Klacht over partijdige deken bij Europese Hof over toezicht op de advocatuur in Nederland.

20-02-2018 08:39

PERSBERICHT : Kukolja & Wullink hebben op 13 februari 2018 een klacht ingediend bij het Europese Hof van de Rechten van de Mens (EHRM) over het toezicht op de advocatuur in Nederland. Zij hebben dit gedaan naar aanleiding van de uitspraak van het Hof van Discipline van 24 november 2017. Kukolja & Wullink zijn veroordeeld omdat zij niet mee wilden werken aan toezicht door de Deken persoonlijk. Kukolja & Wullink wilden dit niet, omdat sprake was van (een schijn)van partijdigheid. De Deken had namelijk maandenlang geheime contacten met een tegenpartij van cliënten van K&W, de burgemeester van Borne. In hetNederlandse tuchtrecht is het niet mogelijk gebleken om deze (schijn) van partijdigheid aan de orde te stellen. Hierdoor is er geen eerlijk proces geweest. Kukolja & Wullink zijn niet tegen toezicht op de advocatuur, integendeel. Maar wel tegen het toezicht door deze Deken persoonlijk. In deze zaak is namelijk sprake van (een schijn van) partijdigheid van deze Deken die Kukolja & Wullink bij tal van instanties hebben geprobeerd te adresseren. De Deken had anderhalf jaar lang intensief en eenzijdig contact gehad met de burgemeester van Borne, die wederpartij is van cliënten van Kukolja & Wullink. De Deken en de burgemeester van Borne, hebben in die tijd 27 geheime e-mails gewisseld, met elkaar gebeld en elkaar in persoon gesproken. Kukolja & Wullink hebben herhaaldelijk voorgesteld dat iemand anders het toezicht namens de Deken zou uitoefenen. Temeer daar het toezicht ging om slechts één dossier: de zaak tegen de gemeente Borne. De Deken wilde hier niets van weten. Hij wilde persoonlijk het toezicht in dit ene dossier tegen de gemeente Borne blijven uitoefenen. Het Nederlandse tuchtrecht kent geen regeling voor het geval er beletselen zijn tegen het optreden van de Deken. De Deken wordt door artikel 45a Advocatenwet (Aw) in persoon aangewezen als overheidstoezichthouder. Volgens het Hof van Discipline moeten advocaten in alle gevallen onvoorwaardelijk meewerken aan toezicht. De Deken beoordeelt zelf in persoon of hij in staat is het toezicht onafhankelijk en onpartijdig uit te oefenen. Deze volledig autonome en autocratische positie van de Deken is zeer onwenselijk omdat zeer goed denkbaar is dat toezicht uitgeoefend door collega advocaten gewild of ongewild situaties met (schijnbare) belangenverstrengeling met zich mee zal brengen. De onafhankelijkheid van de advocatuur in Nederland wordt hiermee ondermijnd. Dit is in strijd met het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens. Het Hof van Discipline heeft geoordeeld dat Kukolja & Wullink onvoorwaardelijk hadden moeten luisteren naar de Deken. Het Hof heeft daarnaast geoordeeld dat Kukolja & Wullink zeer nauw bij hun cliënten betrokken zijn geweest. Mogelijk te nauw. Het Hof heeft dit echter niet onderzocht en constateert zelf in haar uitspraak dat zij de vermeende vermenging van belangen niet heeft kunnen vaststellen. Met andere woorden Kukolja & Wullink zijn veroordeeld zonder bewijs en zonder dat duidelijk is op welke manier Kukolja & Wullink normen hebben overschreden. Terwijl Kukolja & Wullink bij herhaling hebben aangegeven alle gevraagde informatie aan een ander dan deze Deken te willen verstrekken.Kukolja & Wullink herkennen zich op geen enkele wijze in de uitspraak van het Hof van Discipline, die ook feitelijke onjuistheden bevat. Kukolja & Wullink hebben daarom een klacht ingesteld bij het EHRM

 

Bron: website ter bevordering van de onafhankelijke en transparante advocatuur

https://aaa-advocatuur.nl/

 

===============================

EMLS

Utrecht / Haaksbergen, 20 februari 2018