Vragen over de integriteitsregels van de Nederlandse advocatuur
Een lid van de Nederlandse Tweede Kamer stelde d.d. 23 november 2015 een aantal schriftelijke vragen aan de Nederlandse Minister van Veiligheid en Justitie
over de integriteitsregels van de advocatuur
De gestelde vragen luiden :
Hebt u kennisgenomen van de uitspraak van de tuchtrechter over de uitleg
van artikel 10a Advocatenwet
Klopt het dat alleen procespartijen een beroep kunnen doen op de integriteitsregels
en kernwaarden van advocaten zoals verwoord in artikel 10a? Wat
zijn de gevolgen van deze uitspraak?
In welk opzicht beschermt artikel 10a het maatschappelijk belang en in welke
opzicht het partijbelang?
Wie, behalve procespartijen, kunnen een beroep doen op de naleving van
integriteitsregels die het maatschappelijk belang dienen? Kunt u uw antwoord
toelichten?
Is het op grond van artikel 10a toelaatbaar als advocaten en partijen
processtukken en proceshandelingen zoveel mogelijk op elkaar afstemmen
met het oog op een zekere uitkomst? Kunt u uw antwoord toelichten?
In hoeverre is (de schijn van) belangenverstrengeling toelaatbaar indien
partijen daar beiden toestemming voor hebben gegeven? Indien dit het geval is,
betekent dat dan niet dat advocaten in de praktijk in strijd met de
integriteitsregels kunnen optreden zolang beide procespartijen daarmee akkoord zijn?
Kunt u uw antwoord toelichten?
BRON : https://www.tweedekamer.nl/kamerstukken/kamervragen/detail?id=2015Z22190&did=2015...
EMLS
Utrecht / Haaksbergen, 25 november 2015