Rechtsstaat: Europese Commissie start inbreukprocedure om rechters in Polen te beschermen tegen politieke controle

03-04-2019 15:58

Vandaag, 3 apil 2019, heeft de Europese Commissie een inbreukprocedure ingeleid door een schriftelijke verklaring aan Polen te sturen met betrekking tot het nieuwe tuchtregime voor rechters. De Poolse regering heeft 2 maanden om te antwoorden.

 

Het nieuwe disciplinaire regime ondermijnt de rechterlijke onafhankelijkheid van Poolse rechters door niet de nodige garanties te bieden om hen te beschermen tegen politieke controle, zoals vereist door het Hof van Justitie van de Europese Unie.

 

Ten eerste is de Commissie van mening dat Polen zijn verplichtingen uit hoofde van artikel 19, lid 1, van het Verdrag betreffende de Europese Unie niet is nagekomen, gelezen in samenhang met artikel 47 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, waarin het recht op een effectief rechtsmiddel voor een onafhankelijke en onpartijdige rechtbank.

 

De Poolse wet maakt het mogelijk om gewone rechters van rechtbanken te onderwerpen aan disciplinaire onderzoeken, procedures en uiteindelijk sancties, vanwege de inhoud van hun rechterlijke beslissingen. Het nieuwe disciplinaire regime garandeert evenmin de onafhankelijkheid en onpartijdigheid van de Tuchtkamer van het Hooggerechtshof die beslissingen in tuchtprocedures tegen rechters beoordeelt. Deze Tuchtkamer bestaat uitsluitend uit nieuwe rechters gekozen door de Nationale Raad voor de Rechtspraak waarvan de rechtersleden nu worden benoemd door het Poolse parlement (Sejm).

 

Bovendien garandeert het nieuwe tuchtregime niet dat een "bij wet ingesteld" gerecht in eerste instantie een tuchtprocedure tegen de gewone rechters zal instellen, aangezien het de voorzitter van de tuchtkamer de bevoegdheid verleent op ad-hocbasis en met een vrijwel onbeperkte discretionaire bevoegdheid, het tuchtcollege van eerste aanleg om een ​​bepaalde zaak te horen. Bovendien beperkt het nieuwe tuchtregime voor rechters de procedurele rechten van verdachten in tuchtprocedures. Het nieuwe regime garandeert niet langer dat zaken binnen een redelijke termijn worden afgehandeld, zodat de minister van Justitie en de president van de republiek de aanklachten permanent in behandeling kunnen houden over rechters via door hen aangestelde disciplinaire ambtenaren. Ook beïnvloedt het nieuwe regime het recht op verdediging van rechters.

 

Ten slotte is de Commissie van mening dat Polen zijn verplichtingen uit hoofde van artikel 267 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) niet is nagekomen, dat het recht van de rechtbanken oplegt om prejudiciële vragen te stellen aan het Europees Hof van Justitie. Zoals de ontwikkelingen in Polen laten zien, biedt het nieuwe disciplinaire regime de mogelijkheid voor rechters om tuchtprocedures te starten voor de inhoud van hun rechterlijke beslissingen. Dit omvat besluiten om vragen voor te leggen aan het Hof van Justitie. Aangezien rechters niet beschermd zijn tegen disciplinaire sancties voor de uitoefening van dit recht dat is neergelegd in artikel 267 VWEU, creëert de nieuwe regeling een verkwikkend effect om van dit mechanisme gebruik te maken. De werking van het voorlopig referentiemechanisme - de ruggengraat van de Unie "

 

De Poolse regering heeft nu twee maanden de tijd om op de kennisgeving van de formele kennisgeving te antwoorden.

 

Achtergrond

 

De rechtsstaat is een van de gemeenschappelijke waarden waarop de Europese Unie is gegrondvest en door alle lidstaten wordt omarmd. Het is als zodanig vastgelegd in artikel 2 van het Verdrag betreffende de Europese Unie. Het is ook van essentieel belang voor het functioneren van de EU als geheel, bijvoorbeeld met betrekking tot de interne markt, samenwerking op het gebied van justitie en binnenlandse zaken, en ervoor te zorgen dat nationale rechters die ook "EU-rechters" zijn, hun rol in toezien op de toepassing van de EU-wetgeving en op de juiste wijze contact met het HvJ-EU hebben in het kader van prejudiciële procedures. De Europese Commissie is samen met andere instellingen en de lidstaten op grond van de Verdragen verantwoordelijk voor het waarborgen van de rechtsstaat als een fundamentele waarde van onze Unie en ervoor te zorgen dat de EU-wetgeving, waarden en beginselen worden geëerbiedigd.

 

Evenementen in Polen hebben de Europese Commissie ertoe gebracht in januari 2016 een dialoog met de Poolse regering te openen in het kader van de Rule of Law. Het proces is gebaseerd op een voortdurende dialoog tussen de Commissie en de betrokken lidstaat. De Commissie houdt het Europees Parlement en de Raad regelmatig op de hoogte.

 

Wegens gebrek aan vooruitgang via het rechtsstaatkader , heeft de Commissie op 20 december 2017 voor de eerste keer de procedure van artikel 7, lid 1, opgestart door een met redenen omkleed voorstel voor een besluit van de Raad in te dienen over het vaststellen van een duidelijk risico van een ernstige schending van de rechtsstaat door Polen. Er waren al verschillende debatten (26 mei en 16 oktober) en drie hoorzittingen over de rechtsstaat in Polen tussen de lidstaten in de Raad Algemene Zaken (26 juni, 18 september en 11 december).

 

Daarnaast heeft de Commissie op 2 juli 2018 een inbreukprocedure ingeleid met betrekking tot de Poolse wet inzake de Supreme Court, op grond van haar pensioenbepalingen en de gevolgen daarvan voor de onafhankelijkheid van de Supreme Court. Op 24 september 2018 verwees de Commissie de zaak naar het Hof van Justitie van de EU. Op 17 december 2018 heeft het Hof van Justitie een laatste bevel uitgevaardigd dat voorlopige maatregelen oplegt om de uitvoering van de Poolse wet op het hooggerechtshof te stoppen.

 

Op 29 juli 2017 heeft de Commissie een inbreukprocedure ingeleid met betrekking tot de Poolse wet op gewone gerechten, op grond van haar pensioenbepalingen en de gevolgen daarvan voor de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht. De Commissie heeft deze zaak op 20 december 2017 voorgelegd aan het Hof van Justitie van de EU .