Leestip: Het verschoningsrecht van advocaten in de onderzoekspraktijk
Het professionele verschoningsrecht is een belangrijk onderdeel van ons rechtsstelsel en waarborgt dat advocaten hun essentiële juridische hulpverleningstaak kunnen uitvoeren. Tegelijkertijd kan het verschoningsrecht een belemmering voor de waarheidsvinding vormen. Met het oog hierop en vanwege de toenemende mate waarin advocaten werkzaamheden verrichten die ook door andere dienstverleners – aan wie geen verschoningsrecht is toegekend – kunnen worden uitgevoerd, bestaat er onduidelijkheid omtrent de reikwijdte van het advocatuurlijke verschoningsrecht. Daarbij komt dat de wetgeving omtrent inbeslagname voor (bepaalde) advocaten niet voldoende helder en concreet is.
Het voorgestelde gemoderniseerde Wetboek van Strafvordering tracht die onduidelijkheid op te lossen door wettelijk te erkennen dat niet voor elke dienst van advocaten dezelfde regels omtrent het verschoningsrecht gelden. Dat betreft bijvoorbeeld de werkzaamheden die zijn verbonden aan forensisch onderzoek: dat wordt als ‘niet advocatuurlijk’ gezien.
In dit boek gaat de auteur nader in op het advocatuurlijke profiel in de ondernemingsrechtelijke praktijk. Na boekhoudschandalen en de financiële crisis zijn compliance, de naleving van gedragscodes en gedegen corporate governance van groot belang en advocaten spelen daarbij een grote rol. Zij kunnen ondernemingen bijstaan maar alleen indien hun verschoningsrecht maakt dat zij optimaal hun beroep kunnen uitoefenen, door vertrouwelijke feiten bespreekbaar te maken. Wat de advocaat in de hoedanigheid van adviseur ontdekt zou dan ook onder de geheimhoudingsplicht en dus onder het verschoningsrecht moeten vallen.
Dit boek geeft inzicht in de vraag of de voorgestelde wettelijke wijziging van het verschoningsrecht wel toekomstbestendig is voor Nederlandse advocaten – met strafrechtelijke kennis – in de ondernemingsrechtelijke adviespraktijk.
Bron : BijzonderStrafrecht.NL