Rechters maken zich grote zorgen: Nederlandse rechtsstaat loopt gevaar
De Nederlandse rechtsstaat loopt gevaar. Rechters maken zich grote zorgen om de onafhankelijke rechtspraak in ons land. De regering kan dat met één pennenstreek veranderen. De bescherming tegen politieke inmenging is flinterdun. „Wat in Polen en Hongarije gebeurt, kan hier ook. Het bedreigt de vrijheid van alle burgers.”
Het is uitzonderlijk dat rechters hun zorgen delen met het grote publiek, maar de democratische rechtsstaat is te belangrijk. Daarom spreken twee vooraanstaande rechters zich uit. Fred van der Winkel is president van de rechtbank Overijssel. Bart van Meegen staat aan het hoofd van de rechtbank Amsterdam.
Er is volgens beiden maar weinig voor nodig en we zijn de onafhankelijke rechtspraak in Nederland kwijt.
Die is juist nu hard nodig, zegt Van Meegen. „De behoefte aan veiligheid, recht en rechtvaardigheid lijkt groter dan ooit, zeker als je kijkt wat er in de afgelopen weken in Amsterdam is gebeurd. Dat vraagt om een onafhankelijke en onpartijdige rechter.”
Flinterdunne scheiding
Afgelopen maand groeiden de zorgen bij de rechterlijke macht nog verder, toen een motie door de Tweede Kamer werd aangenomen. Het zorgt voor nog meer bevoegdheden bij de Raad voor de rechtspraak. Dat is de overkoepelende organisatie die het geld verdeelt over de rechtbanken, de bedrijfsvoering bepaalt en de rechtbankpresidenten voordraagt voor benoeming door de minister van Justitie. Diezelfde minister benoemt de leden van de Raad. Op deze manier heeft de regering te veel invloed, zeggen de rechters.
De scheiding van de machten is flinterdun, legt Van der Winkel uit. Eigenlijk is het vooral cultuur, een ongeschreven afspraak, want in de wet zijn weinig waarborgen vastgelegd. Zijn zorgen zijn niet ingegeven door het kabinet-Schoof, zegt hij. Die heeft hij al sinds hij met eigen ogen zag hoe snel het in Polen verkeerd ging. Het kost jaren om daar de schade te herstellen, nu de rechts-nationalistische regering niet meer aan de macht is.
Ook in Nederland kan een kwaadwillende regering, zonder veel moeite zelf regelen wie zij als bestuurders willen, ‘kritische’ rechtbankpresidenten vervangen en vervolgens ‘lastige’ rechters eruit laten gooien. Net zoals in Polen, Hongarije of Turkije gebeurde.
Kwaadwillende elite
De rechters staan niet alleen in hun zorgen. Hoogleraar en voormalig Eerste Kamerlid Jonathan Soeharno (CDA) luidde eerder de noodklok. Samen met hoogleraar Wim Voermans en Geert Corstens, oud-president van de Hoge Raad, waarschuwt hij al langer voor de kwetsbare rechtsstaat.
Volgens hem zijn de drempels hier nog lager dan in Polen en Hongarije, voordat het daar misging. Het anti-overheidsgevoel is in Nederland al volop aanwezig. Ook rechters worden door sommige radicaal-rechtse politici neergezet als een kwaadwillende elite, zei hij in NRC.
Navelstreng doorknippen
Deze vrees wordt breed gedeeld binnen de rechterlijke macht, vertellen Van der Winkel en Van Meegen. De Amsterdamse rechtbankpresident zegt dat het daarom belangrijk is om vooral een andere aangenomen motie door te voeren: het doorknippen van de navelstreng tussen de minister en de Raad voor de rechtspraak.
Dat geeft de Raad en de rechtbanken een sterkere positie als derde staatsmacht. „Dan kunnen we onafhankelijk aan de slag met de andere motie, om te kijken naar een grotere rol voor de Raad voor de rechtspraak. Ook kunnen we dan zelf onze bestuurders kiezen in plaats van dat de minister ze benoemt. Ongemak bij politici over onze uitspraken mag nooit leiden tot ingrijpen.”
Geen garanties, wel meer tijd
Als je de machten niet scheidt, krijg je uiteindelijk een dictatuur, zegt Van der Winkel. „Een onafhankelijke rechtspraak is niet zomaar een leuke arbeidsvoorwaarde voor rechters. Het is van belang zodat burgers in vrijheid kunnen leven binnen de staat.”
Het is volgens hem goed om de rechterlijke organisatie uitgebreider in de Grondwet te verankeren. „Dat geeft geen garanties, maar geeft wel meer tijd als een verkeerde regering besluit om de rechtspraak naar zich toe te trekken. Hopelijk net genoeg tot de daaropvolgende verkiezingen.”
Geert Wilders
In Nederland bemoeit de politiek zich steeds vaker met de rechtspraak. Zo wilde Thierry Baudet na de Urgenda-uitspraak rechters verbieden om uitspraken te doen in politiek gevoelige kwesties. De PVV probeerde drie keer om de benoeming van een rechter bij de Hoge Raad tegen te houden. In 2011 slaagde Geert Wilders daarin. De rechter had een wetenschappelijk stuk geschreven dat Wilders niet aanstond.
De politicus gedoogde destijds met zijn PVV het eerste kabinet-Rutte. Wilders is een bewonderaar en vriend van Viktor Orbán. De Hongaarse minister-president muilkorfde succesvol de media en zette de rechterlijke macht naar zijn hand.
Van der Winkel vertelt dat toen hij president van de rechtbank Almelo was, toenmalig minister Ivo Opstelten ‘schudde met de geldbuidel’. Opstelten vroeg of de rechtbank voor extra geld voorrang wilde geven aan vreemdelingenzaken. „Dat weigerde ik. De politiek bepaalt niet welke zaken voor gaan. Daar gaan wij zelf over. Stel dat er een ander voorstel komt. Dat wij van de politiek bepaalde zaken moeten laten liggen, omdat het hen niet uitkomt. Draaien zij dan de geldkraan dicht?”
Fred van der Winkel, president rechtbank Overijssel, wil een onafhankelijkere positie, om te voorkomen dat politici de Rechtspraak naar hun hand kunnen zetten, zoals in Polen en Hongarije. Inmenging van de politiek gebeurt nu niet, maar er zijn nauwelijks drempels.
Bron : Tubantia.NL