Dossier Vuurwerkramp // Verzet-zaak van Rudi Bakker en diens juridisch adviseur/gemachtigde gegrond verklaart door Zwolse Rechtbank. Bodemprocedure wordt voortgezet.

23-09-2022 17:01

Bakker heeft in zijn hoedanigheid van opposant een beroep een verzet-procedure aanhangig gemaakt tegen een niet-ontvankelijk-uitspraak van de Rechtbank Overijssel van 11 april 2022 wegens niet motiveren van een beroepschrift. Het verzetschrift werd behandeld in een openbare zitting op 19 augustus 2022 alwaar de juridisch adviseur van Bakker het woord voerde en namens GS van Overijssel  haar gemachtigde ambtenaar mr. N. den H

 

De zaak waar het in de bestuursrechtelijke bodemprocedure om draaide ging o.a. over de rol van het de Commissaris van de Koning alsmede GS van Overijssel na 13 mei 2000 naast de rol die destijds

B. en W en de Gemeenteraad van Enschede speelde en om o.a.  openbare publicatie van niet eerder verzochte stukken van de Commissie Oosting die gaan over de grond Tollenstraat 46 – 50 te Enschede en o.a. het instellingsbesluit van 29 mei 2000. Daarnaast was het Bakker gebleken dat zijn bezwaargronden vastgelegd in audio-opname van een hoorzitting van 17 september 2021 niet waren vermeld in de schriftelijke verslaglegging door de provincie.

 

Doordat Bakker en zijn raadsman niet reageerde op een aangetekend nadere motiveringsverzoek vanuit de griffie van de rechtbank werd het beroep niet ontvankelijk verklaard en het dossier gesloten.

 

In de verzet-procedure die daarna volgde heeft de raadsman van Bakker stukken vanuit Post.NL van de rechtbank gekregen waaruit via codes zou zijn te blijken dat het rechtbank zou zijn ontvangen door Bakker respectievelijk diens raadsman/gemachtigde die beiden dat ontkenden waarna de rechtbank een onderzoek heeft ingesteld omdat gemachtigde heeft aangetoond ter zitting dat de cijfers van zijn legitimatiebewijs totaal niet overeenkwamen met de codes van Post.NL. Op de vraag van de rechtbank aan Post.NL wat hun geplaatste code op het stuk van de Rechtbank inhoudt heeft Post.NL geantwoord dat de betekenis van de geplaatste code hun niet bekend was en dat daar ook in de Covid-19-periode daar geen interne afspraken over zijn gemaakt.

 

Vervolgens verklaarde de rechtbank het verzet gegrond waarbij GS de proceskosten dient te betalen en werd de zaak heropend en  gaat verder in de stand waarin zich dat bevond.

 

Wordt vervolgd….