Wetsvoorstel Homologatie Onderhands Akkoord // Nieuwe wet dwingt curatoren in andere rol.
Met het Wetsvoorstel Homologatie Onderhands Akkoord zouden bedrijven in moeilijkheden minder snel failliet moeten gaan. Minder faillissementen – betekent dat ook minder werk voor curatoren en insolventieadvocaten? Ze zullen wel nadrukkelijker aan de bak moeten om voldoende opdrachten te krijgen.
Tijdens een bijeenkomst voor jonge juristen, vorig jaar november, werden ze ruw uit hun droom gewekt. Net afgestudeerd, een voorliefde voor het faillissementsrecht en als belangrijkste ambitie: curator worden. Dan komt Koos Beke, senior manager bij advieskantoor PwC het feestje even bederven.
Beke geeft voor de aanwezige insolventiespecialisten een lezing over de WHOA, het Wetsvoorstel Homologatie Onderhands Akkoord. Met die wet kunnen bedrijven die kampen met een grote schuldenlast maar wel levensvatbaar zijn makkelijker worden gered. Er komt een regeling die schuldeisers kan dwingen een akkoord over de terugbetaling te accepteren. Niet failleren maar herstructureren is het doel.
MINDER CURATOREN NODIG
Die wet zal ervoor zorgen, zo vertelt Beke tijdens zijn lezing, dat er in de toekomst minder curatoren nodig zijn. “Omdat er minder faillissementen komen. De wet biedt immers een alternatief. Zeker grote bedrijven maken meer kans op overleving.” Insolventieadvocaten delen die visie.
Echter, voor de onderkant van de markt zal de wet niet veel veranderen, denkt Hidde Reitsma (AMS Advocaten). “De klassieke faillissementen, bij de kleinere bedrijven, komen vaak voort uit aandeelhouders- en familieconflicten, of betreffen ondernemingen waar men is doorgedraaid tot men echt niet verder kan. Die faillissementen worden ook na de WHOA gewoon afgewikkeld, met een door de rechtbank benoemde curator.”
Grote verschuivingen ziet Reitsma dan ook niet. “Ook nu worden veel herstructureringen afgewikkeld zonder faillissement, ook al is de WHOA nog niet in werking getreden. Het inroepen van een herstructureringsdeskundige of het opstellen van een herstructureringsplan wordt met de WHOA wel makkelijker, het werk van de curator wordt daarmee mogelijk wat praktischer. Maar veel invloed op de insolventiepraktijk zal de WHOA niet hebben. Ik denk niet dat als er met de WHOA 20 procent minder faillissementen komen, er ook 20 procent minder werk is voor insolventieadvocaten en curatoren.”
MEER ADVIESWERK
De Vereniging voor Insolventierecht Advocaten (less) juicht de nieuwe wet toe, zegt voorzitter Flip Schreurs, tevens advocaat bij Boels Zanders. Nu moeten curatoren over iedere schuldafwikkeling een akkoord zien te bereiken, en als er één dwarsligt gaat het al niet door. “Zo is het moeilijk financiële problemen op te lossen, zie V&D. Met de WHOA kun je al vóór een surséance of faillissement een dwangakkoord sluiten. Zo kun je maatwerk leveren bij financiële problemen. Er komt een instrument om efficiënt, rechtvaardig en transparant levensvatbare bedrijven te redden.”
Schreurs verwacht niet dat de WHOA zal leiden tot minder surséances of minder faillissementen. “Dergelijke schommelingen zijn vooral te wijten aan de conjunctuur. Door deze nieuwe wet zijn dat er hoogstens een paar honderd per jaar minder. Dat betekent inderdaad dat er minder werk is voor curatoren of dat er wat minder curatoren nodig zijn. Maar voor insolventieadvocaten en onze leden – die doorgaans tot curator worden benoemd – komt er ander, interessanter werk voor terug. Zoals crediteuren en bestuurders als herstructureringsdeskundige bijstaan en deze adviseren over de mogelijkheden van de WHOA voorafgaand aan een dreigend faillissement.”
Het ligt in zo’n geval voor de hand dat ondernemers dan ook bedrijfskundigen of accountants inschakelen. “Dat zal best gebeuren”, zegt Schreurs. “Maar de pre-insolventie-problematiek is bij uitstek een juridisch systeem. We zijn er niet om te kijken of de balans klopt, wel om contracten te beoordelen, of de gevolgen van de dreigende insolventie. Het systeem is een ingewikkelde set regels, en daar zijn wij voor.” Vooral in het MKB ziet Insolad-voorzitter Schreurs meer werk voor zijn leden.
HERSTRUCTURERINGSDESKUNDIGE
Dan moeten de huidige curatoren wél over de juiste vaardigheden beschikken, reageert Koos Beke, senior manager binnen het PwC business restructuring team – en dat is niet altijd het geval. De WHOA introduceert twee nieuwe figuren: de herstructureringsdeskundige en de observator. “Onduidelijk is nog welke type personen dit zouden kunnen doen”, zegt Beke. Hij vermoedt dat huidige curatoren prima als observator kunnen optreden. “Ze zijn bij de procedure de fly on the wall, kijken of de regels netjes worden gevolgd, houden de belangen van alle crediteuren in de gaten en informeren de rechtbank daarover.” De observator wordt door de rechtbank benoemd.
Daarnaast is er nog de herstructureringsdeskundige. De rechtbank benoemt deze persoon, maar op aandragen van de ondernemer of stakeholder; zij kunnen een voorkeur uitspreken. Zijn taak lijkt complexer. Beke: “Hij schrijft samen met partijen het herstructureringsplan, hij moet schakelen met het management, hij ziet toe op de waarderingen die nodig zijn bij een WHOA. Maar zijn belangrijkste taak: partijen bij elkaar brengen, draagvlak creëren en zorgen dat de neuzen dezelfde kant komen te staan. Kortom, het schaap met de vijf poten.”
Beke denkt niet dat alle curatoren voor die rol geschikt zijn. “Nu hebben ze soms een wat agressievere taakopvatting: de boedelopbrengst maximaliseren. Dat strookt niet met het zoeken naar een oplossing waar alle partijen zich in kunnen vinden.” Toch denkt Beke dat ook insolventieadvocaten een rol krijgen binnen de WHOA. “Er zal plek zijn voor iedereen. Is er een groot waarderingsprobleem, dan heb je een financiële figuur nodig, maar ook die zal juridische bijstand moeten inroepen. Moeten bij een herstructurering vooral contracten worden doorgelicht, dan heb je een jurist nodig, maar die zal weer iemand naast zich willen die veel afweet van financiën.”
DILEMMA
Voor insolventieadvocaten en curatoren betekent de nieuwe wet zeker een grote verandering. Volgens Beke zullen zij zich meer als herstructuringsdeskundige moeten gaan profileren, om zo voldoende werk binnen te halen. Om die reden, zegt advocaat Hidde Reitsma, moeten insolventieadvocaten de nieuwe regels die gelden onder de WHOA snel meester maken. En ze zullen meer de boer op moeten. “Vroeger kregen ze werk via de rechtbank maar nu komt dat minder vanzelf naar je toe. De advocaat als herstructureringsdeskundige moet meer doen aan acquisitie, onderhandelen over het tarief – er komt gewoon meer marktwerking.” Dat vindt Reitsma ook ‘niet verkeerd’. “In het huidige systeem zitten perverse prikkels, met een betrekkelijk hoog tarief voor de curator als er iets in de boedel zit.”
Koos Beke van PwC wijst nog op een ander dilemma. Als een advocaat optreedt als curator en elders als herstructuringsdeskundige, kan dat problemen opleveren. “Een curator kan in een lastig faillissement flink overhoop liggen met partijen. De sfeer kan ruzieachtig zijn. Heeft een ondernemer die een herstructureringsdeskundige zoekt die partijen bij elkaar kan brengen, en welke partijen deels overlappen met dat lastige faillissement – bijvoorbeeld financiers –, wel voldoende vertrouwen in zo’n curator?”
Bron : MR-ONLINE.NL
==============================
EMLS
Utrecht / Haaksbergen, 14 januari 2020