Groenboerenplan: 10 Aanbevelingen voor een nieuw perspectief voor boeren en tuinders. “Kies nu voor een échte omslag van ons landbouw- en voedselsysteem.”
Terwijl het aantal boeren in Nederland de afgelopen 50 jaar is gedecimeerd, groeit tegelijkertijd een
beweging van boeren en tuinders die werken aan een duurzame landbouw met meer nadruk op
plantaardige voeding en afzet in de korte keten. Pioniers die soms al decennia werken aan een
landbouw met een wezenlijke bijdrage aan ons welzijn vanuit een plattelandscultuur die mensen
verbindt. Inmiddels is er ook een nieuwe generatie boeren die daar op hun eigen wijze invulling
geven.
Deze pioniers delen hun visie en ervaring graag met de ministers Staghouwer en Van der Wal om zo
bij te dragen aan een overheidsbeleid dat perspectief biedt voor alle boeren die mee willen in de
landbouwtransitie. Het klimaat, de bodem- en waterkwaliteit, de biodiversiteit: het zijn allemaal
onderwerpen die de landbouw in het hart raken. Er is een grote urgentie om het produceren van
voldoende en gezond voedsel vanuit een vitale landbouwsector veilig stellen voor de generaties na
ons.
Kernpunten om tot een omslag te komen én perspectief te bieden:
Landbouw en natuur zijn onafscheidelijk met elkaar verbonden. Boeren die grondgebonden werken,
geen of heel beperkt gebruik maken van geïmporteerd veevoer en afzien van kunstmest en chemie
hebben een rijke biodiversiteit en bodemkwaliteit nodig om hun oogst te beschermen tegen ziektes en
plagen. Deze boeren leveren ook een grote bijdrage aan dierenwelzijn, bodem- en waterkwaliteit,
leggen koolstof vast en stimuleren biodiversiteit. Ze dragen bij aan voedselzekerheid en zorgen in
samenhang met natuurgebieden voor een platteland waar natuur en landbouw hand in hand gaan.
Ook boeren ‘in transitie’ kunnen stap voor stap bijdragen aan deze thema’s. Dat is de inzet van
onderstaande aanbevelingen.
1) Duurzaam boeren kan alleen als er een eerlijke prijs wordt betaald. Zorg daarom voor belasting
op niet duurzaam geproduceerd voedsel voor de externe kosten die het met zich meebrengen en
maak daardoor duurzaam geproduceerde producten relatief goedkoper. Een mix van heffingen
op ongewenste externe effecten, differentiatie met BTW en betalingen voor maatschappelijke
diensten is een randvoorwaarde om te zorgen dat duurzaamheid loont. Hier draagt de gehele
keten een grote verantwoordelijkheid. Als de prijzen worden gecorrigeerd naar de daadwerkelijke
kosten, zal iedere consument graag voor de duurzame (biologische) producten kiezen. Ook fiscale
maatregelen die nu veelal gericht zijn op investeringen in schaalvergroting en productieverhoging
moeten worden omgebogen om de gecombineerde maatschappelijke opgaves te realiseren.
2) Richt je met beprijzen en wetgeving op bronmaatregelen. Een grote groep boeren laat zien dat
dierwaardige landbouw zonder kunstmest of bestrijdingsmiddelen en geen of beperkte import
van veevoer prima mogelijk is. Ook reductie van stikstof begint bij het terugdringen van import
van veevoer en toepassing van stikstof-kunstmest. Technologie kan behulpzaam zijn in de
landbouw, maar moet dienend zijn aan systeemoplossingen en dierenwelzijn. De beloftes voor
inzet van nieuwe technologie zijn vaak sterk gekleurd vanuit de financiële belangen van de
leveranciers en kredietverstrekkers. De noodzakelijke omslag van ons voedselsysteem zal
onvermijdelijk ook een verschuiving betekenen van het verdienmodel van toeleveranciers en
afnemers, naar een verdienmodel voor de boer en zijn omgeving.
3) Streef naar een grondgebonden landbouw en sluit de kringloop in de vorm van volledig
plantaardige of gemengde bedrijven of koppelbedrijven die mest en voer uitwisselen. Daarnaast
is er ruimte voor een sterk gereduceerde varkens- en pluimveesector die vooral vanuit
reststromen worden gevoerd en waar dieren op een dierwaardige manier worden gehouden. Laat
grote, intensieve veebedrijven met weinig of geen grond, die vaak de grootste piekbelasters zijn,
als eerste in aanmerking komen voor uitkoop. Bij het sluiten van de kringloop hoort onderzoek
naar het terugbrengen van humane mest in de kringloop en het voorkomen van
voedselverspilling.
4) Zorg voor maatwerk en duidelijkheid met oog voor de boeren die deel van de oplossing zijn.
Geef boeren die willen stoppen een passende vergoeding voor hun bedrijf. Maar borg als overheid
dat die gronden, al dan niet als landschapsgrond, beschikbaar komen voor boeren, ook eerste
generatie boeren, die de gecombineerde maatschappelijke opgaves dienen. Boeren die vanwege
hun bedrijfsmodel niet of nauwelijks bijdragen aan de problemen en juist inhoud geven aan het
perspectief moeten - in lijn met de recentelijk aangenomen motie in de Tweede Kamer hierover -
zo snel mogelijk duidelijkheid krijgen dat ze door kunnen met hun bedrijf. Dat biedt ook
perspectief voor nieuwe boeren en boeren die de omslag nog gaan maken.
5) Zorg voor ondersteuning voor iedere boer die zich verder wil ontwikkelen op het pad van
verduurzaming. Zowel op teelttechnisch als bedrijfseconomisch- en sociaal-psychologisch vlak.
Geef daarbij ook duidelijke richtlijnen over de tijdshorizon voor verandering en zorg voor
onafhankelijk advies. Hiervoor zijn relevante voorstellen uitgewerkt door Boerenperspectief en de
Plaatsen. Benut en waardeer daarbij de kennis en ervaring van boeren die verschillende vormen
van kringlooplandbouw al hebben ontwikkeld of hiermee experimenteren. Stimuleer en erken
collegiale toetsing. Een waardevolle, stimulerende en ook bindende vorm voor de ontwikkeling
van een boerenbedrijf. Gebruik deze methode als waardevol alternatief voor externe controleurs
die straks de scores op de KPI’s gaan turven.
6) Zorg voor voorlichting over duurzame voeding, leg reclame voor ongezonde voeding aan
banden en geef als overheid het goede voorbeeld met inkoopbeleid. Zorg voor een
stimuleringsbeleid om het aandeel biologisch, plantaardig en duurzaam lokaal voedsel in het
bestedingspatroon van burgers fors te verhogen in lijn met de Europese Farm to Fork strategie. En
stimuleer een gezond voedselpatroon, ook door reclame voor ongezonde voeding aan banden te
leggen. Wees alert op greenwashing met nieuwe termen die niet vanuit ofwel een directe boer-
burger verbinding komen ofwel middels onafhankelijke keurmerken worden geborgd. Geef als
overheid als ‘launching costumer’ het goede voorbeeld met een duurzaam inkoopbeleid voor
overheidsinstellingen en met subsidies ondersteunde partijen. Zo draagt de overheid direct bij aan
het creëren van een substantiële markt voor deze producten.
7) Versterk de positie van de boer in de korte keten. Investeer in gezamenlijke klimaatneutrale
regionale transportsystemen, in transparantie over de mate van duurzaamheid van de lokale
boeren en producenten en ondersteun effectieve (digitale) verkoopkanalen. Zorg in de eerste
ontwikkelfase voor afstemming van vraag en aanbod voor lokale producten door regie te voeren
per gebied. Als de boer een serieus alternatief verkoopkanaal heeft versterkt dit zijn of haar
relatie tot de andere ketenpartijen zoals supermarkten.
8) Grondbeleid moet ten dienste staan van duurzame landbouw. Extensieve landbouw kan niet tot
bloei komen zonder toegang tot betaalbare grond. De grondprijzen zijn extreem hoog. Zorg met
fiscaal aantrekkelijke instrumenten voor investeringen in landbouwgrond door bijvoorbeeld
gespecialiseerde grondbanken of pensioenfondsen, op voorwaarde dat deze gronden voor reële
vergoeding langjarig worden verpacht aan boeren die aantoonbaar rekening houden met de
natuur. Dit geeft ruimte aan een nieuwe generatie boeren die als gevolg van de huidige
grondprijzen onmogelijk een duurzaam bedrijfsmodel kunnen realiseren. Herzie hiervoor ook de
pachtwet, zodat deze dienend wordt aan de lange termijn opgaves en uitputting van bodems
middels kortlopende pacht wordt voorkomen.
9) Veranker de principes van natuur-inclusief boeren in het agrarisch onderwijs en betrek boeren
bij het onderzoek naar de transitie. Het agrarisch onderwijs zal als vertrekpunt moeten nemen
hoe je als toekomstige boer klimaatneutraal en dierwaardig kan boeren op basis van de
ecologische draagkracht van de omgeving. Daarnaast is er behoefte aan participatief onderzoek
naar vormen van agro-ecologische, biologische en natuurinclusieve bedrijfsvoering. Het huidige
model van ‘topsectoren’ onderzoek, waarbij een groot aandeel aan private financiering wordt
vereist, leidt tot eenzijdig onderzoek met bestaande commerciële belangen. Onderzoek naar
nieuwe vormen van waardencreatie komt zo niet tot stand. Financier maatschappelijk relevant
onderzoek en betaal de deelnemende boeren die hun kennis en ervaringen willen delen.
10) Zorg voor rechtvaardige, passende en stimulerende wet- en regelgeving. De huidige wet- en
regelgeving is vooral gericht op een industriële landbouw en de voedingsmiddelenindustrie. Het
heeft geleid tot hinderende wetgeving en subsidieprogramma’s die niet aansluiten, vrijwel
onhaalbare vereisten voor de omgang met vee en onnodige administratieve lasten voor
kleinschalig werkende boeren en boeren met gemengde bedrijven. Zorg daarom voor een ander
wetgevend kader gebaseerd op vertrouwen en passend beleid voor duurzame boeren en geef zo
ruimte voor een natuurvriendelijke werkwijze. Maak het daarmee ook aantrekkelijk voor andere
boeren om naar deze vorm van landbouw over te stappen. Wees qua beleid consequent op
nationaal, Europees en mondiaal niveau. Pleit voor gelijkwaardige criteria voor import en het
sluiten van de Europese grenzen voor producten die niet aan onze eigen standaarden voldoen.
Pas die criteria ook toe bij projecten in derde landen.
Woensdag 6 juli 2022
Ondertekend door:
Biohuis, Caring Farmers, Federatie van Agro-ecologische Boeren (BD-Vereniging, Bio-Tuinders
Vereniging, Bio-Vegan Netwerk, CSA Netwerk Nederland, Vereniging Toekomstboeren), Herenboeren
Nederland
Ondersteund door:
Bionext, Land & Co, Louis Bolk Instituut, Stichting Aardpeer, Stichting BD-Grondbeheer, Stichting
Demeter, Stichting Land van Ons, Stichting Lenteland, Stichting Warmonderhof, Transitiecoalitie
Voedsel, Triodos Bank
https://drive.google.com/file/d/1pF3Z3V6gJ484rQzDxKiGm_B4ifXb5s0r/view