Dossier Art. 120 Grondwet // "Grondewet zo dood als een pier"

21-04-2015 15:48

In Nederland vinden we dat wij alles zo goed doen. Maar rechtsstatelijk gezien is dat helemaal niet zo.” Afgelopen maandag hield voormalig Nationale Ombudsman Alex Brenninkmeijer - naast lid van de Europese Rekenkamer ook hoogleraar Institutionele aspecten van de rechtsstaat aan de Universiteit Utrecht - zijn oratie met de titel Stresstest rechtsstaat Nederland. Brenninkmeijer is behoorlijk stellig: “Onder politici heerst onwetendheid. Ze begrijpen de constitutionele verhoudingen niet. En wat democratie echt betekent.” Onze Grondwet vindt Brenninkmeijer “zo dood als een pier”.

 

Hij is altijd gefascineerd geweest door het onderwerp rechtsstaat. In 1987 promoveerde hij bij Ernst Hirsch Ballin, de latere minister van Justitie, op dit onderwerp. In een toelichting op zijn oratie zegt Brenninkmeijer: “Waar die fascinatie vandaan komt? Grappige vraag eigenlijk. Ik denk dat ik fundamenteel voor vrijheid ben. Die van mijzelf, en die van anderen.”

 

In zijn oratie onderwerpt Brenninkmeijer Nederland aan een ‘stresstest’ met als centrale vraag: hoe is het gesteld met onze rechtsstaat? Kent ons democratische systeem voldoende waarborgen om onze rechtsstatelijke waarden voldoende en tijdig te beschermen? Brenninkmeijers conclusie luidt dat Nederland de stresstest niet doorstaat en zijn advies liegt er niet om: “Voer de constitutionele toetsing in en schaf de Eerste Kamer af. De rol van de Eerste Kamer wordt toch steeds onduidelijker.”

 

Rechtsstatelijke vraagstukken raken volgens Brenninkmeijer zowel wetgeving, uitvoering als rechtspraak. Doet zich in een van de drie pijlers van de trias politica een schending voor, dan kunnen de andere pijlers in beginsel tijdig zo’n schending repareren. Brenninkmeijer noemt echter tal van voorbeelden waaruit blijkt dat dit systeem lang niet altijd werkt: “Door de uitvoerende macht worden bijvoorbeeld regelmatig rechtsstatelijke waarden geschonden. In de meeste gevallen wordt dit tijdig gerepareerd door de rechter, of de Nationale Ombudsman, maar niet altijd. Neem de gaswinning in Groningen. De politiek heeft hier vanaf het begin met haar neus bovenop gestaan en toch bleek het mogelijk dat er uiteindelijk een zeer gevaarlijke situatie ontstond, die nog lang zal voortduren. Er was zelfs een Onderzoeksraad voor nodig om vast te stellen dat er fouten zijn gemaakt.”

 

Nederland wordt in Europa een buitenbeentje genoemd, vanwege het ontbreken van een constitutioneel toetsingsrecht – het mogen toetsen van wetten aan de Grondwet. Begin 2015 werd een initiatief-wetsvoorstel hiertoe nog afgeschoten. Brenninkmeijer kan hier weinig waardering voor vinden. “Als je wetten niet aan de Grondwet mag toetsen, en je ziet daarnaast dat er maar zelden een rechtszaak over de Grondwet zelf gaat, dan is onze Grondwet dus zo dood als een pier.”

 

Brenninkmeijer waarschuwt voor het zogenoemde primaat van de politiek: “In Nederland gaat – zo zeggen politici - de politiek voor, terwijl het begrip democratische rechtsstaat toch echt uit twee woorden bestaat. Er moet een dynamisch evenwicht tussen de twee zijn. Natuurlijk is de democratie belangrijk, maar ook de grenzen van de rechtsstaat moeten altijd in acht worden genomen.”

 

Als voorbeeld van het primaat van de politiek noemt Brenninkmeijer ‘politieke opportuniteit’. “Veel wetgeving vindt zijn oorsprong direct in regeerakkoorden. Via positieve uitruil weet een van de regeringspartijen zich te verzekeren van een meerderheid in de Tweede Kamer. Politieke opportuniteit heeft dan bepaald of een wetsvoorstel een meerderheid van 50% plus één stem behaalde.”

 

Ook heerst volgens Brenninkmeijer in Nederland politieke onwetendheid: “Veel politici begrijpen de constitutionele verhoudingen niet. Ze weten niet wat een democratie echt betekent, namelijk méér dan 50% plus één. Daarnaast merk ik dat wetten zo complex zijn dat politici de inhoud niet goed begrijpen. In mijn tijd als Nationale Ombudsman bleek dat uit onderzoek onder deskundigen.”

 

In wetgevingstrajecten gaat het op meerdere fronten mis. “Adviezen van de Raad van State worden gewoon genegeerd. Ook dat is heel Nederlands. Er heerst te veel een mentaliteit van ‘Wij vinden het gewoon anders.” Terwijl de Tweede Kamer een wetsontwerp altijd terug zou moeten sturen als de regering niet beargumenteert waarom het advies van de Raad van State niet gedeeld wordt. Soms is het zelfs zo dat wetsontwerpen worden veranderd nádat de Raad van State er al over geadviseerd heeft. Die nieuwe ontwerpen komen dan dus helemaal niet meer langs de RvS.”

 

Brenninkmeijer heeft zich altijd al kritisch opgesteld over de conditie van onze democratische rechtsstaat, maar voelde zich lange tijd roepende in de woestijn. Nu hij lid is van de Europese Rekenkamer merkt hij met hoeveel verbazing ook andere Europese landen naar de Nederlandse politiek kijken. Zo sprak Brenninkmeijer laatst een Duitse rechter die niet kon begrijpen hoe de rechter in Nederland met het vreemdelingenrecht omgaat. “Zo kijkt Europa dus naar ons”, zegt Brenninkmeijer, “Maar je moest eens weten hoeveel moeite het me kost om in Nederland over het voetlicht te brengen dat sommige zaken helemaal niet goed gaan.”

 

Als een groot gevaar voor onze rechtsstaat noemt Brenninkmeijer nog de manier waarop er in de politiek over minderheden wordt gesproken. “Je merkt dat de uitspraken van Wilders, vooral zijn ‘minder minder-uitspraak’, doorwerken in de politiek en daarbuiten. Andere politieke partijen hadden daar veel strenger tegen op moeten treden. Kijk naar hoe het er nu bij de politie aan toegaat. Volgens korpschef Bouwman wordt van dag tot dag  onder collega’s gediscrimineerd. Zullen diezelfde politieagenten op straat dan net zoveel bescherming bieden aan minderheden als aan de meerderheid?”

 

 

Bron: Mr

Loc. : https://www.mr-online.nl/juridisch-nieuws/26521-brenninkmeijer-grondwet-zo-dood-als-een-pier

____________________________________________________________________________________________________________________________ 

 

Naschrift EMLS :  EU-Lidstaat Nederland heeft geen Constitutioneel Hof en dat bevreemdt ookEMLS. Op deze website heeft EMLS daar reeds 15 artikelen aan gewijd welke zijn te lezen op  https://emls.webnode.nl/search/?text=art+120+grondwet  

 

EMLS vindt net al Brenninkmeijer dat er sprake is van doorgeschoten ‘managementdenken en het vooropstellen van financiële belangen’.
Om het tij te keren stelt Brenninkmeijer twee institutionele veranderingen voor. De Eerste Kamer zou kunnen worden afgeschaft, ‘omdat deze haar toetsende rol onvoldoende vervult – daarvoor is het een te politiek orgaan is geworden’. Verder pleit Brenninkmeijer voor een constitutioneel hof, waar wetten kunnen worden getoetst aan de Grondwet. 

 

==============================

EMLS

Utrecht / Haaksbergen, 21 april 2015

==============================