Dossier Vuurwerkramp // ( 32 ) Complot, tunnelvisie of domheid ?
Betrokkenheid vele instanties. Het reviewrapport Vuurwerkramp dat door de Tweede Kamer voor advies naar de Onderzoeksraad voor de Veiligheid is gezonden, bevat aantijgingen van ernstige misstanden die zijn begaan door OM (zie hier en hier), politie (zie hier en hier), gemeente (zie hier), TNO (zie hier), NFI (zie hier), rijksrecherche (zie hier en hier), brandweer (zie hier), de rijksoverheid (zie hier) en de Commissie Onderzoek Vuurwerkramp (zie hier). Daardoor is volgens het rapport de rechterlijke macht misleid (zie hier) en zijn onschuldigen ten onrechte veroordeeld voor de ramp.
Kan alleen met complot? Door politiek (zie hier), pers (zie hier) en bestuur (zie hier, hier, hier en hier) wordt dit niet serieus genomen. De pers in Nederland durft er niet over te publiceren (zie hier en hier). En wanneer er wél een publicatie is, dan wordt alles zorgvuldig omschreven als beweringen van één persoon. De meest gehoorde kritiek is dat zulke uitgebreide misstanden, die zouden zijn begaan door al die gerenommeerde en gerespecteerde instanties, in Nederland gewoonweg onmogelijk zijn. Daarvoor zou immers een complot nodig zijn, waaraan veel te veel mensen moeten meewerken om te kunnen slagen.
Of ook tunnelvisie en domheid? Maar is dat geen drogreden, toegepast om de bevindingen uit de reviewrapportage als ongeloofwaardig terzijde te kunnen schuiven? Indien alle bovengenoemde instanties de fout in gaan, is een complot immers niet de enige mogelijkheid. Er kan in de plaats van een complot ook sprake zijn van een 'Tunnelvisie' binnen de opsporing of van 'incompetentie' en 'domheid'. In de reviewrapportage wordt een groot aantal relevante elementen genoemd, waarvan ik er hierna slechts enkele willekeurig opsom. Deze elementen raken niet alleen aan het optreden van een 'tunnelvisie' ofwel 'incompetentie' en 'domheid', maar ook aan mogelijke regie/sturing van het onderzoek. Ik laat graag het oordeel van de lezer uitmaken wat hier van toepassing is.
1.
Bij het vestigen van een voorkeursrecht van aankoop door de gemeente Enschede op de grond van het bedrijf S.E. Fireworks, komt de gemeente er in 1997 achter dat het bedrijf zonder de vereiste vergunningen opereert met zwaar vuurwerk in een woonwijk. Er wordt na een jarenlange periode zonder vergunning alsnog een milieuvergunning verleend door de gemeente aan het bedrijf, kort vóór de vestiging van het voorkeursrecht door de gemeente.
2.
Twee jaar later, in 1999, wordt door de gemeente Enschede een nieuwe milieuvergunning aan S.E. Fireworks verleend, waarbij de gemeente de vergunning zelf na ondertekening zó invult/aanpast dat de toegestane gevarenklassen niet meer in overeenstemming zijn met de vergunde activiteiten, zonder dat de eigenaren van het bedrijf dit konden nagaan, wegens de onvolledige informatieverstrekking door de gemeente.
3.
Het bedrijf S.E. Fireworks heeft meermaals te kennen gegeven uit de woonwijk weg te willen en te verhuizen naar een industriepark buiten de stad. De gemeente heeft dit op oneigenlijke gronden geweigerd: economische redenen gingen boven veiligheid en de grond zou in 1999 al zijn uitgegeven (ligt anno 2019 nog steeds braak).
4.
Minister De Vries van Binnenlandse Zaken schrijft twee dagen na de ramp aan de Kamer dat er gezocht wordt naar een brandstichter en overtredingen van de vergunning door het vuurwerkbedrijf. Hieraan ligt het vooringenomen standpunt ten grondslag dat de regelgeving in Nederland goed is en dat alleen een inbreuk op de regelgeving de ramp kon veroorzaken.
5
Er was in Nederland geen inspecteur beschikbaar die de kennis en ervaring had om de classificatie van evenementenvuurwerk op correctheid te controleren. Er werden in Nederland ook nagenoeg geen classificatieproeven uitgevoerd.
6
In tegenstelling tot het buitenland, waar wél opslagspecifieke gevarenaanduidingen worden toegepast, hanteert Nederland een classificatiesysteem voor vuurwerk dat de effecten van vuurwerk bij opslag niet juist voorspelt.
7.
In tegenstelling tot het buitenland, waar defensief optreden voor de brandweer bij een vuurwerkbrand de norm is, moeten brandweerlieden in Nederland bij een vuurwerkbrand de brand daadwerkelijk gaan blussen met water, terwijl dit bij eenmaal brandend vuurwerk zowel onmogelijk als levensgevaarlijk is.
8.
Door de keuzes binnen het brandweeroptreden kon na de explosies een oppervlaktebrand ontstaan met kenmerken van een vuurstorm, waardoor een veel grotere schade optrad dan door de explosies was veroorzaakt en de temperaturen zo hoog opliepen dat enkele lichamen niet meer konden worden teruggevonden.
9.
Bij het grootste naoorlogse rechercheonderzoek in Nederland, worden een officier van justitie en een recherchechef benoemd die geen van beiden noemenswaardige ervaring hebben met het leiden van een groot strafrechtelijk opsporingsonderzoek (zie hier).
10.
In tegenstelling tot bijvoorbeeld Engeland, waar men de tekorten van de verhoormethodes door de politie reeds 20 jr geleden heeft onderkend, wordt in Nederland door de politie nog steeds gebruik gemaakt van een verhoormethode die het optreden van tunnelvisie bij de politie in de hand werkt.
11.
Van de zes mogelijke strafrechtelijke trajecten heeft het Openbaar Ministerie er maar twee gevolgd. Daarbij zijn tientallen getuigenverklaringen genegeerd, is tendentieus onderzoek gepleegd, bewijsmateriaal gecreëerd en bewijsmateriaal weggehouden uit de rechtbankdossiers. Zie hier.
12.
Op basis van een inventarisatie van kenmerken van tunnelvisie binnen de opsporing in Nederland, zoals beschreven in wetenschappelijke publicaties, heeft de review vele verschijnselen van tunnelvisie geïdentificeerd, die zich hebben voorgedaan bij de diverse opsporingstrajecten van de Vuurwerkramp.
13.
Toen eerst twee politierechercheurs melding maakten van misstanden bij het strafrechtelijk onderzoek (zie hier) en naderhand Bureau Interne Zaken van de politie Gelderland-Midden melding maakte van bewuste misleiding van de rechterlijke macht (zie hier), heeft het Openbaar Ministerie, met hulp van de rijksrecherche, ervoor gezorgd dat deze aanwijzingen onder tafel verdwenen (zie hier, hier en hier).
14.
Het college van procureurs-generaal verzocht eind 2011 aan het OM om het afsluitend feitenonderzoek Vuurwerkramp te laten doen door dezelfde rijksrechercheurs die eerder (in 2004) reeds een onderzoek hadden uitgevoerd naar dezelfde feiten, dat zó slecht was dat het veel weg had van een doofpot (zie hier).
15.
Minister van Justitie Donner negeerde in 2003 een concreet verzoek om ingrijpen ondanks de aan hem getoonde aanwijzingen van ernstige misstanden binnen het strafrechtelijk onderzoek (zie hier).
16.
Minister van Binnenlandse zaken Remkes (2002-2007) én minister van Veiligheid & Justitie Grapperhaus (2017-heden) volgen de verkeerde adviezen van hun ambtenaren betreffende de blusvoorschriften van de brandweer. Dit in weerwil van alle aanwijzingen (zie hier Remkes en hier Grapperhaus).
Deze lijst kan worden uitgebreid met tientallen andere voorbeelden, die allen reeds zijn genoemd én gedocumenteerd, in het 1.393 blz. tellende reviewrapport, dat nu door de Tweede Kamer naar de Onderzoeksraad voor de Veiligheid is gestuurd voor advies.
Bron: PvB
https://www.linkedin.com/pulse/32-complot-tunnelvisie-domheid-paul-van-buitenen
Zie ook :
en
=============================
EMLS
Utrecht / Haaksbergen, 26 maart 2019