Zorgplicht Advocaat // Aanvang van de relatieve verjaringstermijn bij beroepsaansprakelijkheid
De rechtbank Rotterdam boog zich in deze zaak over een (vermeende) schending van de zorgplicht door een advocaat in een strafzaak. Bij beantwoording van de vraag of de rechtsvordering zou zijn verjaard, is van belang om vast te stellen op welk moment de benadeelde daadwerkelijk in staat was om deze vordering in te stellen. Daarvoor is bekendheid met de schade en de voor die schade aan te spreken persoon vereist. In zaken waarin het verwijt is gelegen in een beweerdelijk door een advocaat begane beroepsfout laat dit moment zich doorgaans niet eenvoudig vaststellen.
ECLI:NL:RBROT:2021:9753