Dossier Vuurwerkramp // Dreigt er rechtsweigering ?

26-08-2022 16:06

Ondanks advocatenwet-verbod toch hoger beroep in de vuurwerkrampzaak tegen de VZ-beslissing van de NL-Raad van Discipline van 15 maart 2022 in de advocatentuchtrechtzaak rampzaak aangespannen door de heer B. versus mr. J. van N (L-BV)

 

De heer B uit E heeft na bekend worden van de bovengenoemde beslissing het Proces-Verbaal van de zitting d.d. 17 januari 2022 opgevraagd bij de Raad van Discipline te Arnhem.  Deze heeft hij niet gekregen met de mededeling van de Raad dat er in zijn bovengenoemde zaak van de zitting geen proces-verbaal zou zijn opgemaakt.

 

Het bevreemdt B in hoge mate dat er geen proces-verbaal voorhanden is en zelfs niet is opgemaakt want B die zelf in Arnhem ter zitting van de Raad van Discipline aanwezig was heeft gezien dat de Raad zijn bij de voornoemde beroepsaansprakelijkheid  verzekeraarsnaam-noemen-zaak in volle bezetting van advocatentuchtrechters mr. C., mr. A., mr. K., mr. P.,mr. Ph., en griffier mr. O.) heeft behandeld en dat de griffier ter zitting daarbij aanwezig waren en er ook aantekeningen werden gemaakt. Tevens werd om akte van het zittingsverslag gevraagd naast het inspreken en overleggen van zijn pleitnota.

 

Het procesreglement van de Raden van Discipline, punt 2.7.2 kan het beginsel openbaarheid van rechtspraak niet frustreren.  Naast voornoemd  beginsel heeft B. uit E.  recht op een afschrift. van het PV-van zitting opgemeekt door de griffier.  Een verzet-beslissing dient te worden gelezen samen met het PV van zitting . Openbaarheid van Rechtspraak en het recht van een partij op een afschrift van het proces-verbaal van zitting (authentiek akte Wrv met dwingend bewijskracht) waarbij hij/zij als justitiabele heeft deelgenomen staat buiten kijf.  In deze zaak waarbij het in rechte ook om de financiële integriteit van de advocatuur gaat. is o.a. ook voorbij  gegaan aan het verzoek van B. uit E. aan Raad en Hof van Discipline om tot prejudiciële verwijzing over te gaan. ook omdat de advocaat- gemachtigde van het samenwerkende advocatenkantoor D tevens lid is van de Raad van Discipline Overijssel.

 

Een beslissing , beschikking, vonnis uitspraak of arrest is onlosmakelijk met een proces-verbaal van de rechtszitting aan elkaar verbonden. Het weigeren zijdens de Raad van Discipline  heeft tot gevolg het frustreren van termijnen en rechtsingangen weshalve dit reeds de medereden voor opposant vormde om ondanks advocatenwettelijk appelverbod toch hoger beroep in te stellen. Het Hof van Discipline is tevens verzocht de 30 dagen hoger beroepstermijn te verlengen met de tijd  gedurende de lengte van de tijd dat het PV in afschrift aan dhr. B. uit E. wordt afgegeven.

 

Vanuit het Hof van Discipline volgde tot nu toe een oorverdovende stilte.

Is hier inmiddels sprake van onrechtmatige rechtspraak?

 

Dreigt er rechtsweigering ?