Nieuwe fase in de Enschedese vuurwerkrampzaak !
De Commissie Onderzoek Vuurwerkramp (COV), in de volksmond Commissie-Oosting genoemd diende bij het onderzoek in ieder geval de volgende aspecten te betrekken: - de milieuveiligheid – de veiligheid voor de omgeving en de ruimtelijke ordening - de volksgezondheid, waaronder de nazorg - de openbare veiligheid en de rampenbestrijding. Daarnaast diende het onderzoek zich ook uit te strekken tot de geldende regelgeving en de toepassing daarvan. Tevens diende de Commissie-Oosting de gebeurtenissen voor, tijdens en na de ramp in onderlinge samenhang te onderzoeken en daarbij tevens het optreden van de betrokken overheden te betrekken.
Een van die gebeurtenissen voor de ramp van 13 mei 2000 is de Enschedese gemeenteraadsvergadering van 2 juni 1997. Naar thans blijkt uit een verzonden beschikking van de gemeenteraad van Enschede van1 februari 2018 n.a.v. een op 5 januari 2018 ingediend rekest namens dhr. Bakker dat deze vergadering van 2 juni 1997 blijkbaar deels met gesloten deuren heeft plaatsgevonden. Bij voornoemde beschikking werden enige (nieuwe) stukken bijgesloten. Omdat naar gevoelen van verzoeker niet alle stukken waren bijgesloten is door reclamant Bakker thans bij de Enschedese gemeenteraad een Awb-bezwaarschrift ingediend waarbij o.g.v. de toepasselijke wet om alsnog toezending is gevraagd van de (nog) ontbrekende stukken zijnde o.a. : Publicatie Lokale Krant -- Notulen van de raadsvergadering besloten gedeelte -- Notulen van de raadscommissievergaderingen -- Besluit van B. en W. om raadsleden geheimhouding op te leggen en het besluit om achter gesloten deuren te vergaderen in raadscommissie en in de gemeenteraadsvergadering.
Zie ook : https://emls.webnode.nl/news/vuurwerkramp1/
=================
Opm.: EMLS-annotator
De gemeente Enschede komt een beroep om te weigeren krachtens artikel 10, tweede lid, aanhef en onder g niet toe. Genoemd artikel is krachtens de geschiedenis van de totstandkoming ervan (Kamerstukken II 1986/87, 19 859, nr. 3, blz. 36 en 37) - de meest algemene uitzonderingsgrond die kan worden toegepast als door het verstrekken van informatie andere belangen dan de in artikel 10, tweede lid, aanhef en onder a tot en met f, van de Wob genoemde belangen te zeer zouden kunnen worden geschaad. Deze bepaling voorziet daarmee in de behoefte om de WOB te kunnen toepassen in zeer verschillende, niet voorspelbare situaties. Het karakter van deze bepaling brengt mee dat onder bij de aangelegenheid betrokken natuurlijke personen of rechtspersonen (Bijv. BV of NV enz.) dan wel derden ook publiekrechtelijke lichamen worden begrepen. Echter deze bepaling kan/ mag er niet toe leiden dat bestuursorganen gegevens zouden mogen achterhouden met als onderliggende redenen dat publicatie daarvan mogelijk een ongunstig licht zouden kunnen werpen op het door hen gevoerde beleid en/ of de kans op aanvaarding van het door hen voorgenomen beleid zou kunnen verkleinen. De mogelijke in het geding zijnde gemeentelijke belangen wegen niet op tegen het met de Wob beoogde publieke belang van volledige openbaarheid van alle besluitvorming welke vuurwerkramp gerelateerd zijn ook binnen alle verwevenheden.
===============================
EMLS
Utrecht / Haaksbergen, 16 februari 2018