Rechtszitting van 2 december 2015 over volledige openbaarheid van de Enschedese vuurwerkramp is verdaagd tot nader te bepalen datum.

12-11-2015 14:25

De Rechtbank Overijssel heeft besloten de zaak niet te laten behandelen door een Enkelvoudige Kamer maar door een Meervoudige Kamer. De Korpschef laat zich in deze procedure bijstaan door een advocaat van het bekende landsadvocatenkantoor uit Den Haag.

Per direct werd na het verschijnen van het rapport van mw. prof. mr. Overkleeft (  https://rudibakker.nl/pdf/adviesrapport_Overkleeft_Verburg_04_08_2015.pdf ) het bezwaarschrift van de indiener die zich beriep op het recht van waarheidsvinding toch door de Korpchef Nationale Politie gegrond verklaard. Meteen werd een nieuw besluit genomen door de Korpschef en wederom werd geweigerd de verzochte stukken openbaar te maken. Dit besluit werd 3 augustus 2015 verzonden. Tegen  de ontstane rechtsfiguur werd beroep ingesteld bij de Rechtbank Overijssel te Zwolle. In het zeer uitgebreide ingestelde beroepschrift wordt o.a. gesteld dat ingevolge de WOB  afschrift van de rapportage van Bureau Interne Zaken (BIZ) van het politiekorps Gelderland Midden d.d. 25 augustus 2004 en om alle onderliggende stukken en producties en bijlagen die behoren en/of verwijzen naar dat voornoemd BIZ-rapport niet kan worden geweigerd.

 

Het is niet ondenkbeeldig dat de openbaarmaking van de verklaringen niet alleen het disfunctioneren van het zogeheten Tolteam bloot legt maar ook dat de Rijksrecherche de verkeerde conclusie heeft getrokken. Met de openbaarmaking kan het disfunctioneren van het zogenaamde ‘Tolteam’ worden aangetoond. Dat de toenmalige officier van justitie die het Tolteam aanstuurde thans niet meer als zodanig werkzaam is vormt geen uitzonderingsgrond om de op grond van de WOB gevraagde stukken niet aan de om openbaarheid verzoeker in afschrift te verstrekken. De verzoeker is uit op waarheidsvinding en waarheidsvinding is mede een reden waarvoor de Wet Openbaarheid van Bestuur is geschreven.   

 

In beroep wordt ook gesteld dat niet voorbij kan worden gegaan aan het feit dat op verzoek van de toenmalige  korpsbeheerder de Burgermeester van Enschede  aan  het Bureau Interne Zaken van het politiekorps Gelderland-Midden is gevraagd een intern onderzoek in te stellen naar de gang van zaken binnen het betreffende Tolteam. Dat de bevindingen van dat onderzoek vervat in uitgebrachte tussenrapportage van november 2003 mogelijk aanleiding vormde voor de burgemeester om zich tot de minister van justitie te wenden maakt de werking van de WOB niet anders. Het wordt ook niet anders als blijkt dat er een sterk vermoeden bestaat dat leden van het Tolteam mogelijk strafbare feiten zouden hebben gepleegd zouden en mogelijk de rechterlijk macht opzettelijk zouden hebben misleid.

 

De Korpschef c.q. de overheid vervult de uitvoering van zijn/haar taken immers in  openbaarheid zoals is bepaald in artikel 110 van de Nederlandse Grondwet. 

 

Rechtens is het niet relevant dat de rijksrecherche na de interventie vanuit Enschede en een verzoek van dhr. Donner vervolgens de Rijksrecherche tot de conclusie zou zijn gekomen dat van misleiding van de rechter of anderszins strafbaar handelen door leden van het Tolteam in het geheel geen sprake zou zijn. Relevant is dat in het kader van de WOB dat is  gevraagd  om een afschrift van de rapportage van Bureau Interne Zaken (BIZ) van het politiekorps Gelderland Midden d.d. 25 augustus 2004 en om alle onderliggende stukken en producties en bijlagen die behoren en/of verwijzen naar dat voornoemd BIZ-rapport

 

De om openbaarheid verzoekende verzoeker stelt in beroep dat voor wat betreft het transparant maken van de Enschedese vuurwerkramp de Korpschef er een negatieve juridische-politieke perpetuum  mobile van  heeft weten te maken. De verzoeker wil om redenen van waarheidsvinding de doofpot niet de doofpot laten blijven. Het Algemeen Belang is daarmee niet gediend. Ook in het kader van de te maken belangenafweging tussen het algemene of publieke belang bij openbaarmaking van de gevraagde informatie en de door de weigeringsgronden te beschermen belangen, is het uitgangspuntbelang dat de rechterlijke toetsing aan de Wet Openbaarheid van Bestuur dat openbaarmaking de regel dient te zijn. Dat het landsbelang alsdan in gevaar zou kunnen komen is niet gebleken en is ook niet door de Korpschef gesteld. Dat mogelijk openbaarheid grote politieke consequenties heeft mag geen wegingsfactor zijn.  

Het wobverzoek gedeelte t.a.v. de onderzoekgegevens n.a.v. de verplaatsingsplannen van de vuurwerkopslag die er bestonden voor 13 mei 2000 t.b.v. het zogeheten bouwplan Groot-Roombeek ligt nog niet bij de Rechtbank ligt ter behandeling in een  Awb-bezwaren procedure voor bij het Openbaar Ministerie Arrondissementsparket-Oost Nederland te Arnhem.   

 

Niets staat de waarheidsvinding en transparantie in de weg weshalve in casu een zich zelf respecterende overheid opening van zaken dient te geven zoals is verzocht. Zie ook: www.devuurwerkramp.nl

 

 

EMLS

 

Utrecht/Haaksbergen, 12 november 2015