Dossier Vuurwerkramp // Een ambtelijke hoorcommissie van Gedeputeerde Staten van Overijssel hield speciaal belegde openbare zitting op verzoek van Rudi Bakker uit Enschede

17-09-2021 17:07

Bakker had middels een rekest, gestoeld op 2 wetten, om inzage en afgifte gevraagd aan GS van de onder haar rustende infornatie en afschriften van o.a. instellingsbesluit gerelateerde documenten. Dat deed hij middels een rekest alsmede nadien via een bezwaarschrift en een aanvullend bezwaarschrift gericht aan in casu het dagelijks bestuur van de Provincie Overijssel op de grondslag van twee wetten waarbij hij om volledige openbaarheid en transparantie verzocht van alle door hem met naam geduide documenten m.b.t. onder andere het vuurwerkramp-onderzoeksinstellingsbesluit

 

Het instellingsbesluit had tot doel om meteen na de vuurwerkramp van 13 mei 2000 dat de gemeenteraad van Enschede in gezamenlijkheid met de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en het dagelijks bestuur (GS) van de provincie Overijssel om te komen tot een integraal overheidsbesluit c.q.  instellingsbesluit t.b.v. een onafhankelijk vuurwerkramponderzoek, in de volksmond geheten Commissie Oostingonderzoek.  Het instellingsbesluit werd op 26 mei 2000  gepubliceerd in de Staatscourant op 29 mei 2000, nr. 103.

 

Via dat instellingsbesluit van 29 mei 2000 werden de leden van de Commissie Onderzoek Vuurwerkramp (COV)benoemd en geïnstalleerd. Bakker stelde zich formeel op het standpunt dat thans het verstrekken van de door hem gevraagde informatie niet langer meer kan worden geweigerd omdat publicatie en beoordeling van die  documenten op dit moment de voornoemde onderzoekscommissie niet meer kan belemmeren in het uitoefenen van haar controlerende- en onderzoekstaken omdat het instellingsbesluit op 14 mei 2001 al is ingetrokken waarvan publicatie is verschenen in de Staatscourant van 29 mei 2001, nr. 101 / BZK. De weigeringsgronden van 2001 gaan anno 2021 niet meer op aldus reclamant Bakker.

 

De Overijsselse provinciale hoorcommissie bestond uit een provinciale jurist en een provinciale commissiesecretaris ook jurist doch ook advocaat. GS werd ter zitting vertegenwoordigd door twee provinciale juristen. De zitting vond plaats in het openbare gedeelte van het provincie huis te Zwolle alwaar Bakker werd bijgestaan door zijn gemachtigde / juridisch adviseur en zijn zoon als mede-gemachtigde.

 

Tijdens de zitting bleek dat de voorzitter slechts beschikte over het halve dossier. Dat kwam aan het licht toen de voorzitter er op werd gewezen dat een aantal door hem genoemde  vraagtekens wel waren vervat in het aanvullend bezwaarschrift. De mede-gemachtigde toonde de voorzitter zelf het schriftelijke ontvangstbewijs doch dat deel van het dossier was niet ter kennis gebracht van de voorzitter en hij kondigde het houden van een intern onderzoek aan over de oorzaak van die provinciale omissie, ook omdat de twee bijzittende provinciale informanten beiden zeiden ook van niets te weten. Om te voorkomen dat halverwege de zitting Bakker ter onverrichte provinciale zaken weer naar Enschede moest vetrekken las de mede-gemachtigde de voorzitter de ontbrekende bezwaarschriftdelen voor waardoor alsnog de zitting verder kon gaan zonder aanhouding. Het sierde de Commissie dat Bakker zelf ook persoonlijk de mogelijkheid werd gegeven om op alle onderdelen van zijn bezwaren ook zelf het woord te mogen voeren.

 

Omdat naast Gedeputeerde Staten ook Provinciale Staten procedureel (Provinciewet) was aangesproken en betrokken in deze zaak werd verder niets medegedeeld over de beslistermijn van GS omdat een tweede hoorzitting met Provinciale Staten als is gepland over 1 week waarbij alsdan voor een Commissie met een  geheel ander hoorcommissie-zittingssamenstelling alsdan namens en ten behoeve van PS. Die hoorzitting wordt eveneens in het provinciehuis gehouden.

 

Zie ook

https://emls.webnode.nl/news/dossier-vuurwerkramp90/

 

en zie

https://rudibakker.nl/