Dossier Advocatenwet // Waar komt de eindverantwoordelijkheid van het toezicht op de advocatuur te liggen ?
De staatssecretaris van Veiligheid en Justitie heeft onlangs de derde nota van
wijziging “Aanpassing van de Advocatenwet” en enige andere wetten in verband met de positie van de advocatuur in de rechtsorde en herziening van het toezicht op advocaten (TK 32382) aan de Tweede Kamer aangeboden.
De vraag is of het onderdeel “ toezicht op de advocatuur” recht doet aan de bijzondere positie van de advocatuur . De Staatssecretaris heeft een aanpassing van de Advocatenwet en enige andere wetten op de politieke agenda gezet.
De poging van de Staatssecretaris om een juiste balans te bereiken tussen enerzijds
de afstand die de rijksoverheid heeft in te nemen ten opzichte van de advocatuur en anderzijds de verantwoordelijkheid van diezelfde overheid voor een goede regulering van het toezicht op de Nederlandse advocaten verdient respect.
Het huidige advocatentoezichtsysteem voldoet niet. De Deken, die veelal zelf ook advocaat en ondernemer is zit met het probleem van de dubbele pet en dat roep bij justitiabelen reeds de schijn van partijdigheid op. Daarnaast conflicteert het met de mededingingswetgeving .