Dossier Vuurwerkramp // Is de geheimhoudingsplicht van een advocaat absoluut ? Moet het Nederlandse rechter-plaatsvervangerschap systeem dat mogelijk maakt dat advocaten tevens rechter-plaatsvervanger kan doen laten zijn niet worden beëindigd ?
Maakt het Nederlandse rechter-plaatsvervangerschap de Nederlandse rechtspraak en de daarbij behorende onpartijdigheid en onafhankelijkheid kwetsbaarder voor invloeden van buitenaf ?
Niet de NOvA maar in een rechtsstaat bepaalt de rechter de reikwijdte van de geheimhoudingsplicht en het verschoningsrecht. Maar wat nu als een advocaat rechter-plaatsvervanger en/of tuchtrechter bij de Raad of Hof van Discipline is ? Tast de NL-mengvorm waarbij een advocaat tevens rechter-plaatsvervanger en/of raadsheer-plaatsvervanger kan zijn zowel de onafhankelijkheid van de advocatuur als wel de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht aan?
Rechters-eed versus advocaten-eed.
Ingevolge artikel 44 lid 1 Wrra kunnen rechters – met uitzondering van de plaatsvervangers - geen advocaat of notaris zijn of anderszins beroepsmatig rechtskundige bijstand verlenen. In Nederland kan derhalve een advocaat gelijktijdig rechter-plaatsvervanger zijn. Dat is aan justitiabelen niet uit te leggen
Een advocaat in de dubbelfunctie van rechter-plaatsvervangers oefent als hoofdfunctie het beroep van advocaat uit na aflegging van de advocaten-eed en dat verhoudt zich bezwaarlijk tot een onafhankelijke en onpartijdige taakvervulling van een rechter die de rechters-eed aflegt. De rechters-eed is van een andere strekking als die van een advocateneed.
De inzet van advocaten als plaatsvervanger-rechter en/of plaatsvervanger-raadsheer heeft herhaaldelijk tot discussie geleid, omdat zij in hun rol van advocaat bij uitstek partijdig zijn t.b.v. hun cliënt en een commercieel belang kunnen hebben bij de rechtszaak of een bepaalde rechtsontwikkeling.
De vraag die boven is komen drijven is of het rechter-plaatsvervangerschap een rol speelde of nog speelt bij diverse langslepende rechtszaken zoals o.a. de "afwikkeling van de Enschedese vuurwerkramp" van 13 mei 2000
Vele vragen zijn thans nog steeds openstaand .
Die vragen zijn o.a.:
Waarom bleef de gemeentelijke Enschedese Wvg-besluitvorming die plaatsvond in een besloten gemeenteraadsvergadering op 2 juni 1997 na 13 mei 2000 onder de pet? In die besloten raadsvergadering werd het voorkeursrecht ( recht van eerste koop voor de gemeente) locatie Tollensstraat 20-50 gevestigd t.b.v. het VINEX-Plan Groot Roombeek. Waarom bleef het 19 jaar geheim?
Waarom staat het geheime Wvg-dossier niet omschreven in de rapporten van de Commissie Oosting ? Waarom is het Wvg-dossier niet ingebracht bij het O.M.? Waarom is dat dossier niet door de advocaten van Bakker ingebracht bij Bakkers verzekering en bij de rechterlijke macht ?
Waarom heeft de lokale Deken van de Orde van Advocaten van het toenmalige arrondissement Almelo na 13 mei 2000 geen nader onderzoek ingesteld ?
Waarom zat het Wvg-dossier niet in het dossier van het gemeentelijk Grondbedrijf ? Waarom informeerde het notarissenkantoor dhr. Bakker in april 1998 niet toen hij als werknemer van SE Fireworks overnam van de vorige eigenaar en Bakker feitelijk een “Kat in de Zak” kocht?
Elke advocaat-plaatsvervangend-rechter die zich in een andere (neven)functie in een ondergeschikte positie bevindt ten opzichte van de uitvoerende macht draagt automatisch een schijn van afhankelijkheid leert o.a. de Enschedese vuurwerkrampafwikkeling.
Binnenkort meer op deze site.......