Vuurwerkramp. Openbare Awb-hoorzitting 10 september 2015
Onderstaand de pleitnota van datgene wat zijdens de heren Paalman en Bakker in eerste termijn is gesteld tijdens de openbare Awb-hoorzitting ten kantore van de Deken van de Orde van Advocaten in het Arrondissment Overijssel te Zwolle.
Openbare Awb- hoorzitting 10 sep. 2015
Zaaknummer.: wob15002/bez
Deken van Orde van Advocaten
in het Arrondissement Overijssel
Locatie: Bureau van de Deken.
Aanvang 10.00 uur
Bestuursorgaan / verweerder de Deken van de voornoemde Orde
Gemachtigde: ………………………………………………………..........
Reclamanten: de heren Paalman Rijssen en Bakker uit Enschede
Gemachtigde: Jur. Adv. Paul Baakman (Rechtspraktijk BAWA)
Inzake de beschikking op rekest d.d. 13 juli 2015 no WOB 2015002
Hoorcommissie Orde van Advocaten Overijssel
========================================================
M. de Voorzitter, leden van de Commissie,
Deze zaak-zitting heeft betrekking op een wob-rekest van 18 juni 2015 waarbij om afschriften van documenten, bescheiden, fax-en emailberichten enz. werd verzocht die u als bestuursorgaan heeft verzonden en ontvangen o.a. aan en van geduide advocaten de heren mr. K en mr. N. m.b.t. het interventieverzoek van 8 mei 2015 tot en met uw brief van 9 juni 2015 bekend bij uw secretariaat onder uw zaakkenmerknummer C15003.
Het interventierekest van 8 mei 2015 was aan u als Deken/bestuursorgaan gericht om bewijsbeslag te voorkomen m.b.t. stukken van de Enschedese vuurwerkramp van voor en na 13 mei 2000 en die berusten bij de voormalige advocaten van reclamant Bakker. Het verzoek wordt mede ondersteund door reclamant ex-tolteamrechercheur dhr. J.H. Paalman uit Rijssen ter zake van het transparant krijgen van alle achtergronden en dwarsverbanden van de vuurwerkramp van 13 mei 2000 welke in de Enschedese woonwijk Roombeek te Enschede heeft plaatsgevonden. Het interventie-rekest van 8 mei 2015 dient u hier in deze pleitnota als herhaald als ingelast te beschouwen.
Zowel het wob-rekest als wel het wob-bezwaarschrift is ingediend na 1 januari 2015 weshalve de nieuwe advocaten wet mede van toepassing is in deze wob/archiefwetzaak in die zin dat u als deken toezichthouder bent conform het juridisch kader van artikel 5:11 van de Algemene wet bestuursrecht in samenhang met art. 45a Advocatenwet en art. 24, zesde lid, incluis de daarbij behorende bevoegdheden. De Nederlandse wetgever heeft bepaald dat uw zogeheten proactieve dekentoezicht op de advocatuur incluis het toezicht o.a. op het bepaalde in de samenwerkingsverordening 1993 waaronder het opereren van advocaten via advocaten Bv’s en/of het houden als advocaat van Besloten Vennootschappen o.a. als houdstermaatschappij een van de aandachts-speerpunten van de dekens behoort te zijn en dat u als goed Deken het toezicht goed dient te verrichten .
Op de eerste plaats dient u de belangen van de cliënten van advocaten te dienen waardoor ook de stand van de advocatuur wordt gediend, is de teneur van de nieuwe wet. Daartoe zijn de bevoegdheden verruimd, waarvan akte. In dat licht dient deze wob-zaak te worden gehouden.
Het litigieuze bezwaarschrift is ingediend d.d. 14 juli 2015 door reclamanten op grond van de wob en archiefwet waarbij door reclamanten is gesteld dat het hun niet was gebleken dat alle stukken door de Deken waren overgelegd. Weliswaar kan het zijn dat bij u als Deken bestuursorgaan het functioneren van betrokken advocaten in de vuurwerkrampzaak vragen bij u oproept, zo stelt u, doch u bent daarbij voorbij gegaan aan het gegeven dat de betrokken bestuurs-en milieurecht advocaat mr. N. niet aan heeft gegeven of hij het dossier wel of niet heeft overgedragen aan de strafrechtadvocaat mr. P. Geduide reclamanten, alstoen verzoekers waaronder dus ook verzoeker Bakker heeft nimmer bericht ontvangen van betrokken mr. N en deze heeft zich nimmer gemeld bij reclamant na 13 mei 2000. Dat bevreemdt reclamant omdat tot 13 mei 2000 geduide advocaat mr. N. naar het gevoelen van reclamant Bakker de zaken voor SE Fireworks VOF m.b.t. de bedrijfsverplaatsing naar het industrieterrein en in verband daarmee het overleg met het gemeentebestuur Enschede ter zake het gemeentelijk plan Groot Roombeek de zaken goed behartigde voor SEF-VOF. Wat is de reden van de omslag en wat is de reden van het niet vrijgeven van het dossier en het nimmer meer contact opnemen na 13 mei 2000 met reclamant ? Uit uw voornoemde beschikking van 13 juli 2015 blijkt ook niet dat u de betrokken advocaat daarover heeft bevraagd. Ook overige stukken ontbreken.
De dato 30 juli 2015 is een aanvullend bezwaarschrift ingediend van 4 blz. welke u hier in pleidooi herhaald als ingelast gelieve te beschouwen.
Het doel van beide reclamanten is waarheidsvinding en mw. prof. Mr. Overkleeft heeft als onpartijdige en onafhankelijke voorzitter van de bezwarencommissie van het ministerie van Veiligheid en Justitie en van de Nationale Politie in een zeer recent rapport uitgesproken dat dat een legitiem doel is waarvoor ook de WOB is geschreven. Zie : https://rudibakker.nl/pdf/adviesrapport_Overkleeft_Verburg_04_08_2015.pdf
Voornoemd rekest is als afschrift aan u toegezonden onder verzoek het als gedingstuk toe te voegen aan het bij u voorliggend dossier. Deze zaak kan dus niet (meer) worden afgedaan volgens het oude “gedachtengoed” van de Minister van Justitie juncto de Korpschef Nationale Politie, waarvan akte. . Voornoemd rapport van mw. prof. mr. Overkleeft is onlosmakelijk onderdeel geworden van een ongedateerde beschikking van de minister van Veiligheid Justitie juncto de Korpschef Nationale Politie welke d.d. 4 augustus 2015 in een geopende enveloppe werd bezorgd bij de gemachtigde van reclamanten. De Minister/Korpschef verklaarde het bezwaarschrift gegrond onder overneming van het rapport van mw. Prof. Mr. Overkleeft voornoemd. Nu tegen dat onderdeel geen beroep is ingesteld heeft dat onderdeel van de ongedateerde beschikking gezag van gewijsde verkregen, waarvan akte.
Gelijktijdig werd door de Minister/Korpschef een ongedateerd nieuw besluit genomen waartegen door een van de reclamanten beroep is ingesteld bij de Rechtbank te Zwolle.
Gelet echter op de ontstane rechtsfiguur meenden reclamant(en), in die zaak eiser(s), dat niet de Rechtbank Den Haag bevoegd was doch de Rechtbank Overijssel. Bij tussen-bericht d.d. 25 augustus jongstleden meldt de griffier van de Rechtbank Overijssel voorshands van oordeel te zijn dat beroep open staat bij de Rechtbank Overijssel en verlengde gelijktijdig de termijn van gronden indiening met vier weken. Die zaak staat aldaar op de Rol geregistreerd onder rolnummer 15/1795 AW PRM.
Met het onderhavige verzoek en bezwaar willen mijn cliënten boven water krijgen een aantal dossiers welke niet zijn te vinden in de zogeheten Oostings onderzoeksrapporten welke na de vuurwerkramp van13 mei 2000 zijn verschenen. Ook willen reclamanten duidelijkheid en transparant zien te krijgen de rol die de advocatuur voor en na de ramp heeft gespeeld en tevens om inzichtelijkheid te verkrijgen aan welke advocaten en gemachtigden alstoen is uitbetaald. Tevens wensen zij dat u als bestuursorgaan respectievelijk thans vigerende Deken opening van zaken geeft over de besloten vennootschappen die alstoen op naam stonden van geduide advocaten van zowel voor de ramp als wel daarna. Indien u t.a.v. mr. P. van mening zou zijn dat u niet het bevoegde bestuursorgaan bent dan wordt u verzocht o.g.v. de wettelijke doorzendregeling zowel rekest als wel bezwaarschrift ter behandeling door te leiden aan de Amsterdamse Deken. ( er heeft overdracht van mr. K. aan mr. P. plaatsgevonden. Echter niet is gebleken dat het dossier van mr. van N. ook is overgedragen aan mr. P. Onduidelijk is o.a. wat er is gebeurd met dat dossier en waar het is gebleven? Zowel mr. K. als wel mr. van N. zeggen zich niets meer te kunnen herinneren van de vuurwerkramp respectievelijk hun dossiers. Reactie uwerzijds bleef tot op heden t.a.v. voornoemde doorzendregeling achterwege en beide advocaten hebben uw Orde laten weten niet op deze hoorzitting te zullen verschijnen, aldus uw bericht aan ons kantoor d.d. 31 augustus 2015. Naar de redenen daarvan kan slechts worden gegist. M.b.t. de doorzendregeling verwijzen reclamanten u naar uw dossier –overzicht en de vermelde 16 producties. Weshalve nu in de bezwarenfase moet worden geconstateerd dat uw onderzoek niet volledig is geweest behoort u als zich respecterend bestuursorgaan het onderzoek te heropenen, waarvan akte. *
Beide reclamanten missen ook het bevindingenverslag van advocaat mr. K. m.b.t. diens bespreking welke op 13 mei 2000 in de avonduren plaatsvond met vennoot Pater e.a. in afwezigheid van vennoot Bakker, hier een van de reclamanten.*
Niet is gebleken dat u als bestuursorgaan advocaat mr. K. daarover heeft bevraagd, weshalve ook om die reden eerst nader onderzoek naar de gevraagde afschriften dient te worden uitgevoerd alvorens u toe kunt komen aan een op rechtsgevolg gerichte beschikking in het kader van de wet openbaarheid van bestuur.
In deze procedure is ten overstaan van u ook door de reclamanten gewag gemaakt van Besloten Vennootschappen die op naam staan van advocaten.
Het op naam staan van BV,s en andere rechtspersonen waarvan advocaten eigenaar of bestuurder zijn dient te worden gemeld bij het bevoegde gezag in casu de Deken op grond van het bepaalde in de Advocatenwet en de daaronder ressorterende samenwerkingsverordening 1993 en de Wft. (wet financieel toezicht) . Die regels golden ook voor, op en na 13 mei 2000.
Als Deken/bestuursorgaan doch ook als advocaat is het u bekend op welke wijze BV,s worden leeggeplukt voordat de fiscus daar erg in heeft. Alles van waarde wordt dan uit de BV gehaald en er blijven alleen schulden achter. Vervolgens wordt dan zo’n, BV verkocht aan corporatie of een snel opgerichte stichting met een voorzitter als katvanger enz. meestal iemand met een bijstandsuitkering of zonder vaste woon of verblijfsplaats,
Het is bijzonder jammer dat u zich niet heeft uitlaten en/of u zich niet in verbinding heeft gesteld met de Deken die in de periode 13 mei 2000 de Orde van Advocaten alstoen vertegenwoordigde.
Ook de advocaat van dhr. H.S, (eigenaar van de grond en de opstallen) valt onder het Dekenale tuchtrechtelijk toezichtregiem van de Deken.
In het rapport Oosting valt in het bevindingenverslag niet te lezen waarom het onderzoek zich niet heeft gericht op het toch voor de hand liggend mogelijk causaal-verband ter zake de mogelijke achterliggende oorzaak van de ramp in relatie met de gebeurtenissen 1 a 2 dagen voor de ramp. Ook heb ik als gemachtigde niet kunnen lezen of alstoen door de onderzoekscommissie Oosting de alstoen fungerende Deken is bevraagd. De zittende magistratuur i.c. rechter-commissaris Breitbarth heeft eveneens zijn verbazing uitgesproken richting de staande magistratuur officier van Justitie mr. S. waarom op de meest voor de hand liggende richting niet is gerechercheerd. (Stadsontwikkelingsproject Groot Roombeek zoals reeds in de steigers stond vlak voor 13 mei 2000) . In dat verband wijzen beide reclamanten op dit aspect. * Reclamant Paalman maakt alstoen onderdeel uit van het tolteam en heeft de Officier van Justitie bij herhaling gewaarschuwd dat A.de V. niet de dader zou kunnen zijn.
Aan u is als Deken/bestuursorgaan o.g.v. de WOB verzocht om n.a.v. het d.d. 8 mei.2015 ingediende interventierekest gedane inspannings-en onderzoeksrichtingen alle afschriften van alle documenten, bescheiden fax- en emailberichten enz. aan gemachtigde toe te zenden. Echter uit uw op rechtsgevolg gerichte genomen beschikking van 13 juli 2015 no. WOB 2015002 blijkt niet dat u voldaan heeft aan het WOB rekest.
Weliswaar maakte u het interventie-verzoek van 8 mei 2015 gedeeltelijk openbaar alsmede gedeeltelijk openbaar uw brief van 18 mei 2015, de brief van 19 mei 2015 van verzoeker, de email-wisseling van uw bureau met een derde over de periode 26 mei - 2 juni 2015 en een brief van u als deken d.d. 9 juni 2015.
Echter zonder dat u in uw beschikking op rekest de redenen aangeeft heeft u in de afgegeven stukken teksten enz. gedeeltelijk verwijderd zodanig dat niet alleen namen en functies niet zijn te lezen maar ook niet welke zaken het betreft. Ook heeft u blijkbaar (?) het woord vuurwerkramp verwijderd uit de stukken. Uw “screening” gaat verder dan het openbare deel van het zogeheten Oosting onderzoeksverslag. Naar de redenen daarvan kunnen reclamanten slechts gissen. Uw beschikking op rekest ligt derhalve om deze reden alleen al voor vernietiging gereed.
In de laatste email die u heeft verstrekt d.d. 13 juli 2015 op grond van de WOB bent u iets transparanter want u geeft daarin aan dat het meneer mr. N. betreft. U geeft echter door kantoornaam-verwijdering niet aan welk oud kantoor wordt bedoeld. Het is u bekend dat meneer mr. N. reeds voor 13 mei 2000 ook op de markt opereerde met zijn BV genaamd L-BV. Ook in strijd met de uitzonderingsbepalingen van de WOB heeft u de naam van het dossier welke meneer mr. N. bedoeld verwijderd.
Ten slotte dient nog te gelden dat vanuit een andere zaak en die niet is gerelateerd aan de vuurwerkrampzaak een der hier bedoelde advocaten zeer recent heeft geduid aan gemachtigde het op prijs te stellen dat gemachtigde c.q. diens Rechtspraktijk een gedane aangifte intrekt alsmede de klachten en verzoeken om informatie krachtens de WOB hoe ook genaamd intrekt en dat ook indiening in de toekomst achterwege dient te blijven. Om een andere zaak te gebruiken om een totaal andere zaak te torpederen dwingt u als Deken tot optreden. Gemachtigde verwijst u naar de inhoud van het bij deze pleitnota in de niet-gesloten couvert zittende schriftuur d.d. 17 juli 2015 getekend p.o. door een hier geduide advocaat. *
Het nieuwe Deken-toezicht op de advocatuur en de behandeling van klachten over advocaten moeten voldoen aan eisen van onafhankelijkheid, transparantie, consistentie, effectiviteit en professionaliteit. Op die wijze vervult alsdan het Deken-toezicht en de klachtbehandeling een belangrijke rol bij het handhaven van de kwaliteit en de integriteit van advocatendiensten-verleningen.
Er zijn geen rechtsrelevante redenen of omstandigheden of uitzonderingsbepalingen die zich verzetten tegen volledige transparantie en afgifte van afschriften van alle gevraagde stukken.
Volledige openbaarheid is niet strijdig met het landsbelang en overstijgt alle andere te verzinnen belangen. De geheimhoudingsbepalingen vanuit de Wet op de Raad van State zijn niet toepassing.
Weshalve het u als zich zelf respecterend bestuursorgaan moge behagen in heroverweging te beslissen dat het bestreden besluit niet in stand kan blijven onder vernietiging van het hier bestreden besluit onder alsnog afgifte van alle verzochte stukken onder toekenning van een vergoeding ex art. 7: 15 Awb.
Tot zover in eerste termijn!
Paul Baakman
Raadsman.
======================
Zie : https://devuurwerkramp.nl/brondocumenten/wob/Hoorzitting_deken_orde_advocaten_10_09_2015.pdf
Zie : https://rudibakker.nl/pdf/Hoorzitting_deken_orde_advocaten_10_09_2015.pdf
Zie : www.devuurwerkramp.nl en www.rudibakker.nl en https://t.co/rIUsX4wdnR
EMLS
Utrecht / Haaksbergen, 10 september 2015