NEDERLAND - Tijdelijk afwijkende regeling voor civiele dagvaardingszaken bij de hoven vanwege de bijzondere omstandigheden door de Corona-crisis
Tijdelijk afwijkende regeling voor civiele dagvaardingszaken bij de hoven vanwege de
bijzondere omstandigheden door de Corona-crisis (toepassing uitzonderingsbepaling
artikel 1.18 LPR):
In afwijking van het Landelijk procesreglement voor civiele dagvaardingszaken bij de
gerechtshoven gelden vanaf heden tot nader order de volgende afwijkingen.
Voor het overige wordt het reglement onverkort toegepast.
1. Een verzoek om uitstel voor het verrichten van een proceshandeling wordt in
beginsel altijd verleend. Bij bezwaar van de wederpartij beslist de
rolraadsheer.
2. De minimumtermijn voor alle proceshandelingen bedraagt vier weken, dus ook
de termijn voor fourneren wordt vier weken.
3. Als de proceshandeling waarvoor de zaak staat niet uiterlijk de dag na de
roldatum is verricht, wordt ambtshalve vier weken uitstel verleend, ook zonder
verzoek van partijen om uitstel en ook in het geval volgens het
procesreglement geen uitstel kon worden verkregen. Verval van recht wordt
niet uitgesproken.
4. Nieuwe zaken worden gewoon ingeschreven, ook bij een geringe
overschrijding van de in art. 125 lid 2 Rv genoemde termijn voor indiening van
de stukken ter griffie.
5. In spoedeisende zaken kan de rolraadsheer de afwijkingen buiten toepassing
laten en de gewone regels van het procesreglement hanteren.
Bron : Rechtspraak.NL
https://www.rechtspraak.nl/SiteCollectionDocuments/tijdelijke-regeling-hoven-Civiel-Corona.pdf