Vervolg in de vuurwerkramp-rechtszaak inzake de openbaarmaking stukken dossiers brandweer, grondbedrijf en het SEF-verplaatsingsdossier m.b.t. projectontwikkelingsplan Groot Roombeek van voor 13 mei 2000 en de planschadeberekingen en te betalen vergoeding
Aanleiding van de vervolgzitting is de aanhouding van 12 augustus 2016 door de rechtbank Overijssel. Middels indiening van een formeel rekest was om volledige openbaarheid van alle stukken verzocht door de heer Bakker aan Burgemeester en Wethouders van Enschede. Doordat niet alle gevraagde stukken werden verkregen werd een AWB-bezwaarschrift ingediend. Voordat B. en W. besliste op het bezwaarschrift werd Bakker en diens raadsman op 15 maart 2016 gehoord in een 2.5 uur durende hoorzitting op het gemeentehuis door de Enschedese AWB-hoor en bezwaarschriftencommissie. Het bezwaarschrift van Bakker werd via een mandaatbesluit ongegrond verklaard. Tegen die beschikking op bezwaarschrift heeft Bakker beroep ingesteld bij de rechtbank Overijssel te Zwolle.
Indien beroep wordt ingesteld bij de rechtbank dan ontvangt de gemeente van de rechtbank daarvan bericht en dient de gemeente o.g.v. de wettelijke bepalingen alle op de zaak betrekking hebbende stukken aan de rechtbank toe zenden. Tot die stukken behoren ook de notulen/verslag van de hoorzitting. Dat heeft de gemeente nagelaten. Het wettelijke verplichte verslag was ook niet opgenomen in de tekst van de afwijzende beschikking op het bezwaarschrift.
De raadsman van Bakker wees de rechtbank er op dat de rechtbank het procesdossier zoals dat thans bij de rechtbank lag vertekend was omdat de gemeente naast de notulen/verslag van de gemeentelijke hoorzitting ook geen afschrift van de formele goedkeuringsbeschikking van het gemeentelijke Enschedese mandaatbesluit had toegezonden aan de rechtbank. Geen bestuurlijke waarmerkingsschriftuur.
De raadsman vond dat niet op een half dossier kan worden gewogen en betoogde dat nu niet was voldaan aan de wettelijke verplichtingen door B. en W. van Enschede de heer Bakker daardoor in zijn wettige belangen werd geschaad. Gegevens die relevant zijn bij een beslissing op een AWB-bezwaarschrift waaronder ook begrepen datgene wat er op de hoorzitting is gezegd, moeten door B. en W. ter kennisneming aan het de rechtbank worden toegezonden. Dat is door B. en W. van Enschede om onbegrijpelijke redenen nagelaten. De raadsman van Bakker wees er op dat deze verplichting ook al gold onder de wetten AROB en BAB . (Memorie van Toelichting 1996-1997, 25175, p.16)
De rechter schorste de zitting onder oplegging aan B. en W. van Enschede om o.a. alsnog het verplichte verslag te maken van de 2.5 uur durende AWB-hoorzitting van 15 maart 2016 en deze bij de rechtbank in te brengen. Beide partijen hebben nadere stukken in geding gebracht.
De vervolg-zitting staat gepland in december 2016.
==================================
EMLS
Utrecht / Haaksbergen, 4 november 2016