Veroordeling rechtspersoon in beleggingsfraudezaak. Aantrekken van gelden van investeerders ter financiering van de aankoop en exploitatie van grondposities als zonneparken.
Naar aanleiding van een melding van de AFM 2 augustus 2017 dat obligatiefonds medeverdachte 1 mensen laat investeren in projecten waarvan het twijfelachtig is of deze ooit gerealiseerd worden, is de FIOD een strafrechtelijk onderzoek gestart.
Vertegenwoordiger van verdachte heeft twee besloten vennootschappen opgericht, medeverdachte 1 en medeverdachte 2, met als – ogenschijnlijk – doel het aantrekken van gelden van investeerders ter financiering van de aankoop en exploitatie van grondposities als zonneparken. Verdachte is enig aandeelhouder en beheerder van beide vennootschappen. Vertegenwoordiger van verdachte is (al dan niet indirect) enig bestuurder en enig aandeelhouder van al deze vennootschappen.
Het standpunt van het Openbaar Ministerie
Valsheid in geschrift
De in de tenlastelegging genoemde rekening-courantovereenkomsten en addenda zijn valselijk opgemaakt. Vlak nadat vertegenwoordiger van verdachte van de bank te horen had gekregen dat op de zakelijke rekeningen van medeverdachte 1 en medeverdachte 2 beslag was gelegd, heeft vertegenwoordiger van verdachte naar naam 1 van het administratiekantoor naam administratiekantoor ge-e-maild over rekening-courantovereenkomsten. Naam 1 heeft nieuwe overeenkomsten opgemaakt met als datum 17 augustus 2017. Vertegenwoordiger van verdachte heeft met haar gebeld dat de data aangepast moeten worden, waarop de data zijn veranderd naar 1 januari 2017 en de overeenkomsten naar vertegenwoordiger van verdachte zijn gemaild. Vertegenwoordiger van verdachte wilde kennelijk geantedateerde overeenkomsten hebben die hij aan de bank kon overleggen om te bewijzen dat hij rechtmatig bedragen van medeverdachte 1, medeverdachte 2 en verdachte had geleend. De overeenkomsten zijn in het systeem van naam administratiekantoor opgeslagen met wijzigingsdatum 18 augustus 2017.
Hetzelfde geldt voor de addenda, met dien verstande dat deze op 21 augustus 2017 zijn opgemaakt door naam 2 van administratiekantoor naam administratiekantoor. Met deze addenda wilde Vertegenwoordiger van verdachte voorwenden dat alles al lang was afgesproken. Vertegenwoordiger van verdachte heeft deze valse overeenkomsten en addenda opgemaakt samen met dan wel namens de vennootschappen medeverdachte 1 en verdachte.
De overeenkomsten en addenda zijn aangetroffen in het beslag onder vertegenwoordiger van verdachte, op het kantooradres van medeverdachte 1 en verdachte. Verdachte heeft deze stukken voorhanden gehad.
Gewoontewitwassen
De officier van justitie is van mening dat bewezen kan worden dat verdachte gelden heeft ontvangen die afkomstig waren uit enig misdrijf, te weten oplichting althans verduistering en witwassen door medeverdachte 1 en medeverdachte 2. Verdachte wist dit, omdat haar middellijk enig aandeelhouder en -bestuurder vertegenwoordiger van verdachte was. Verdachte heeft de gelden omgezet en/of gebruikt, omdat gebleken is dat op 16 augustus 2017 nog slechts €0,29 op de rekening van verdachte aanwezig was.
Het standpunt van de verdediging
Valsheid in geschrift
De raadsman van verdachte heeft vrijspraak van de tenlastegelegde valsheid in geschrift bepleit. Hij heeft hiertoe aangevoerd dat het ondertekenen van een onjuist geschrift geen valsheid in geschrift oplevert. Daarbij komt dat de rekening-courantverhoudingen bij de oprichting van de vennootschappen zijn aangegaan, hetgeen blijkt uit de omschrijving van de overboekingen, waar staat “rekening-courant”. Vertegenwoordiger van verdachte heeft verzocht deze reeds bestaande verhoudingen schriftelijk vast te leggen. De overeenkomsten zijn qua datering onjuist, inhoudelijk echter niet. Er is geen misleidend element. Daar komt bij dat vertegenwoordiger van verdachte geen opdracht heeft gegeven tot het onjuist opstellen van de documenten, waardoor er geen sprake is van medeplegen en evenmin was vertegenwoordiger van verdachte zich bewust van de onjuistheid, waardoor er geen sprake is van opzet.
Gewoontewitwassen
Primair heeft de raadsman betoogd dat nu vertegenwoordiger van verdachte moet worden vrijgesproken van oplichting en verduistering er geen sprake is van een gronddelict om tot een bewezenverklaring van witwassen te komen.
Subsidiair kan vertegenwoordiger van verdachte als (indirect) aandeelhouder van verdachte met medeverdachte 1 en medeverdachte 2 worden vereenzelvigd. Hiermee kan het overdragen en omzetten worden gezien als een ‘vestzak-broekzak-handeling’. Het verwerven en voorhanden hebben vallen hierbij onder de kwalificatie-uitsluitingsgrond. Ten slotte blijkt niet dat vertegenwoordiger van verdachte of de vennootschappen de herkomst van het onttrokken geld heeft willen verhullen, zodat vrijspraak dient te volgen.
Het oordeel van de rechtbank
Valsheid in geschrift
Uit financieel onderzoek is gebleken dat door de investeerders van medeverdachte 1 en medeverdachte 2 in totaal €1.155.000 is ingelegd. Voorts is gebleken dat een groot deel van de geïnvesteerde gelden van de rekening van medeverdachte 1 via verdachte is overgeboekt naar de rekeningen van vertegenwoordiger van verdachte. Vertegenwoordiger van verdachte heeft aangegeven dat aan de overboekingen van medeverdachte 1 naar verdachte en van verdachte naar zijn privérekening, rekening-courantovereenkomsten ten grondslag liggen.
Bij de doorzoeking van het kantoor van medeverdachte 1 en verdachte op 7 september 2017 is een groot aantal documenten in beslag genomen, waaronder:
Een rekening-courantovereenkomst tussen medeverdachte 1 en verdachte. Dit document is gedateerd op 1 januari 2017 en ondertekend door vertegenwoordiger van verdachte, zowel namens medeverdachte 1, als namens verdachte.
Een rekening-courantovereenkomst tussen vertegenwoordiger van verdachte en verdachte. Dit document is gedateerd op 1 januari 2017 en ondertekend door vertegenwoordiger van verdachte namens verdachte als namens zichzelf.
Een addendum op een rekening-courantovereenkomst tussen medeverdachte 1 en verdachte, waarbij het rekening-courantbedrag wordt opgehoogd naar €200.000. Dit document is gedateerd op 1 november 2016 en ondertekend door vertegenwoordiger van verdachte, zowel namens verdachte als namens medeverdachte 1.
Een addendum op een rekening-courantovereenkomst tussen vertegenwoordiger van verdachte en verdachte, waarbij het rekening-courantbedrag wordt opgehoogd naar €150.000. Dit document is gedateerd op 30 september 2016 en ondertekend door vertegenwoordiger van verdachte, namens verdachte als namens zichzelf.
Op 7 september 2017 zijn bij het administratiekantoor naam administratiekantoor de dossiers van medeverdachte 1 en verdachte inbeslaggenomen, evenals digitale gegevens met betrekking tot vertegenwoordiger van verdachte en zijn ondernemingen. In de digitale gegevensbestanden van administratiekantoor naam administratiekantoor zijn dezelfde documenten aangetroffen:
Een rekening-courantovereenkomst tussen medeverdachte 1 en verdachte. Dit document is gedateerd op 1 januari 2017 en ondertekend door verdachte.
Een rekening-courantovereenkomst tussen vertegenwoordiger van verdachte en verdachte. Dit document is gedateerd op 1 januari 2017 en ondertekend door verdachte.
Een addendum op een rekening-courantovereenkomst tussen medeverdachte 1 en verdachte, waarbij het rekening-courantbedrag wordt opgehoogd naar €200.000. Dit document is gedateerd op 1 november 2016 en ondertekend door verdachte.
Een addendum op een rekening-courantovereenkomst tussen vertegenwoordiger van verdachte en verdachte, waarbij het rekening-courantbedrag wordt opgehoogd naar €150.000. Dit document is gedateerd op 30 september 2016 en ondertekend door verdachte.
In de gegevensbestanden van naam administratiekantoor is te zien dat het bestand van het addendum van 1 november 2016 is gewijzigd op 21 augustus 2017 om 13.31 uur. Het bestand van de rekening-courantovereenkomst tussen medeverdachte 1 en verdachte van1 januari 2017 is gewijzigd op 18 augustus 2017 om 15.10 uur. Het bestand van het addendum van 30 september 2016 is gewijzigd op 21 augustus 2017 om 11.31 uur en het bestand van de rekening-courantovereenkomst tussen verdachte en vertegenwoordiger van verdachte van 1 januari 2017 is gewijzigd op 18 augustus 2017 om 15.09 uur.
De rechtbank is van oordeel dat vertegenwoordiger van verdachte deze documenten heeft laten vervalsen en dat hij dit deed dit mede namens – en dus samen met – de door hem vertegenwoordigde vennootschappen medeverdachte 1 en verdachte.
De rechtbank baseert dit op het volgende.
Rekening-courantovereenkomsten
Op 17 augustus 2017 om 11.24 uur stuurt vertegenwoordiger van verdachte een e-mail van Knab bank door aan de FIOD betreffende het beslag op zijn zakelijke rekeningen.
Hierna volgen e-mails tussen vertegenwoordiger van verdachte en medewerkers van naam administratiekantoor. De e-mails zijn bijna allemaal verzonden vanaf en naar het e-mailadres van verdachte.
17 augustus 2017 om 14.56 uur stuurt vertegenwoordiger van verdachte een mail door aan naam 1. Dit betreft een mail van 19 dec 2014, met als bijlage een getekende rekening-courantovereenkomst tussen vertegenwoordiger van verdachte en verdachte d.d. 18 december 2014. Om 16.22 uur reageert naam 1 en geeft aan dat er aanpassingen aan de rente zijn gedaan. Als bijlage zendt zij rekening-courantovereenkomsten tussen medeverdachte 1 en verdachte en tussen vertegenwoordiger van verdachte en verdachte. Beide zijn gedagtekend op 17 augustus 2017. Om 16.51 uur mailt naam 1 aan vertegenwoordiger van verdachte dat de rekening-courantovereenkomsten zijn aangepast. Als bijlage zijn de rekening-courantovereenkomst tussen medeverdachte 1 en verdachte en tussen vertegenwoordiger van verdachte en verdachte opnieuw bijgevoegd, met dien verstande dat de dagtekening daarin is aangepast naar 1 januari 2017.
Op 18 augustus 2017 om 14.29 uur mailt naam 1 aan vertegenwoordiger van verdachte. Dit betreft de verbetering van een fout. In eerdere mails (van 9.38 uur en 10.49 uur, die onder de mail van 14.29 uur staan) wordt gevraagd om de verhuisdata die nodig zijn om de juiste adressen in de overeenkomsten te kunnen opnemen. In de bijlage is opnieuw de rekening-courantovereenkomst tussen vertegenwoordiger van verdachte en verdachte met datum 1 januari 2017 opgenomen.
Op 18 augustus 2017 om 15.07 uur reageert vertegenwoordiger van verdachte en stuurt hij naam 1 de getekende documenten toe. In de bijlage zijn de getekende exemplaren van de rekening-courantovereenkomsten tussen vertegenwoordiger van verdachte en verdachte (deze komt overeen met doc-094) en tussen medeverdachte 1 en verdachte (deze komt overeen met doc-092) opgenomen. Beide zijn gedagtekend 1 januari 2017.
De rechtbank concludeert uit bovenstaande e-mailwisselingen in combinatie met de wijzigingsdata van de pdf-bestanden in het digitale archief van naam administratiekantoor, dat de rekening-courantovereenkomsten in opdracht van vertegenwoordiger van verdachte, mede namens medeverdachte 1 en verdachte, zijn vervalst teneinde aan Knab bank/Aegon aan te tonen dat er sprake is van een bestaande rekening-courantverhouding.
Addenda
Op 20 augustus 2017 om 15.41 uur mailt vertegenwoordiger van verdachte aan naam 2 dat hij wil praten over zijn salaris over boekjaar 2016. Hij vraagt of 21 augustus schikt en of naam 2 dan de overeenkomsten die nog moeten worden gemaakt in tweevoud wil opstellen, zodat hij die meteen kan ondertekenen.
Op 21 augustus 2017 om 10.38 uur antwoordt naam 2. Hij stuurt de aanvullingen op. Als bijlage bij deze mail zijn de addenda op de rekening-courantovereenkomsten tussen vertegenwoordiger van verdachte en verdachte (gedateerd 30 september 2016) en tussen medeverdachte 1 en verdachte (gedateerd 1 november 2016) opgenomen.
Op 23 augustus 2017 om 12.31 uur stuurt vertegenwoordiger van verdachte vanaf het mailadres van medeverdachte 1 een mail aan naam 2 met de mededeling dat naam Holding er nog bij moet. Hij vraagt of dat vandaag nog kan, zodat hij straks tot ondertekening kan overgaan.
De rechtbank concludeert uit bovenstaande e-mailwisselingen in combinatie met de wijzigingsdata van de pdf-bestanden in het digitale archief van naam administratiekantoor, dat de addenda op de rekening-courantovereenkomsten in opdracht van vertegenwoordiger van verdachte, mede namens medeverdachte 1 en verdachte, zijn vervalst teneinde aan Knab bank/Aegon aan te tonen dat er sprake was van een al langer bestaande rekening-courantverhouding.
Voorhanden hebben
Op 7 september 2017 zijn de ondertekende rekening-courantovereenkomsten en addenda bij vertegenwoordiger van verdachte in het kantoor van medeverdachte 1 en verdachte aangetroffen. De documenten zijn in de periode van 17 augustus 2017 tot en met 23 augustus 2017 aangemaakt, zoals hierboven is vast komen te staan. De rechtbank is van oordeel dat hiermee bewezen is dat vertegenwoordiger van verdachte mede als vertegenwoordiger van verdachte de documenten in de periode van 17 augustus 2017 tot en met 7 september 2017 voorhanden heeft gehad. Deze geschriften waren bestemd om tot bewijs van enig feit te dienen en verdachte wist dat deze geschriften waren bestemd om te worden gebruikt als ware zij echt en onvervalst.
Gewoontewitwassen
De rechtbank acht bewezen dat verdachte samen met vertegenwoordiger van verdachte, medeverdachte 1 en medeverdachte 2 in de periode van 1 september 2016 tot en met 17 augustus 2017 een geldbedrag van €515.605.05 heeft witgewassen. De rechtbank overweegt hiertoe als volgt.
Negentig investeerders hebben in totaal €1.155.000 geïnvesteerd in de obligatiefondsen medeverdachte 1 en medeverdachte 2, welke – ogenschijnlijk – als doel hadden te investeren in grondprojecten ten behoeve van de aanleg van zonne-energieparken. Van de rekeningen van medeverdachte 1 en medeverdachte 2 is tot en met 22 augustus 2017 per saldo €531.400 overgemaakt aan verdachte en er worden grote bedragen contant van de rekeningen opgenomen. Verdachte heeft van de ingelegde gelden €41.732,95 besteed aan betaling van optiepremies voor grond en de aanvraag omgevingsvergunning De Wolden. Van de rekening van verdachte is een bedrag van €432.555,65 overgemaakt naar de privérekening van vertegenwoordiger van verdachte en worden bedragen overgemaakt naar de rekening van naam platform, een eveneens aan vertegenwoordiger van verdachte gelieerde vennootschap.
De privérekening van vertegenwoordiger van verdachte worden voornamelijk gevuld met gelden van verdachte (welk geld voornamelijk afkomstig is van medeverdachte 1) en met contante stortingen. Van de rekening van vertegenwoordiger van verdachte worden bedragen overgemaakt naar medeverdachte 1 onder vermelding van “aflossing alle privé opnames”, “deel aflossing privé opnames” en “restitutie deelaflossing privéopnames”. Ook worden grote bedragen overgemaakt naar de rekeningen van de aan vertegenwoordiger van verdachte gelieerde vennootschappen naam platform en naam Holding.
Van het totaal in medeverdachte 1 en medeverdachte 2 geïnvesteerde bedrag is op 16 augustus 2017, de dag waarop beslag is gelegd op de rekeningen van medeverdachte 1 en medeverdachte 2, nog €0,29 op de rekening van verdachte aanwezig.
De rechtbank stelt vast dat een groot deel van de geïnvesteerde bedragen van medeverdachte 1 en een deel van de geïnvesteerde bedragen in medeverdachte 2 zijn overgeboekt naar verdachte. Van de rekeningen van deze drie vennootschappen is geld cash opgenomen door vertegenwoordiger van verdachte en is geld overgeboekt naar de rekeningen van vertegenwoordiger van verdachte en andere vennootschappen (naam Holding en naam platform ) van vertegenwoordiger van verdachte. Hiermee worden de bestanddelen “omzetten” en “overdragen” feitelijk vervuld. Tevens worden de geïnvesteerde bedragen onder meer besteed aan aflossing van (zakelijke) schulden, betalingen van salarissen, betalingen aan de belastingdienst en privéuitgaven van vertegenwoordiger van verdachte. Hiermee is voldaan aan het bestanddeel “gebruik maken”.
Door de overboekingen tussen de vennootschappen en de contante opnames van en stortingen op diverse rekeningen is de herkomst van de bedragen verhuld. Vertegenwoordiger van verdachte, en daarmee verdachte, wist dat het geld van de beleggers van misdrijf afkomstig was, namelijk van oplichting. De rechtbank verwijst hiertoe naar het vonnis van heden (parketnummer 13-845211-17) waarbij vertegenwoordiger van verdachte is veroordeeld voor (onder meer) oplichting aangezien hij – kort gezegd - nimmer van plan is geweest de gelden van de beleggers te gebruiken voor het aankopen van grond om daarop een zonnepark te kunnen laten realiseren, maar dat hij van meet af aan van plan was dit geld in zijn eigen zak te steken en dat hij de hele constructie met dat doel heeft opgetuigd en met diverse oplichtingsmiddelen beleggers ertoe heeft bewogen geld in te leggen in medeverdachte 1 en medeverdachte 2. De wetenschap van vertegenwoordiger van verdachte moet worden toegerekend aan verdachte, waarvan hij immers (al dan niet indirect) enig bestuurder en enig aandeelhouder is.
De rechtbank is van oordeel dat sprake is van gewoontewitwassen, nu het betreft een veelvuldig overboeken en besteden van uit misdrijf afkomstige gelden.
De raadsman heeft betoogd dat geen sprake is van witwassen, nu vertegenwoordiger van verdachte, medeverdachte 1, medeverdachte 1 en verdachte moeten worden gezien als één entiteit. De rechtbank volgt de raadsman niet in zijn verweer. De vennootschappen zijn immers in het leven geroepen om de beleggers voor te wenden dat sprake was van een afgescheiden vermogen.
Bewezenverklaring
Feit 1: Medeplegen van valsheid in geschrift, begaan door een rechtspersoon, meermalen gepleegd en medeplegen van opzettelijk een geschrift als bedoeld in artikel 225 lid 1 van het Wetboek van Strafrecht voorhanden hebben, terwijl hij weet dat dit geschrift bestemd is voor gebruik als ware het echt en onvervalst, begaan door een rechtspersoon, meermalen gepleegd
Feit 2: Medeplegen van gewoontewitwassen, begaan door een rechtspersoon
Strafoplegging
Voorwaardelijke geldboete van €25.000 met een proeftijd van 3 jaar
Lees hier de volledige uitspraak.
https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBAMS:2019:554&showbutton=true
https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBAMS:2019:568&showbutton=true
https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBAMS:2019:572&showbutton=true
Bron : BijzonderStrafrecht
Bron : Rechtspraak.NL
==============================
EMLS
Utrecht / Haaksbergen, 6 februari 2019