Dossier Vuurwerkramp // (44) Misleiding van de Tweede Kamer

27-11-2019 08:01

Geachte leden van de vaste Kamercommissie voor Justitie & Veiligheid,

 

1. Inleiding

Na vijf jaar werk, een rapportage van 1.400 blz. en vergeefse pogingen om verificatie (laat staan opvolging) te genereren, moet het de komende maanden tot een doorbraak komen. Het verheugt mij daarom dat de Tweede Kamer gisterenmiddag heeft besloten om, op voorstel van de leden Van Raak (SP), Van der Staaij (SGP) en Krol (50+), de Stichting Maatschappij en Veiligheid de gelegenheid te geven om advies te geven over zowel 'nadere lessen' als de 'eerdere lessen' uit de Vuurwerkramp Enschede. De tekst van de aangenomen motie luidt:

 

De Kamer, ... constaterende dat de Kamer een omvattend onderzoek heeft ontvangen

van de heer Van Buitenen over de vuurwerkramp in Enschede;

constaterende dat de Stichting Maatschappij en Veiligheid bereid is de Kamer advies te geven over de nadere lessen die uit de ramp moeten worden getrokken en of eerdere lessen in de praktijk zijn doorgevoerd;

vraagt de Stichting Maatschappij en Veiligheid om een projectomschrijving

en bijbehorende begroting, waarna de Kamer een definitief besluit kan nemen,

Gelet op de maatschappelijke impact is het belangrijk dat uw Kamercommissie J&V op de hoogte is van wat er speelt rond het dossier van de Vuurwerkramp en constructief betrokken is bij de vervolgstappen. Het is beter dat uw Kamercommissie het verschil maakt, dan dat een melder van misstanden grote risico's moet gaan lopen.

 

Met betrekking tot deze kwestie heeft u op vrijdag 22 november jl., als bijlagen van een Kamerbrief (zie hier) van minister Grapperhaus, drie rapportages ontvangen m.b.t. de blusvoorschriften bij vuurwerk. Deze rapporten zijn op verzoek van minister Grapperhaus opgesteld door de Inspectie J&V (hier), het IFV (hier) en het RIVM (hier). De uitkomsten van deze 3 rapportages en de wijze waarop deze uitkomsten zijn verwerkt in de Kamerbrief van minister Grapperhaus, zijn illustratief voor de bevindingen uit de review van de Vuurwerkramp. Dit kan mooi worden meegenomen in de onderzoeksopdracht naar de te trekken lessen uit de Vuurwerkramp. De Kamerbrief van minister Grapperhaus illustreert wat ik al jaren aangeef. Ik leg dit verderop uit.

 

2. Opvolging reviewrapport

Op 6 december 2018 presenteerde ik aan uw commissie de bevindingen uit mijn reviewrapport Vuurwerkramp (zie hier). Ik noemde daarin als een van de hoofdverantwoordelijken het Openbaar Ministerie. Een overzicht van de OM-gedragingen (vindt u hier). Betrokkenheid van de leiding van het OM (vindt u hier). In eerste instantie leverde de positieve besluitvorming van uw commissie (besluitenlijst 20febr2019, agendapunt 41) nog geen resultaat op. Het door uw commissie geadviseerde verzoek van Kamervoorzitter mevrouw Arib, gericht aan de Onderzoeksraad voor de Veiligheid, werd door de OVV afgewezen, overigens op foutieve gronden.

 

Het Korps Nationale Politie, het Openbaar Ministerie zelf en de gemeenteraad Enschede weigeren naar mijn rapport te kijken, laat staan het te verifiëren. Tegen het college van procureurs-generaal heb ik daarover een klacht ingediend bij minister Grapperhaus van J&V (zie hier).

 

Tenslotte deed ik op 28 oktober jl., samen met drie direct belanghebbenden, aangifte van strafbare feiten tegen de bij de Vuurwerkramp betrokken overheidsinstanties (zie hier).

 

3. Maatschappelijk krachtenveld

In de strafaangifte beschuldig ik het OM niet alleen van het veroorzaken van een gerechtelijke dwaling door de tunnelvisie waarbinnen het OM opereerde. Ik beschuldig het OM ook van bewuste misleiding van de rechterlijke macht, het plegen van een reeks strafbare feiten en het zich schuldig maken aan verwijtbare gedragingen. Tezamen zijn deze beschuldigingen samen te vatten als 'Ondermijning van de Nederlandse rechtsstaat'. Dat zulke gedragingen door overheidsfunctionarissen geen incident zijn, tonen andere actuele voorbeelden:

 

Bij Transavia-piloot Julio Poch meende het OM een 'hoger belang' van de staat te zien, waarvoor het individuele belang van burger Poch moest wijken (zie hier).

Tegen bezwaren in van betrokken belastingdienstmedewerkers, meende de top van de Belastingdienst dat de onschuld van nietsvermoedende ouders geofferd moest worden aan het hogere belang van fraudebestrijding (zie hier).

Belanghebbenden bij de Nieuwjaarsbrand Volendam informeerden mij dat het Openbaar Ministerie slachtoffers in Volendam intimideerde, waardoor zij geen aangifte meer deden tegen de overheid, wegens nalatigheid van de overheid bij zowel de aanloop als de (strafrechtelijke) afhandeling van de Nieuwjaarsbrand.

Op lager echelon is het niet het belang van de staat, maar het verstoppen achter protocollen dat zich manifesteert. Zie de genegeerde hulpvragen van de doodgeschoten 16-jarige Hümeyra Ergincanli door politie en OM (zie hier), idem bij de doodgeschoten 28-jarige Linda van der Giesen door de politie (zie hier) en de genegeerde hulpvragen van de familie van de latere meervoudig moordenaars Thijs H. (zie hier). en Bart van U. (zie hier). Zie ook de wijze waarop voormalig koffieshophouder Johan van Laarhoven aan de Thaise Justitie is overgeleverd voor feiten waarvoor hij in Nederland niet werd vervolgd (zie hier).

Onlangs ben ik benaderd in het kader van een WODC-onderzoek naar het verlies van vertrouwen in de Nederlandse overheid. Men wilde niet mij interviewen, maar of ik gewone burgers uit Enschede kon aanleveren, die het vertrouwen in de overheid kwijt waren. Zo'n selectie van geïnterviewden leidt tot een oppervlakkig gemotiveerd ongenoegen dat, bij de aanbevelingen, geduid kan worden als een communicatieprobleem. Goed gedocumenteerde misstanden mogen kennelijk niet in het onderzoek worden meegenomen.

 

Demonstranten in gele hesjes en hardwerkende boeren die als misdadigers worden neergezet. Groningers met jarenlang door de overheid toegebrachte aardbevingsschade en vrachtwagenchauffeurs die te maken hebben met oneerlijke concurrentie. Zorg-personeel dat onderbetaald, onderbezet en overbelast is, idem dito voor leerkrachten en politie. Hulpzoekenden die bij de GGZ niet worden geholpen. Een disfunctionerende overheid is niet aan te pakken met het Openbaar Ministerie als strafrechtelijk sluitstuk. Het OM is opgericht om te handelen in het belang van de overheid. Daarom zijn bij verkiezingen veel kiezers op drift. Ikzelf kan daarover meepraten.

 

4. Kamercommissie J&V

Terug naar de overheid en de Vuurwerkramp. Uw Kamercommissie gaat over Justitie (OM-strafvervolging) én Veiligheid (brandweer en politie). Uw commissie neemt namens de Tweede Kamer een sleutelpositie in binnen het krachtenveld rond de Vuurwerkramp. Ik denk met veel genoegen terug aan het hartverwarmende schouwspel van de vele Kamerleden, van bijna alle politieke partijen (zie de beelden), die kwamen stemmen (zie de duiding) om de bevindingen van de Vuurwerkramp review te laten evalueren.

 

Na de afwijzing door de OVV kwam er een nieuwe gelegenheid door de Stichting Maatschappij en Veiligheid (zie hier). Uw commissie besloot op 7 november jl. nog om dit voorstel aan te houden in afwachting van de uitkomsten van de door minister Grapperhaus gevraagde onderzoeken, uit te voeren door de Inspectie J&V, het IFV en het RIVM/ILT (zie hier; agendapunt 60). De uitkomsten hiervan zijn op vrijdag 22 november jl. per Kamerbrief door minister Grapperhaus aangeboden (zie hier) en diezelfde avond online geplaatst door de Tweede Kamer (zie hier). Het is spijtig te moeten constateren dat deze rapportages ronduit misleidend zijn. Daar waar de minister schrijft dat er gewoon water gebruikt kan worden en tevens offensief geblust kan worden bij opgeslagen vuurwerk van de subklasse 1.4, misleidt de minister uw Kamer. Minister Grapperhaus gaat voorbij aan de onjuiste classificatiemethode, aan het effect van opsluiting op de kenmerken van vuurwerk en aan de bij brand vrijkomende gassen. Ook vergeet de minister steeds weer dat eenmaal brandend vuurwerk, ook van de subklasse 1.4, niet meer met water geblust kan worden, zelfs niet bij totale onderdompeling. Kortheidshalve verwijs ik hiervoor naar de Engelse blusvoorschriften: 'Fire and Rescue Service - Operational Guidance - General Risk Assessment - GRA 5.7 - Incidents involving explosives' (zie blz. 5-7 en 17-19). Een korte samenvatting:

 

Vuurwerkbranden leidden meermaals tot rampen met doden en gewonden. Vuurwerk moet altijd beschouwd worden als een zwaar explosief. Ongeacht of vuurwerk detoneert of deflagreert, het kan nooit geblust worden met water. Vuurwerk dat volgens regelgeving is geclassificeerd kan onder opsluiting in container anders reageren dan classificatie aangeeft. Drukopbouw bij opsluiting kan onverwacht resulteren in een massa-explosie of een vuurbal. Bij vuurwerk zal altijd 'defensief optreden' uitgangspunt zijn voor de brandweer. Zonder absolute zekerheid over het gedrag van vuurwerk, geldt altijd de maximale veiligheidsafstand, óók voor de brandweer. Indien brand opgeslagen vuurwerk bereikt, mag de brand niet meer worden bestreden (!) Water zal vuurwerk nooit doven en het is onvoorspelbaar of, wanneer en tot hoe ver een massa-explosie optreedt.

Naast een volledig foutieve inhoudelijke rapportage, meent de minister zelfs aan uw Kamer te moeten schrijven dat tijdens het door hem opgedragen onderzoek naar de blusvoorschriften, één van de onderzoeksinstellingen (het IFV) 'aannames, veronderstellingen en emoties' moest scheiden van 'feitelijkheden en rationele, verifieerbare argumenten' om tot de formulering van een advies te kunnen komen over de blusinstructies bij vuurwerk. Die 'aannames, veronderstellingen en emoties' werden dan geuit door critici van het staand beleid van de minister: namelijk dat vuurwerk gewoon met water geblust kan worden. Zie voor de brief van de minister (hier) en voor het bewuste rapport van het IFV (hier). Een uitgebreide analyse van de brief van de minister en de drie onderliggende rapporten volgt na consultatie van deskundigen, die is gepland op 2 december as.

 

Conclusie: Niet alleen misleidt de Minister van Justitie en Veiligheid de Tweede Kamer met zijn brief van 22 november jl., de minister brengt met zijn brief tevens de levens van brandweerlieden in gevaar die denken te kunnen vertrouwen op de blusvoorschriften.

 

5. De val van een melder

Een melder van ernstige, structurele en maatschappelijk relevante misstanden, alleen 'klokkenluider' genoemd indien de melding misstanden betreft bij de (ex-)werkgever, heeft met bekende mechanismen te maken. Bij zulke ernstige misstanden zijn altijd leidinggevenden betrokken: ofwel als deelnemer (actief), ofwel als gedogende (passief). Zo'n melding wordt steeds als onaangenaam ervaren en is nooit welkom. Dit geldt niet alleen de instantie die het betreft, maar ook de instantie die de melding ontvangt, zoals een intern- of extern accountant, een rekenkamer, een inspectiedienst, of zelfs het zogeheten 'Huis voor Klokkenluiders'. Vaak zijn er persoonlijke of institutionele belangen die in strijd zijn met het belang van het oplossen van de misstand. Gevestigde belangen wegen altijd zwaarder dan de melding. Daardoor wordt de melding vaak niet serieus genomen en gaat de melder steeds meer nadeel ondervinden naarmate hij/zij de melding verder doorzet. Hiervoor is overigens een simpele remedie, maar dat terzijde.

 

Bij de Vuurwerkramp zit ik als melder in een vergelijkbare positie. Alle presentaties, publicaties, brieven en media-uitzendingen vinden nauwelijks gehoor. Tot hoever moet ik gaan? Ik ben vanaf 2014 met de Vuurwerkramp bezig. Op 13 mei 2020 is het 20 jaar geleden dat de ramp plaatsvond. Het Openbaar Ministerie kijkt rustig toe. Zij weten dat 'negeren' bij een melder de behoefte opwekt om harder te gaan roepen. Dat is de val voor iedere melder. Ook ik loop in die val. Beeldvorming en procedures zijn belangrijker dan validering van het reviewrapport op betrouwbaarheid, intentie en bewijzen. Vanwege betrokkenheid van vele instanties is uw Kamercommissie J&V bij uitstek geroepen om zo'n validatie van het reviewrapport op te dragen. De ministerieel opgedragen onderzoeken hebben gefaald (zie ook hier). Het zou bijzonder fraai zijn wanneer uw Kamercommissie de gelegenheid van het aanbod van de Stichting Maatschappij en Veiligheid zou aangrijpen voor een zinvolle opdrachtverlening.

 

6. Op weg naar een doorbraak

Tot het onmogelijke is niemand gehouden, ook ik niet. Na vijf jaar onafgebroken werk aan de Vuurwerkramp en vlak voor de 20e gedenkdag van de ramp, moet er een doorbraak worden bereikt. Daarvoor zal ik maximale inzet plegen, verantwoordelijk maar ook beslist, teneinde een onderzoek te forceren naar de ware toedracht van het overheidshandelen in deze zaak. Op LinkedIn publiceerde ik reeds 43 artikelen over de Vuurwerkramp (zie hier). De komende tijd zullen steeds meer feiten, bewijsstukken en namen gepubliceerd worden. Dit kan (en zal) door het OM als smaad worden opgevat, want het waarheidsgehalte van de publicaties is daarbij geen criterium. Zie nogmaals art. 261 WvS, waarbij de uitzonderingsgrond van lid 3 geen optie is voor het OM. Er rest één andere mogelijkheid: dat uw commissie dit dossier ter harte neemt en de Kamer adviseert voor een zinvolle advisering te gaan betreffende de bevindingen van het reviewrapport.

 

Het door hogere bestuurslagen gepercipieerde belang van de staat, als excuus om burgers in de steek te laten, of te vermalen, alsmede het verschuilen achter protocollen, dient afgelopen te zijn. Uw Kamercommissie heeft met de gedragingen van overheid en OM bij de Vuurwerkramp een voorbeeldige en gedocumenteerde casus bij de hand.

 

Met vriendelijke groet,

Paul van Buitenen

 

Bron : PvB

https://www.linkedin.com/pulse/44-misleiding-van-de-tweede-kamer-paul-van-buitenen

 

Zie ook :

https://twitter.com/rudibakker

 

en

https://emls.webnode.nl/search/?text=vuurwerkramp&type=2

 

Opm.: EMLS

Parlementaire enquête ligt meer dan in de rede !!

 

 

=================================

EMLS

Utrecht / Haaksbergen, 27 november 2019