NEDERLAND - Onafhankelijke rechtspraak in het geding? Onafhankelijkheid van de Rechtspraak ‘boterzacht’ !

24-10-2024 17:00

Onafhankelijkheid van de Rechtspraak ‘boterzacht’: we lijken wel Hongarije

Politici kunnen, als ze kwaadwillend zijn, te veel invloed uitoefenen op de rechterlijke macht. Zorgen concentreren zich rond de Raad voor de rechtspraak, die de onafhankelijkheid onvoldoende weet te waarborgen.

 

Onafhankelijkheid van de rechtspraak ‘boterzacht’: we lijken wel Hongarije

Deze overwegingen staan in de onderzoeksbundel Constitutionele waarborgen die vandaag wordt gepresenteerd. Topjuristen als Jonathan Soeharno, Jerfi Uzman, Niels Graaf, Wim Voermans en Geert Corstens schreven mee. Het boek is verschenen in opdracht van de Stichting Onderzoek Rechtspleging.

 

‘Kwaadwillende elite’

De rode draad: de onafhankelijkheid van de Nederlandse rechtspraak ten opzichte van de politiek is ‘boterzacht’. Met ‘ingrijpende en stelselmatige verbeteringen’ moet worden voorkomen dat Nederland afglijdt naar een Polen of een Hongarije, waar politici de rechtspraak naar hun hand wisten te zetten. Nederland is niet ver van die situatie af: “Een kwaadwillende minister heeft alle knoppen om aan te draaien”, zegt Soeharno in een interview met NRC. Het anti-institutioneel sentiment is al volop aanwezig: rechters worden door sommige politici ter radicaal-rechter zijde neergezet als een kwaadwillende elite. Soeharno is hoogleraar rechtspleging in rechtsfilosofisch perspectief aan de Universiteit van Amsterdam en advocaat bij De Brauw.

 

Raad voor de rechtspraak

Spin in het web is de ogenschijnlijk zwakke positie van de Raad voor de rechtspraak, die onder het ministerie van Justitie valt. Via de Raad heeft de regering directe zeggenschap over de financiering, bedrijfsvoering en personele invulling van de gerechten. Het is de minister die de leden van de Raad en de president van de gerechten voor benoeming en ontslag voordraagt. Ook kan de minister dwingende aanwijzingen geven aan de Raad en gerechtsbesturen – ook over personeelsaangelegenheden. Daarnaast kan de minister besluiten van de Raad en (indirect) de gerechten vernietigen, schrijft NRC. Door deze hiërarchische positie van de rechterlijke macht ten opzichte van de politiek is de situatie in Nederland nog zwakker dan in Polen en Hongarije voor het daar misging, zegt Soeharno.

 

Falende rechters ontslaan

In Nederland, zegt Soeharno tegen NRC, heeft een kwaadwillende politicus geen enkele wetswijziging nodig om de rechterlijke macht naar zijn hand te zetten. Dat gebeurde al in 2012: de PVV, die toen gedoogsteun leverde aan Rutte-I, lag bij de benoeming van twee leden van de Hoge Raad al dwars. Deze partij – met de grootste Kamerfractie – vindt ook dat falende rechters moeten kunnen worden ontslagen.

 

Op afstand

Wat Soeharno betreft moet de minister op afstand komen te staan van de benoemingen van de Raad voor de rechtspraak en de gerechten. Een motie daarover van D66 werd door vier rechtse partijen (PVV, BBB, Forum voor Democratie en de VVD) niet gesteund. Ook zou er een aparte begroting voor de rechterlijke macht moeten komen. Nu maakt deze nog onderdeel uit van de justitiebegroting. Onlangs kwam de jonge jurist Assamaual Saidi Rabah tot een vergelijkbare analyse en conclusie.

 

Rule of Law Index

Toevallig verscheen gisteren de Rule of Law Index van het World Justice Project. De WJP houdt wereldwijd bij hoe het met de rechtsstaat gesteld is. Daaruit bleek dat Nederland dit jaar een plek naar beneden is gezakt: van de zevende naar de achtste plek.

 

Bron :

https://www.mr-online.nl/onafhankelijkheid-van-de-rechtspraak-boterzacht-we-lijken-wel-hongarije/

 

Niels Graaf over zijn Italiëprijs en het hipste constitutionele hof van Europa

Mr. van de week is Niels Graaf. Eind juni ontving hij de Van Woudenberg Dissertatieprijs, die eens in de twee jaar wordt uitgereikt voor het beste proefschrift op het gebied van Italiëstudies. Graaf promoveerde in 2022 in Utrecht op ‘Judicial Influencers. Scholarly Use of Foreign Law and the Convergence of German, Italian and French Ideas on the Position of National Constitutional Courts in the EU Legal Context’. Momenteel is hij universitair docent constitutioneel recht aan de Universiteit van Amsterdam, waar hij eerder geschiedenis en rechten studeerde.

 

Congratulazioni! Wij dachten: een jurist die een Italiëprijs wint… Was u zelf verbaasd?

“Verbaasd vanwege de combinatie? Integendeel. Het verbaast eerder dat ik de eerste jurist ben die deze prijs binnenhaalt (ik ben zeer vereerd!). Het Romeinse recht, de glossatoren, twintigste-eeuwse trendsettende politieke experimenten: juristen zouden zich veel vaker tot de Italië-studies moeten wenden.”

 

Eerlijk: had u ooit gehoord van Gerda van Woudenberg, de naamgeefster van deze prijs?

“Deze anekdote is natuurlijk volstrekt ongeloofwaardig, maar wel waar: tijdens mijn periode als gastonderzoeker in Bologna woonde ik in het Collegio dei Fiamminghi, een prachtig instituut midden in de historische binnenstad. In mijn werkkamer stond het gehele oeuvre van door Van Woudenberg vertaalde Nederlandse literatuur. Bijna een jaar heb ik tegen die vergeelde kaften aangekeken. Meer dan drie zinnen heb ik daar overigens niet uit gelezen. Na het dagelijks doorploegen van Italiaanse publiekrechttijdschriften, had ik weinig behoefte aan Louis Couperus in vertaling. Dat doet overigens niets af aan het belangrijke vertaalwerk dat Van Woudenberg heeft verricht – bijna eigenhandig heeft ze de Nederlandse literatuur geïntroduceerd in Italië.”

 

Waarover gaat uw proefschrift en waar zit de Italiaanse component?

“Mijn dissertatie behelst een studie naar ideeën over de taak van constitutionele hoven binnen de Europese Unie en hoe die ideeën zich dan weer verspreiden tussen verschillende Europese rechtssystemen. Ik onderzocht daarvoor bijna drie decennia aan (niet gedigitaliseerde) rechtswetenschappelijke literatuur in het Duits, Frans, en ja, Italiaans. Welke buitenlandse voorbeelden werden aangehaald? Hoe vaak? Op welke wijze? Waarom? Door het beantwoorden van die vragen, hoopte ik en passant een venster te bieden op de Duitse, Franse en Italiaanse constitutionele cultuur.”

 

U presenteert het Duitse federale constitutionele hof (Bundesverfassungsgericht) als leidende (buitenlandse) gerechtelijke influencer. Bij influencers denken we eerder aan hippe jongelui die ons producten proberen aan te smeren.

“In constitutioneel opzicht is het Bundesverfassungsgericht precies dat: het hipste van het hipste. Voor Italiaanse en Franse rechtswetenschappers en rechters is het in Karlsruhe zetelde Duitse Constitutionele Hof het ultieme navolgenswaardige voorbeeld. Italianen verwijzen zelfs bijna exclusief naar Karlsruhe. Net als die hippe jongelui dringt het Duitse Constitutionele Hof bepaalde ideeën op aan andere Europese constitutionele gemeenschappen (de ‘followers’), bijvoorbeeld aangaande het nuanceren van de voorrang van EU-recht. Dat gebeurt niet via TikTok stories, maar in de vorm van doorwrochte doctrinaire uitspraken.”

 

De jury was te spreken over ‘het inventieve karakter van de dissertatie, zowel voor de juridische en politieke wetenschappen als voor de geesteswetenschappen’. Binnen welke discipline voelt u zich het meest thuis?

“Disciplines zijn er om te (door)breken.”

 

Gedurende uw onderzoek verbleef u als gastonderzoeker in Rome, Bologna en Berlijn. Raadt u dat aan boven een verblijf aan Harvard of Cambridge?

“Ik begrijp eigenlijk niet zo goed waarom in Nederland het idee leeft dat enkel Angelsaksische universiteiten iets te bieden hebben. Het Italiaanse en Duitse (constitutionele) recht, en de debatten die erover worden gevoerd, hebben inhoudelijk de Nederlandse juristerij veel meer te bieden dan common-law systemen die geen onderdeel vormen van de Europese Unie.”

 

Als u het voor het zeggen had…

“Was een vak getiteld ‘burgerlijke ongehoorzaamheid’ onderdeel van het civiel effect van juridische opleidingen.”

 

Welk wetsartikel vindt u het mooist?

“Artikel 120 van de Grondwet: ‘De rechter treedt niet in de beoordeling van de grondwettigheid van wetten en verdragen’. Maar we moeten het wel afschaffen. Het is tijd voor een Nederlands Constitutioneel Hof, het liefste in Amsterdam en EU-vriendelijker dan Karlsruhe.”

 

Bron: Mr-Online.NL

https://www.mr-online.nl/niels-graaf-over-zijn-italieprijs-en-het-hipste-constitutionele-hof-van-europa/

 

Onafhankelijke rechtspraak in het geding?

In 2002 werd de Raad voor de rechtspraak ingevoerd, om als een soort ‘buffer’ tussen rechtspraak en politiek te fungeren. De invoering van de Raad riep echter ook een hiërarchie in het leven: gerechten werden met betrekking tot bedrijfsvoering hiërarchisch ondergeschikt aan de Raad, die weer ondergeschikt werd aan de minister. Hoewel de behandeling van individuele zaken hiervan geen onderdeel uitmaakte, waren er vanaf het begin zorgen over de betekenis voor de rechterlijke onafhankelijkheid. Kreeg de politiek via de bedrijfsvoering niet te veel in de melk te brokkelen van de rechtspraak?

 

Hoe staat de onafhankelijkheid van de rechtspraak er nu, een krappe kwart eeuw later, voor? Het is een vraag die met het oog op vernieuwde aandacht voor de rechtsstaat, ook in Europees verband, zeer actueel is.

 

Zwakke plekken en ruimte voor verbetering: tien perspectieven

In deze bundel belichten tien specialisten de Raad vanuit verschillende – internationale, constitutionele, financiële, sociale, praktische en ethische – perspectieven. De insteek daarbij is steeds kritisch én constructief. In de slotbeschouwing komen de draden samen: na identificatie van onafhankelijkheidsgebreken staat de vraag centraal welke verbeteringen er mogelijk zijn. De focus ligt daarbij niet enkel op juridisch vlak (benoemingen, financiering, tuchtrecht, grondwettelijke inbedding), maar ook op het gebied van de cultuur binnen de rechtspraak.

 

Bron : https://www.boom.nl/juridisch/100-18594_Constitutionele-waarborgen