er in de media belangrijke informatie naar buiten kwam, bijvoorbeeld over corruptie bij het Defensiebureau dat vuurwerkhandelaren controleerde, waarbij de Tweede Kamer niet of pas in een heel laat stadium in beweging kwam. Tegelijkertijd: de onderzoekscommissie van Torenvlied stelt onomwonden dat alle relevante informatie wel boven water moet komen, welk verantwoordingstraject je ook kiest. En dat dat in het geval van de Enschedese vuurwerkramp niet is gebeurd.
Wat als niemand ingrijpt?
Omtzigt, maar indirect ook Torenvlied & co, leggen een kwetsbaarheid in ons staatsbestel bloot. Wat kun je als een overheid faalt en niet doet wat ‘ie doen moet (of iets doet dat niet deugt), maar niemand grijpt echt in? Of dat nou is omdat niet alle informatie boven tafel komt of omdat geen van de verantwoordelijken dat kan of wil?
Rechters zijn terughoudend als het om overheidsaansprakelijkheid gaat of als overheidshandelen aan het strafrecht raakt. De politiek is afhankelijk van meerderheden, die worden beïnvloed door partijpolitiek en coalitiebelangen. En van informatie, die lang niet altijd onversneden op tafel komt.
Daarbij: als er echt iets mis is, gaat het meestal om gevoelige èn ingewikkelde dossiers (of zaken die ingewikkeld zijn geworden). Dat mag geen excuus zijn, maar de neiging om die dossiers in alle hectiek onderop de stapel te leggen is dan groot.
Een pregnant voorbeeld (en een vervolgartikel)
Die onmacht om te leren en te veranderen wordt, als het om de Vuurwerkramp gaat, nergens zo duidelijk als in de manier waarop er is omgegaan met de wet die die ramp had kunnen en moeten voorkomen: de Brandweerwet uit 1985. Torenvlied besteedt er in zijn rapport als eerste aandacht aan, zij het wat zijdelings.
René Torenvlied Universiteit Twente
Onderzoeker Vuurwerkramp: ‘Het is niet aan ons om de schuldvraag te beantwoorden’
En toch… Wat er voor en na de ramp (niet) met die wet is gebeurd, legt naadloos bloot wat er in de uitvoering, maar ook bestuurlijk en politiek schort. Dat was waar het onderzoek van Torenvlied zich op richtte.
Bron: 1Twente