Waarheidsvinding vuurwerkramp inz. geheime documenten Gem. Enschede. Openbare Hoorzitting Commissie Bezwaarschriften 15 mei 2018, 15.00 uur

09-07-2018 08:35

SPREEKVERSLAG VAN R.J. BAKKER

Openbare Hoorzitting Commissie Bezwaarschriften 15 mei 2018, 15.00 uur

Gemeentehuis van Enschede Langestraat 24 7511  HC Enschede, Kamer 82

 

Geachte leden van uw commissie

 

Hoe vaak zijn wij hier nu al geweest en hoeveel keren moeten hierna nog volgen? Het document wet voorkeursrechts , de brief van 5 juni 1997 aan respectievelijk Smallenbroek alsmede SE Fireworks BV

had in het dossier grondbedrijf moeten zitten en de daar aangekoppelde bron documenten in de dossier vuurwerkopslag vanaf 1968 tot aan mei 2000. Het was echter niet in het dossier voorhanden,

talloze verzoeken en een schouw in het zg. dossier Grondbedrijf lieten zien dat er creativiteit van de Gemeente Enschede in ongekende dadendrang voorziet en heb ik de informatie hieromtrent uit het

WIS – wandelgangen informatie systeem. Dhr. Nijholt had ons deze informatie moeten overhandigen maar verzuimde.

 

Ik licht dit verder toe.

 

Vanaf 1 mei 2000 is de heer B. Rip coördinator verwerving en beheer Bouw- en Milieudienst van de gemeente Enschede. Daarvoor (vanaf 1 oktober 1998) is Rip gedetacheerd vanuit adviesbureau

Oranjewoud bij de gemeente Enschede als verwerver plangebied Groot-Roombeek. Alle kavels in project Groot Roombeek moesten worden verworven voor de gemeente. Rip stond daarbij onder

controle van de ‘Grondeconoom’ van het grondbedrijf van de gemeente Enschede. De grondeconoom moest alle transacties van Rip beoordelen, waarna ze ter goedkeuring werden voorgelegd aan B&W.

 

De grondeconomen die achtereenvolgens deze positie innamen waren:

 

De heer G. Wolbrink (begin 1999).

 

De heer P. Stevens (rest van 1999).

 

De heer W. van Tilburg (begin 2000).

 

Mevrouw van Kerkemeyer (vanaf juli 2000).

 

Dit betekent dat de controlerende functie op het handelen van de heer Rip, een extern ingevlogen deskundige, nooit is vervuld door een in de functie gegroeide ervaren persoon. In de praktijk betekent dit dat de heer Rip vrijwel de vrije hand had in het doen van transactievoorstellen. Het college van B&W, vertrouwende op de interne deskundigheid en controle van het ambtelijk apparaat, zal niet meer dan een stempelfunctie hebben gehad. Het Hoofd Grondbedrijf was tot 1 januari 2000 G. Verkerk. Vanaf 1 januari 2000 werd die functie vervuld door R. Jelenieuwski.

 

Dhr. Rip doet vervolgens een aantal opmerkelijke uitspraken in oa verklaringen en voor rechtbank Almelo en Den Haag m.b.t. SMALLENBROEK die niet juist zijn gebleken. Zo verklaart hij dat de

gemeente begin 1999 is begonnen met acties richting de heer SMALLENBROEK om hem uit te kopen van de grond waarop zich het, door hem aan BAKKER verhuurde, SEF-terrein zich bevond.

Rip verklaart dat het project Groot Roombeek pas vanaf 1 oktober 1998 in uitvoering is genomen. Pas daarna is contact opgenomen met SMALLENBROEK over de verkoop van zijn grond aan de gemeente. De planning was om SEF in 2002 te verplaatsen.Rip verklaart dat SMALLENBROEK vóór die tijd niet wist dat zijn grond bestemd was om naar de gemeente te gaan. SMALLENBROEK kan volgens Rip alleen het vermoeden hebben gehad dat hij op den duur weg moest uit Roombeek uit de wijziging van het bestemmingsplan.

 

Deze onjuistheden gesteld door dhr. Rip zijn door de feiten inmiddels achterhaald! Wet voorkeursrecht 5 juni 1997.

 

Op 22 april 1997 krijgt Smallenbroek een alles omvattende nieuwe milieuvergunning. De Gemeente Enschede heeft dan Smallenbroek kunstvuurwerkbedrijf en SE Fireworks BV(vorige eigenaar), na de

afschaffing van de hinderwet 1991, zeker 6 jaar zonder vergunning laten functioneren! Amper zes weken hierna, 5 juni 1997, stuurt de Gemeente Enschede, een brief naar Smallenbroek met de

mededeling dat de Gemeente Enschede zich een voorkeursrecht heeft verworven op de percelen van Smallenbroek!

 

Het college van Burgemeester en Wethouders heeft op 10 juli 2000 de gemeenteraad een nota toegezegd waarin de feitelijke gang van zaken met name rond de vergunningverlening en handhaving ten aanzien van S.E. Fireworks zo nauwkeurig mogelijk in beeld wordt gebracht.

Het COT Universiteit Leiden is verzocht deze notitie op te stellen.

 

De voorliggende nota en bijlagen van dit feitenoverzicht vergunningverlening SE Fireworks vanaf 1975 tot mei 2000 is gebaseerd op door de gemeente - met name de Bouw- en Milieudienst

aangeleverde stukken uit verschillende archieven. Het betreft zowel gemeentelijke stukken als stukken van de provincie Overijssel en van verschillende ministeries.

Echter de vergunningloze periode van Smallenbroek, 1991 tot 22 april 1997 en het verworven voorkeursrecht door de Gemeente Enschede, 5 juni 1997, zijn in alle omvang in de doofpot verdwenen en bij geen enkele andere onderzoeksinstanties op tafel gekomen. Tot vandaag!

 

SMALLENBROEK heeft met medeweten van de Gemeente Enschede aan zijn oud-medewerkers BAKKER en PATER een bedrijf verkocht, na maanden lang uiteindelijk op 27 april 1998, waarvan op

dat moment SMALLENBROEK al wist, oa sinds 5 juni 1997, dat het bedrijf binnenkort niet meer geëxploiteerd zou kunnen worden op de huidige locatie. Smallenbroek was reeds van plan de grond aan de gemeente Enschede te verkopen gezien het gevestigde voorkeursrecht op perceel Tollenstraat 20-50, verworven door de Gemeente Enschede Dit vanwege de gewijzigde bestemmingsplannen van de gemeente die het bedrijfsterrein wilde veranderen in woongebied.

 

Reeds in juni 1997 schreef de gemeente Enschede aan SMALLENBROEK dat de gemeente bij verkoop van de grond een voorkeursrecht had gevestigd. Beiden, SMALLENBROEK en de Gemeente Enschede speculeerde op het feit dat het toen slechtlopende bedrijf, onder auspiciën van Smallenbroek, ten gronde zou gaan na de overname op 27 april 1998 en dat Smallenbroek daarmee de door BAKKER en PATER geïnvesteerde zes ton zou kunnen innen. Bij mislukking door BAKKER/PATER was immers bepaald dat het bedrijf terug zou vallen aan SMALLENBROEK. Dat SMALLENBROEK al in een vroeg stadium wist dat zijn bedrijf moest verdwijnen van de locatie aan de Tollensstraat blijkt ook uit de getuigenverklaring van gemeenteambtenaar Meijerink afgelegd op 5 oktober 2001 bij de rechtbank Almelo. Smallenbroek en Gemeente Enschede overlegden al reeds ver, jaren, voor 27 april 1998.

 

SMALLENBROEK ondertekende op 27 april 1998 een koop- en verkoop overeenkomst met het latere S.E. Fireworks v.o.f. waarvan hij wist dat deze belast zou zijn door de overeenkomst

(betreffende de vestigingsgrond van het bedrijf) met de Gemeente Enschede, waarbij SMALLENBROEK het voorkeursrecht van de gemeente dient na te komen op het moment dat de grond voor verkoop wordt aangeboden. De behandelend notaris (Hoving notarissen, huis notaris en advocaten Gemeente Enschede) heeft de plicht onderzoek te doen naar eventuele belastende omstandigheden.

 

Het kantoor, Hoving notarissen – later Kienhuis-Hoving – schitterde ook door dit te verzuimen!

Gezien vorenstaand schets dat geen verbazing meer. Het verwonderd ons slechts nog!

 

Beiden, Smallenbroek op miljoenen en Gemeente Enschede ‘Groot Roombeek’ Vinex locatie waren uit op groot winstbejag.

 

Inmiddels is/was SEF VOF in de periode 27 april 1998 - 12 mei 2000 uitgegroeid tot een zeer succesvol bedrijf met wereldwijde aspiraties hetgeen een doorn in het oog van Smallenbroek en de

Gemeente Enschede was en is.

 

Het bedrijf SEF VOF was het succes niet gegund. Het werd 13 mei 2000………

 

Ik verzoek u, dhr. Nijholt en Gemeente Enschede opdracht te geven alle documenten en andere direct hierop betrekking hebbende onderliggende bron documenten te overhandigen.

 

Dank u voor uw aandacht.

RJ Bakker

 

 

Bron : RudiBakker.NL

https://rudibakker.nl

https://t.co/2MkvAXZhyp

https://twitter.com/i/web/status/1015674743129821184

 

Zie ook :

https://emls.webnode.nl/news/vuurwerkramp-r-j-bakker-op-zoek-naar-het-causale-verband-openbaarmakingsprocedure-van-gedeeltelijke-besloten-geheime-enschedese-gemeenteraadsvergadering-over-recht-van-eerste-koop-loc-tollensstraat/

 

 

==========================

EMLS

Utrecht / Haaksbergen, 9 juli 2018