Dossier Vuurwerkramp // (36) College van procureurs-generaal-1. Het antwoord van College van PG,s weerlegd. Alle bewijzen staan overeind.
De antwoorden van het college Pg's (Vuurwerkramp).
Het college van Procureurs-generaal (Pg's) antwoordde mij op 4 juni jl. dat het strafrechtelijk onderzoek naar de Vuurwerkramp volgens de regels is verlopen. Zij zien in mijn reviewrapport (zie hier voor samenvatting bevindingen) geen bewijzen van het tegendeel, maar vinden dat ik alleen een andere interpretatie heb van de beschikbare onderzoeksfeiten. Volgens de PG's doe ik de onafhankelijke rechter tekort wanneer ik zeg dat het door het OM aangedragen bewijs zonder toetsing door de rechter wordt overgenomen. Voor wat betreft mijn verwijt aan de rijksrecherche verwijst het college naar een onderzoek door de Nationale Ombudsman, die in 2014 bevestigde dat de rijksrecherche goed werk leverde. Ik publiceerde dit antwoord van college PG's, volledig en zonder mijn commentaar op 7 juni op Twitter. Dit artikel is deel 1 van mijn commentaar op de brief van het college van Pg's.
Alleen beeldvorming
Het antwoord van het college PG's op mijn 1.393 pag. tellende reviewrapportage over de gedragingen van het OM na de Vuurwerkramp, gaat niet in op de inhoud van dat rapport, maar is puur gericht op de beeldvorming naar buiten. Het is een PR-stuk, waarin het college van Pg's bevestigt dat bestaande procedures zijn gevolgd en de genomen besluiten van het OM goed zijn. Het college wijst mij fijntjes op de gebruikelijke beroepsprocedures als ik het daar niet mee eens ben. Hieronder voorbeelden van die beeldvorming:
1. Opmerkelijke redenering
Het college rukt een zinsnede uit het 1.393 blz. tellende document uit zijn verband en hangt daar het label 'opmerkelijke redenering' aan. Die zinsnede is dat: "het OM heeft nagelaten het ministerie van Justitie te vervolgen", wetende dat zoiets wel vreemd over zal komen, en impliciet suggererend dat die Van Buitenen af en toe het spoor bijster is. Wat er in werkelijkheid staat is een opsomming van diverse ministeries die de fout zijn ingegaan, waaronder het ministerie van Justitie. Daarbij merk ik zelf al in mijn rapport op dat ik moeilijk kan verwachten dat het OM zichzelf vervolgt, maar dat het nu eenmaal is vastgesteld dat het ministerie van Justitie wel degelijk de fout is ingegaan, namelijk via het NFI en via het OM, en dus eigenlijk vervolgd zou moeten worden. Of ben ik zo slecht op de hoogte dat Justitie altijd is vrijgesteld van vervolging?
2. Pikmeer-jurisprudentie
De Pg's suggereren dat ik te gemakkelijk veronderstel dat het strafrechtelijk onderzoek naar de overheid nutteloos was, omdat volgens mij door de Pikmeer-jurisprudentie toch al vaststond dat de overheid buiten vervolging gehouden zou worden. De Pg's stellen dat dit niet klopt, want er dient eerst onderzocht te worden op welk gebied de gedragingen van de overheid plaatsvinden om te weten of er sprake is van immuniteit van de overheid. De Pg's misleiden hiermee de lezer, maar bevestigen in feite wél mijn stelling. Het gevoerde OM-onderzoek was gericht op de vraag of de immuniteit voor de overheid kon worden ingeroepen. Het OM-onderzoek was niet gericht op de mogelijke strafbaarheid van de gedragingen van de overheid. Voor de Pg's is dat hetzelfde, maar voor mij, en de slachtoffers waarvoor mijn review is bedoeld, zijn dit twee wezenlijk verschillende manieren van onderzoek bedrijven. Dit komt ook tot uiting door de verschillende gezichtspunten van politie en OM. Daar waar de politie dacht bezwarende feiten tegen de overheid te hebben gevonden heeft het OM (jawel: in opdracht van de Pg's) strafvervolging van de overheid verboden. Dit staat wel degelijk in de review. Met onderbouwing.
De Pg's stellen tenslotte ook nog dat het OM wel degelijk overheden vervolgt en dat dit in tegenspraak is met mijn conclusie. Mijn antwoord hierop is simpel: Het OM zal alleen overheden vervolgen wanneer het belang van de staat niet in het geding is. Wat ik daaronder versta, onder welke omstandigheden en met welke motieven, staat allemaal uitgewerkt in het reviewrapport. En bij de Vuurwerkramp was (en is) het belang van de staat in het geding. Dat toon ik aan. Maar zolang dit niet openbaar is en de 1393 blz. moeilijk behapbaar blijven, zal het OM en zullen de Pg's hiermee wegkomen. Daarom doe ik de ontsluiting in kleine stappen. Er zal steeds meer naar buiten komen. Geleidelijk, maar onstuitbaar.
3. Opdracht door Pg's aan OM
De Pg's beweren dat zij nooit de opdracht gegeven zouden hebben aan het OM om de gemeente Enschede niet te vervolgen. Volgens de Pg's werden en worden dergelijke opdrachten vanuit het college nooit verstrekt aan de plaatselijke OM-parketten. Echter, de review zegt daarover heel wat meer dan de Pg's suggereren. Niet alleen citeer ik een passage uit het boek van politiemedewerker Bollen, die daarin melding maakt van een vergadering op 17 januari 2001 waarin deze buitenvervolgingstelling wordt meegedeeld. Ook wijs ik op de consistentie, zowel in de tijd als naar inhoud, met de even daarvoor bekend gemaakte buitenvervolgingstelling van de gemeente Volendam voor de Nieuwjaarsbrand. Die beslissing voor Volendam was makkelijker te verdedigen en kon meteen bekend worden gemaakt door het OM (in aanwezigheid van een Pg). Voor Enschede bleef de beslissing tot buitenvervolgingstelling nog enkele maanden binnenskamers, totdat de vervolging van de gecreëerde brandstichter De Vries en de Fireworks eigenaren Bakker/Pater op poten stond. Je kunt immers geen overheid buiten vervolging stellen als je het publiek niet meteen andere daders aanreikt. Bovendien wijs ik op de openbare documenten uit april en mei 2001, waarin wel degelijk staat dat de Pg's een vervolging van de overheid niet opportuun vinden, gelet op de gevoeligheid van het dossier. Welk OM gaat dan nog vervolgen? Tenslotte staan her en der verspreid in het reviewrapport aanwijzingen die komen uit gesprekken met politiemensen die wel degelijk naar het OM én de Pg's wijzen wanneer onverteerbare beslissingen binnenskamers moeten worden uitgelegd.
4. Misleiding rechter
Op dit punt gaat het college Pg's totaal niet in op de in de review aangedragen aanwijzingen en bewijzen voor de misleiding van de rechter door het OM. Er wordt door de Pg's slechts gewezen op de twee door de Hoge Raad afgewezen herzieningsverzoeken van Fireworks directeur Bakker. De Pg's wijzen mij erop dat de mogelijkheid van een derde herzieningsverzoek de enige weg is om hier recht te doen als ik dat zou willen proberen. Het antwoord hierop is wederom simpel. Het gerechtshof en de Hoge Raad baseerden zich blindelings op de bevindingen van TNO en het NFI. Die bevindingen zijn ronduit foutief. Ik geef dat aan en bewijs dat. Tot nog toe wil geen enkele onafhankelijke instantie daarnaar kijken. Aftredend OVV-voorzitter Joustra wees een verzoek daartoe van de Kamervoorzitter zelfs af. Eveneens op foutieve gronden, (zie hier). De nieuwe OVV-voorzitter Dijsselbloem reageert niet op mijn hernieuwde verzoek (nogmaals hier). Toch zal het mij lukken om de technische gedeelten van de review aan het oordeel van te goeder naam en faam bekendstaande en onafhankelijk deskundigen te onderwerpen. Pas daarna heeft het zin een derde herzieningsverzoek in te dienen.
5. Systematische tunnelvisie
Het college van Pg's constateert terecht dat een van de centrale conclusies van de review is dat het OM in een tunnelvisie opereerde. Een tunnel gebaseerd op de juistheid van bestaande vuurwerkvoorschriften, waardoor de ramp er volgens het OM alleen kon komen door een inbreuk op die voorschriften. Maar dan verzuimen de Pg's de aanwijzingen en bewijzen te weerleggen waarop die tunnelvisie is gebaseerd. In de plaats daarvan kiest het college van Pg's voor de suggestieve beeldvorming dat "kennelijk alle betrokken partijen zijn meegegaan in die tunnelvisie, of zich hebben laten overtuigen door het OM, inclusief de rechter". De Pg's leggen mij dan nog eens uit dat de rechter toch echt onafhankelijk is en geen 'lijdzame entiteit' is. Volgens de Pg's doe ik de rechter tekort. Wat de Pg's echter in hun brief aan mij hadden moeten doen is ingaan op de door mij in de review gepresenteerde weerlegging van alle bewijsmiddelen. Zo'n weerlegging is alleen mogelijk door aan te tonen dat het OM (én het NFI) in een tunnel zijn omgegaan met belastend en ontlastend bewijs. Verkeerde berekening voorraad, verkeerde afmetingen 'krater', verkeerde aannames vuurwerk, verkeerde weergave gevarenaanduidingen, aanname van een brand, aanname van een gat, selectief shopgedrag in verklaringen, dirigeren van onderzoek, intimideren van getuigen en verdachten, dubieuze vervolgingskeuzes, enz. enz. Ook mijn dubbele en onderbouwde verwijt aan de rechterlijke macht blijft onbesproken, namelijk: a) Door de rechter is geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid van eigen onderzoek en b) De rechter ziet het OM te vaak als onafhankelijke instantie die aan waarheidsvinding doet, hetgeen uiteraard niet het geval is. En ja, dat toon ik aan.
De Pg's lossen dit eenvoudig op: zij gaan daar niet over; het is de rechter die beslist, uiteraard in onafhankelijkheid. En alle technische hoofdstukken die het falen van NFI, TNO en rijksinspecties bespreken, zijn volgens de Pg's sowieso onbespreekbaar voor hen.
6. Rijksrecherche
Een van de meest prangende verwijten in de review is het door mij als zeer nalatig geduide presteren van de rijksrecherche. De opdracht van de rijksrecherche om de hypothese over misleiding van de rechterlijke macht 'koste-wat-kost' van tafel te krijgen, wordt door de Pg's als een (veronder)stelling gepresenteerd. De Pg's gaan hierin helemaal voorbij aan het bewijs dat ik hiervoor aanvoerde in de review. Deze wijsheid heb ik van de onderzoekers zelf die de hypothese over misleiding van de rechterlijke macht hadden geformuleerd. Ook hier wordt door de Pg's weer gekozen voor beeldvorming. De Pg's verwijzen naar een onderzoek door de Nationale Ombudsman wat resulteerde in de bevestiging van de bevindingen van de rijksrecherche. Wat de Pg's echter niet vertellen is dat de Ombudsman deze conclusies bereikte op basis van door de Pg's aangereikte documenten. Deze waren onvolledig. Ook was de tijd te kort voor de Ombudsman-medewerkers om het achterliggende materiaal te doorgronden. Ikzelf heb daar maanden voor nodig gehad. Dat kan niet in drie dagen. Bovendien was de Ombudsman druk met een ambitieus vervolg van zijn carrière, waarvoor politieke steun onontbeerlijk was. Dit zou zijn plotselinge omslag verklaren naar de klager.
Tenslotte is de verwijzing door de Pg's naar de kennisname van de Ombudsman van de resultaten van de drie feitenonderzoeken (in de periode 2010-2012) een mededeling voor de bühne. In de review leg ik immers uitvoerig uit waarom de rapportages van deze feitenonderzoeken geen enkele waarde hebben en welke bedenkelijke rol zowel de Pg's als de rijksrecherche hebben gespeeld in de totstandkoming van de eindconclusie.
Nee, de verwijzing door de Pg's naar het 'onderzoek' door de nationale Ombudsman is een zwaktebod, dat overigens al als dusdanig was geduid in de review.
7. De gevolgen van publicatie
Tenslotte laten de Pg's niet na om mij te wijzen op de strafrechtelijke aansprakelijkheid (onder WvS art 261) als gevolg van de publicatie van mijn reviewrapport. Tevens wijzen zij mij op de mogelijkheid van civielrechtelijke claims tegen mij door degenen die ik noem in mijn rapport. Daarmee suggererend dat de door mij gedane bevindingen onwaar en smadelijk kunnen zijn. De Pg's hebben bij deze beeldvorming het voordeel dat ook beschuldigingen die feitelijk waar zijn (!) toch vervolgbaar zijn als smaad, zolang er geen gerechtelijke bevestiging is van die bevindingen. De enige uitzondering is WvS art 261 lid 3 dat stelt dat vervolging niet mogelijk is wanneer sprake is van te goeder trouw én het maatschappelijk belang is gediend met de beschuldigingen.
Dat is dus de opdracht waar ik voor sta. Aantonen dat ik te goeder trouw ben en dat mijn meldingen in het openbaar belang zijn. Dat is meteen de reden waarom ik niet meteen het hele rapport op straat kan ploffen.
In de vervolgpublicatie Artikel 37 getiteld: 'College van Procureurs-generaal-2' zal worden ingegaan op de bevindingen uit het reviewrapport en de bewijzen die er wel degelijk in staan, maar door het college Pg's worden genegeerd. Zo bewandel ik de weg naar steeds verdere openbaarmaking van de bevindingen, zonder dat het OM mij hiervoor strafrechtelijk kan vervolgen.
Bron : PvB
https://www.linkedin.com/pulse/36-college-van-procureurs-generaal-1-paul-van-buitenen
Zie ook : RudiBakker.NL
En : EMLS
https://emls.webnode.nl/nieuws/
https://emls.webnode.nl/news/is-de-geheimhoudingsplicht-van-een-advocaat-absoluut/
--------------------------
Opm.
===========================
EMLS
Utrecht / Haaksbergen, 8 juni 2019