Dossier Zoutwinning // Haaksbergen-Den Haag. Grotere kans op fouten door complexe procedure zoutwinning Haaksbergen’
HAAKSBERGEN/DEN HAAG - Het Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) vindt de totstandkoming van de zoutwinning in Haaksbergen ‘onoverzichtelijk en complex’. Dat gaat volgens de toezichthouder ten koste van de transparantie, van goed inzicht en overzicht voor de omgeving. Het vergroot volgens SodM ook de risico’s.
De kritiek van het SodM is gericht aan het adres van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK), waar staatssecretaris Hans Vijlbrief op Mijnbouw de scepter zwaait. De brief dateert al van 25 mei en dat is opmerkelijk. Luttele dagen later zaaide Vijlbrief verwarring in de Tweede Kamer, met uitspraken over het hergebruik van de Haaksbergse zoutcavernes voor de opslag van waterstof.
Naar nu blijkt maakte SodM zich toen al zorgen over de vele procedures die er lopen voordat de zoutwinning rond Haaksbergen kan beginnen. Daarbij gaat het niet alleen om de veelheid aan procedures, maar ook om het feit dat verschillende overheden verantwoordelijk zijn voor verschillende vergunningaanvragen. Er zijn aanvragen bij het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK), bij de provincie Overijssel en bij de gemeente Haaksbergen. En dan is er nog een milieueffectrapport en het winningsplan, waar EZK ook iets van moet vinden.
Wat gebeurt er?
SodM: „Dit gaat ten koste van de transparantie, van goed inzicht en overzicht voor de omgeving: wat gebeurt er wanneer en door wie, wat zijn de regels, hoe wordt de veiligheid bovengronds en ondergronds beoordeeld en wie houdt waarop toezicht?”
De toezichthouder constateert dat in Haaksbergen – en vooral in de omgeving van Sint Isidorushoeve – ongerustheid is over de geplande zoutwinning en de gevolgen ervan. Het was voor Vijlbrief reden ‘de Hoeve’ op 20 juni te bezoeken. SodM had hem toen al gewaarschuwd dat de complexiteit van de procedures zorgt voor een erosie van het vertrouwen ‘van de omgeving in een goede procedure en veilige zoutwinning in de toekomst’.
Grotere risico’s
Maar ook voor provincie en gemeente vergroot de versnippering afstemmingsrisico’s tussen de diverse overheden: „Voor belanghebbenden en adviseurs is het lastig te beoordelen bij wie en op welk moment zij hun aandachtspunten kunnen inbrengen. Het risico is dat hun zorgen tussen wal en schip raken”, waarschuwt SodM.
Als voorbeeld noemt SodM het leidingentracé voor de pekel, dat van Haaksbergen naar Hengelo gaat voeren. „De risico’s voor mens en milieu nemen onnodig toe, omdat op deze wijze niet alleen tijdens de advisering, maar ook in het toezicht een integrale risicobeoordeling moeilijker wordt.” SodM adviseert daarom om alle aanvragen voortaan in te laten dienen bij EZK, net als het Milieueffectrapport en het winningsplan. Of dat het ministerie op zijn minst de regie neemt in het vergunningenproces.
Ministerie afhankelijk
In een reactie zegt een woordvoerster van EZK per mail dat het ministerie wel de regie heeft, maar wel deels afhankelijk is van de andere overheden. EZK, zo geeft zij aan, „kijkt wel naar de rol van decentrale overheden en een mogelijke versterking daarvan”. Wat dat inhoudelijk betekent, wordt niet gemeld. Over zoutwinner Nobian, dat de vergunningen heeft aangevraagd, zegt ze: „Nobian kiest ervoor om de aanvragen gefaseerd in te dienen. Dat mag en staat los van de inhoudelijke beoordeling.
Bron : Leo van Raaij vanTubantia.NL
Zie ook
https://emls.webnode.nl/search/?text=zoutwinning&type