Samenvatting advies wetsvoorstel modernisering elektronisch bestuurlijk van Raad van State en tekst van het advies van de Afdeling advisering en het nader rapport van de minister
De Afdeling advisering van de Raad van State heeft advies uitgebracht over het wetsvoorstel modernisering elektronisch bestuurlijk verkeer. Het wetsvoorstel is op 24 juli 2019 bij de Tweede Kamer ingediend. Daarmee is ook het advies van de Afdeling advisering openbaar geworden
Het wetsvoorstel geeft regels voor het elektronisch berichtenverkeer tussen overheid en burgers. Het valt vooral op dat daarbij wordt voorgesorteerd op de geleidelijke afschaffing van papieren communicatie. Maar er zijn grote groepen burgers die niet goed thuis zijn in de digitale wereld. Dat zijn niet alleen maar ouderen, maar ook laaggeletterden. Als communicatie per brief niet meer mogelijk is, zullen deze burgers het contact met de overheid verliezen en daardoor in grote problemen komen. Ook de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid en de Nationale ombudsman hebben aandacht gevraagd voor deze burgers. De Afdeling advisering adviseert om nu juist het omgekeerde vast te leggen: dat burgers recht hebben om per brief contact te hebben met de overheid.
Verschillen tussen overheidsinstanties
Elke overheidsinstantie kan bepalen hoe burgers berichten bij haar moeten indienen. Het kan bijvoorbeeld gaan om het invullen van een webformulier of het gebruiken van een programma. Als de burger de verkeerde methode kiest (bijvoorbeeld het e-mailadres gebruikt van een ambtenaar met wie hij eerder heeft overlegd), is niet zeker of het bericht wel in behandeling wordt genomen. En als elke instantie zelf mag bepalen hoe zij moet worden benaderd, kunnen er grote verschillen ontstaan tussen instanties. Burgers moeten niet worden lastiggevallen met de verschillende keuzes die instanties maken: daarvoor is de organisatiestructuur van de overheid te ingewikkeld. De Afdeling advisering dringt er op aan de procedures voor het versturen van berichten aan de overheid te standaardiseren.
Voor wie is het risico?
E-mailverkeer is niet zonder risico. Bijvoorbeeld: berichten kunnen in het spamfilter terechtkomen, de overheid kan een verouderd e-mailadres van een burger hebben, burgers kunnen de voor de hand liggende vergissing begaan om een bericht van een "noreply"-mailadres te beantwoorden. Daardoor is onzeker of berichten die overheid en burger uitwisselen aankomen en – als ze niet aankomen – of de verzender daar achter komt. Het wetsvoorstel legt de risico’s van e-mailverkeer alleen bij de burger neer: die kan het contact met een instantie kwijtraken en daardoor in grote problemen komen. Het advies is om dat evenwicht te herstellen. De Afdeling advisering doet daarvoor concrete suggesties.
"Techniekonafhankelijke wetgeving"
Het wetsvoorstel is een poging om wettelijke regels over elektronische communicatie techniekonafhankelijk te formuleren. Daarmee moet worden ingespeeld op toekomstige technologische ontwikkelingen, zodat de wet duurzaam is en niet regelmatig hoeft te worden aangepast. Maar die opzet is niet gelukt: het wetsvoorstel sluit gedetailleerd aan bij de stand van de techniek van dit moment, maar maakt alleen gebruik van vage termen. Daardoor biedt het geen concreet houvast, en is het al snel verouderd. Het advies is om het wetsvoorstel toe te schrijven naar concrete technieken, maar ruimte te bieden voor experimenten met nieuwe technieken.
De volledige tekst van het advies van de Afdeling advisering en het nader rapport van de minister leest u hier
https://www.raadvanstate.nl/actueel/nieuws/@116729/w04-17-0190/
===============================
EMLS
Utrecht / Haaksbergen, 5 augustus 2019